El Hierro, het kleinste Canarische Eiland, is door de strijd tegen de vulkanen gevormd. Het landschap wordt in het zuiden en westen beheerst door inktzwarte kraters en lavastromen. In het midden overheerst een oude overgroeide vulkaanketen. El Hierro: een boeiend eiland dat nog maar nauwelijks door toeristen is ontdekt.

El Hierro is kleiner, kaler en geïsoleerder dan het noordelijk gelegen La Palma. Wie denkt dat de Canarische Eilanden een verlengstuk zijn van Spanje, komt bedrogen uit. De Canarios voelen zich meer verwant met Latijns-Amerika dan met Spanje. Met name de meest westelijke Canarische Eilanden, zoals El Hierro, zijn dé springplank geweest overzee. Eerst voor Columbus, daarna voor de Canarios zelf.

Lees ook: Las Canarias, eilandhoppen

Zelfvoorzienend

In een bar, gerund door remigranten uit Venezuela, ontmoeten we de oude Ernesto. Net als veel andere jongens ging hij, gedreven door armoede, 60 jaar geleden werk zoeken in Venezuela. Vijftig jaar later keerde hij terug naar zijn geboortegrond, zijn oude moeder en de rust van El Hierro. Ernesto schuifelt naar de deur van de bar, neemt zijn pet af en zegt op zijn herreños waarin veel Latijns-Amerikaanse woorden voorkomen: ‘Vete por la sombrita – tot ziens.’ Barman Benito zet muziek op van de Cubaanse groep Chasco. Hij raadt aan om lapas (schelpdieren) a la plancha te proeven. ‘We hebben hier diverse Latijns-Amerikaanse muziekgroepen. Ons Spaans doet meer denken aan overzee dan aan het castellano. Een autobus noemen we bijvoorbeeld een guagua, net als in Latijns-Amerika.’ Hij vertelt graag over het eigene van de eilanders: ‘Op El Hierro zal je geen grote supermarkten of bedrijven vinden. We leven vooral zelfvoorzienend. Als je iets over hebt, ruil je het voor iets wat je nodig hebt. Iedereen heeft een moestuin en de meeste mensen hebben ook een geit.’ Hij wil zijn kaas laten zien die hij in een grot laat rijpen. Maar eerst moeten we mee naar zijn vriend Ignacio die een bodega heeft. Daar liggen een paar honderd jaar oude wijnvaten en staat een tv-toestel uit de jaren vijftig.

Massa-emigratie

Ignacio deelt bestofte glaasjes uit en we toosten op zijn sherryachtige vino pata. Door het kleine kelderraam zien we de roodgrijze helling van een vulkaan. Hij graaft zijn wijnranken meters diep in het lavagruis – het vulkaangruis zorgt voor een goede vochthuishouding. Nog altijd stampt hij de druiven met zijn laarzen in de wijnpers. Hij kookt de most in tot de likeur arope en vermengt die met gofio. ‘Mijn vader is 101 jaar geworden. Dankzij gofio. Ik neem gofio als aperitief en vermeng het met kaas en vijgen.’ Baby’s krijgen gofio vermengd met melk in hun zuigfles. De stoere mannen die in de 19e eeuw en 20e eeuw massaal emigreerden naar Latijns-Amerika en de overtocht soms in gammele boten maakten, namen het graan mee, vermengden het met water en kneedden het tot een deeg waar ze ballen van draaiden en aten het met suiker. Ignacio: ‘Mijn grootmoeder ging op de eerste emigratiegolf via Tobago en Trinidad naar Cuba. En kwam terug. Mijn vader vertrok op zijn zestiende op de twee emigratiegolf in 1956 naar Venezuela. Daar verbouwde hij vijftig jaar lang sinaasappelen. Vanwege de politieke situatie en de criminaliteit zijn we op mijn 16e teruggegaan. Je eigen eiland blijft nu eenmaal als een magneet trekken.’ ‘Hoe is het met El Indiano?’ vraagt een bezoeker aan Ignacio. ‘Hij bedoelt mijn vader,’ verklaart hij even later. ‘Degenen die lang in Venezuela hebben gewoond en uiteindelijk terugkomen, krijgen bij hun terugkeer het stempel van avonturiers en de geuzennaam Indianos. Hij wijst op een tegelwijsheid aan de muur: ‘No puedes guiar el viento, pero puedes cambiar la direccion de tus velas’. ‘Salud!’, proost hij, ‘volgens dat spreekwoord redden wij ons wel op El Hierro.’

Bij een volgende vriend, Aurelio, ruiken we de nabijheid van de vulkanische grond: sulfaat. Zijn wijnranken zijn bestoven met lichtgeel sulfaatpoeder, dat de wind aanvoert vanaf de vulkanische grond. Aurelio herinnert zich nog goed dat hij op zijn tiende met zijn ouders terugkwam uit Venezuela: ‘Daar was ‘s nachts altijd lawaai. De eerste nacht hier kon ik niet slapen van de stilte!’

Drakenstaarten

Stil is het op El Hierro. Op het geluid van de wind en de vogels na. Er zijn geen fabrieken of echte steden, alleen witgekalkte huizen met contrasterende zwarte vulkaanbrokken als hoekstenen, in een landschap van aaneengeschakelde begroeide vulkaankegels.
Al wandelend blijkt hoe rauw en naakt de vulkanen in het westen (La Dehesa) en in het zuiden (La Restinga) zijn. Hier is duidelijk hoe de zwarte lava als overgekookte melk uit de kraters is gevloeid en in de zee is afgekoeld. Inktzwarte stranden en lavabrokken contrasteren met het blauw van de zee. Je hebt hier grandioze uitzichten over blauwzwarte en dieprode kraters, ontoegankelijk en steil, bekroond met merkwaardig gevormde lavabrokken. Lavatongen duiken verticaal de zee in en eindigen als drakenstaarten in het heldere water.

Het pad bestaat uit fraai getordeerde oranje, gele en zwarte vulkaanbrokken. In La Restinga roerde een onderzeese vulkaan zich van oktober 2011 tot maart 2012. Barvrouw Concha pakt een gespleten steen van de toonbank, donker van buiten en kokosnootmelkachtig wit van binnen. ‘Restingolitas,’ zegt ze trots. ‘Stenen uit de onderzeese magische wereld. De afgelopen maanden kwamen ze op de stroom hiernaartoe drijven.’ Het verschilde per dag, maar de vulkaan was als een felgroene vlek en soms als een mega-jacuzzi in de zee te zien. Tot twee keer toe werden ze geëvacueerd. Maar er moet veel meer gebeuren om de rustige mentaliteit van de eilanders te verstoren.

Wandelparadijs

Een dag later lopen we over dennennaalden die als een dikke vacht over de heuvels liggen, we snuiven de geur op van de felgroene pijnbomen die contrasteren met het diepblauw van de zee ver onder ons. De wind ruist, vogelgeluiden echoën. We volgen de Camino de Pastores door het westelijke kale landschap van Sabinosa met verwaaide bomen. Aan de andere kant van het eiland, vanuit El Mocanal, dalen we af naar Pozo de las Calcosas en slenteren door het enige dorp op het eiland waar de daken gedekt zijn met stro van graan. In de gerestaureerde huizen verblijven ‘s zomers met name bewoners van Tenerife en Duitsers. Voor hun deur ligt een natuurzwembad, dat met minimale ingrepen is aangelegd. De hoge zeegolven stromen bij vloed naar binnen, wat het zwemmen spannend maakt. Omdat er weinig stranden zijn op El Hierro, zijn er diverse natuurzwembaden, waaronder erg fraaie. Zoals open grotten met prachtig gevormde gewelven.
Waar we ook zijn, overal is de sfeer gemoedelijk en het eten verrukkelijk. De stilte en het ongepolijste, pastorale landschap maken het compleet.

Ruileconomie

Na alle stilte en natuurwandelingen bezoeken we op 3 mei het feest van Santa Cruz. De voorbereidingen zijn uiterst geheim. In een ruimte waar de ramen met papier zijn afgeplakt leggen Vilma en haar buurtgenoten de laatste hand aan het kruis. ‘Iedere buurt maakt een kruis. Vroeger werden die versierd met gekleurde zaden, kapot geslagen eierdoppen, zand en bloemen. Nu doen we het met crêpe-papier, stoffen en pijpenragers. De afgelopen weken hebben we er dagelijks aan gewerkt om straks het mooiste kruis te hebben.’ Hun trots is onweerlegbaar. Rond het middaguur is het zover. Twee buurten in El Pilar nemen het tegen elkaar op. Meisjes en jongens dragen het kruis, dansen op de muziek van uiten en trommels, klepperend met hun castagnetten. De muzikanten hebben twee deuntjes, waarvan de percussie Noord-Afrikaanse trekken heeft. Toeschouwers zijn ontroerd – het is een feest ter ere van de voorouders – en het is alsof die er vandaag weer even bij zijn. Wie heeft het mooiste kruis? Dat weten ze wanneer de twee groepen elkaar treffen bij een boom midden in het dorp. Samen dansen ze verder naar de piepkleine kerk waar een mis wordt opgedragen. ‘Wie is nu de winnaar?’ vraag ik links en rechts. Het blijkt een soort erecompetitie. Iedere bewoner voor zich bepaalt welk kruis het mooiste is. Trommelmaker Damian: ‘De fluitisten en trommelaars behoren allemaal tot mijn familie. De trommels maak ik van geitenleer en hout.’ Hij legt het fijne uit over de gouden juwelen waarmee de kruizen zijn behangen. Op het eiland zijn een paar rijkere families. Het principe van ‘delen’ indachtig staan zij hun schatten voor deze dag af en krijgen die morgen weer terug. ‘Net zoals we onze moestuinproducten met elkaar ruilen,’ zegt Damian. ‘El Hierro is nog steeds heel traditioneel.’

Feestgedruis

’s Middags is er uitbundig feest met muziek en dans. Uiteindelijk gaat het op het Fiesta de la Cruz om eenwording met buren en familie. Alberto, een arts uit Madrid, bezoekt zijn familie: ‘Ik ben in Venezuela geboren, mijn vader had er een zaak en mijn ouders wonen er nog. Iedereen hier op het eiland heeft wel familie in Venezuela. Vergeleken met Madrid zijn de mensen hier zo open en vriendelijk. De ontspanning van de zee zit in de mensen. Het is goed dat El Hierro zijn tradities en folklore in stand houdt.’ We trekken ons terug en wandelen door het pastorale landschap, dat met stenen muurtjes van vulkanische brokken in percelen is opgedeeld. Deze dagen hadden we het gevoel met één been in een Latijns-Amerikaans land te staan en met het andere in Spanje. Terwijl we over de zee met de verborgen vulkaan uitkijken, richting familie-eilanders in Cuba en Venezuela, lijkt het wel duidelijk waar de Canarios hun identiteit aan ontlenen.

banner abonnement espanje

Dit artikel is eerder verschenen in ESPANJE! (España & más nummer 4, jaargang 2012) en de informatie kan achterhaald zijn. Auteur: Karin Anema.

Over de auteur:
Karin is een reisschrijver pur sang. Behalve reportages schrijft ze ook boeken. Voor ESPANJE! gaat ze regelmatig sportief op pad: wandelen in de Picos de Europa, fietsen op de Canarische Eilanden. Steeds weer raakt ze in gesprek met de lokale bevolking en verweeft hun verhalen in haar reportages.

Informatie

Het hele jaar is el Hierro een goede bestemming. In september en oktober is de zeetemperatuur ideaal. soms waait de calima – wind met stof uit de sahara, waardoor het met name hoog in de bergen tien graden warmer is dan normaal.

Boot: De reis van Tenerife naar el Hierro duurt drie uur. Raadpleeg ook de website www.fredolsen.es.
Voor huurauto’s zie www.cicar.com en www.autosbamir.es
Voor informatie over de guagua, de lokale bus, zie transhierro@transhierro.es

Reizen

Vanaf de luchthavens van Tenerife, Gran Canaria of La Palma vlieg je met Binter Canarias, voor een paar tientjes naar el Hierro.