Op een uur rijden ten noorden van Madrid ligt een prachtig gebied met glooiende graanvelden waar zelfs vele locals nog niet van gehoord hebben. Ik ben gek op de omgeving van Riaza en de Ruta del Color, met z’n unieke rode, gele en zwarte dorpjes.

De prachtige kleuren zijn te danken aan de afwisseling van de soorten gesteenten in dit deel van Segovia. Hoewel de dorpjes slechts luttele kilometers van elkaar liggen, spant er meer dan 400 miljoen jaar geologische evolutie tussen de bouwstenen van de zwarte dorpjes en die van de rode en gele dorpjes. Het piepkleine El Muyo uit de Middeleeuwen is volledig opgebouwd uit zwarte leisteen (pizarra), onttrokken uit de voet van de Sierra de Ayllón. Ook Becerríl, El Negredo en Serracín zijn zwart van kleur. Het leven moet in zo’n afgelegen gehucht enorm zwaar zijn geweest. De meeste inwoners zijn in de loop der tijd naar Madrid gemigreerd.

De leisteen van de zwarte dorpen dateert van het Siluur, het tijdperk tussen 443 tot 419 miljoen jaar waarin organismen voor het eerst de zee verlieten en het land begonnen te koloniseren. Tijdens het Siluur was het grootste deel van Spanje ondergedompeld in een ondiepe, weidse zee aan de noordergrens van het supercontinent Gondwana. In deze zee was er weinig doorstroming van zuurstofrijk water. Daardoor vond er geen oxidatie (lees: verrotting) plaats, waardoor de dode zeeorganismen die naar de zeebodem dwarrelden bewaard bleven. Zo hoopte zich klei op, zwart van kleur door het organisch materiaal.

Van zwart naar rood

Madriguera is een goed onderhouden bordeaukleurig dorpje met enkele casas rurales voor toeristen. Dertig mensen wonen er het hele jaar door. In de mooi onderhouden tuintjes bloeien jasmijn, rozen en stokrozen. We lunchen in het fantastische restaurantje ‘La Pizarrera’, waar we een heerlijk verfrissende pudín de lima als dessert kiezen.

Maar waarom zijn de huizen hier zo rood terwijl ze op een steenworp nog zwart waren? De muren bestaan uit grove brokken steen, bijeengehouden door leem en klei. Oxidatie van ijzer in de leem zorgde voor de typisch rode kleur. Dit grof gesteente werd in dit gebied afgezet door snelstromende rivieren uit de aangrenzende bergen tijdens de laatste 5 miljoen jaar.

Gele dorpjes als Alquité en Martín Muñoz de Ayllón zijn opgebouwd uit kwartsiet, een heel hard gesteente, van het zelfde tijdperk als de rode steen. Met behulp van toeristische kaartjes van de provincie Segovia kan je door de velden van dorp naar dorp wandelen. Zelfs plaatsten waar je fossielen kan vinden staan erop aangeduid. Neem wel spullen voor een picknick mee, want niet elk dorp heeft cafés of eethuisjes.

Kathelijne Bonne is geologe en woont sinds 2012 met haar gezin in Torrelodones, Madrid. Samen reizen ze graag door het binnenland van Spanje, om de prachtige natuur en minder bekende stadjes te verkennen. Eerder woonde Kathelijne in Granada, Napels en Leeds, en reisde vaak naar Afrika.