Sandra Alvarez studeerde in de jaren tachtig twee jaar in Madrid en blijft verknocht aan de Spaanse hoofdstad. ‘Ik kom er minstens twee keer per jaar en ik moet zeggen, het Prado blijft me boeien. Laatst was ik er met mijn dochter en hebben we vooral gekeken naar de mode in de 16e en 17e eeuw. Het grappige is dat je elementen uit de kleding van die tijd nu weer terug ziet komen. De collectie is zo omvangrijk, dat ik steeds weer wat nieuws ontdek.

Maar als je er voor het eerst bent, dan zijn er een paar schilderijen die je niet mag missen: Las Meninas, het groepsportret dat Velázquez in 1656 maakte van zichzelf terwijl hij een Spaans prinsesje, omringd door hofdames, schildert. Het is een schilderij dat veel vragen oproept. Dat maakt het zo spannend. Wat schildert Velázquez nou precies? Toch niet de achterkant van de jurk de prinses? Of schildert hij jou als toeschouwer? Ook de werken van Goya blijven fascineren. Vooral het contrast tussen zijn eerste werk en de dramatische taferelen van het verzet tegen de Franse bezetter is indrukwekkend. En natuurlijk de Tuin der lusten van Jeroen Bosch. Ik zag het voor het eerst op mijn zeventiende en heb er heel lang naar staan kijken.’

Triángulo del arte

‘Als er interessante exposities zijn, neem ik ook vaak nog een kijkje in de twee andere musea die deel uitmaken van de Triángulo del Arte, het Reina Sofia en het Museo Thyssen Bornemisza. Het Reina Sofia begint waar het Prado eindigt: vanaf de late 19e eeuw tot nu. Een must is de Guernica, het indrukwekkende doek van Pablo Picasso over het bombardement op dit Baskische kustplaatsje door de Duitsers en Italianen tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Het is bijna acht meter lang en met recht een internationaal symbool van verzet tegen fascisme en geweld.’ Picasso heeft tijdens de dictatuur van Franco nooit meer voet op Spaanse bodem gezet. De Guernica reisde de hele wereld over en vond uiteindelijk een plek in het MoMa in New York. Picasso had gezegd dat de Guernica pas na het vertrek van Franco naar zijn geboorteland mocht terugkeren. Dat maakte hij zelf niet meer mee. Hij overleed in 1973, twee jaar voor de dictator het loodje legde. In 1981 keerde de Guernica terug naar Spanje en sinds 1992 hangt het in het Reina Sofia.

Kunst vervangt karkassen

Sandra Alvarez ontdekt tijdens haar bezoeken aan Madrid ook steeds weer nieuwe musea. Zoals het Matadero, een oud slachthuis van maar liefst 180.000 vierkante meter waar nu kunst wordt geproduceerd. ‘Het is een ontmoetingsplek voor Spaanse en internationale kunstenaars op het gebied van beeldende kunst, toneel, muziek, design, dans, architectuur en noem maar op. De bedoeling is dat de kunstenaars in contact komen met het publiek. Je kunt er langs de verschillende paviljoens dwalen en tijdelijke tentoonstellingen bekijken of voorstellingen bezoeken. Dit centrum heeft een boost gegeven aan de buurt bij de rivier de Manzanares. Een deel van de oevers is nu autovrij gemaakt. Er is een groenstrook gekomen met fiets- en wandelpaden, speelplaatsen, skatebanen, een klimmuur en een roeibaan. En sinds kort is er zelfs een stadsstrand waar de Madrilenen zonnebaden en in de zomer wat verkoeling zoeken bij fonteinen.’

Marktrevival

Madrid is niet alleen de stad van musea, maar ook van de markthallen. In totaal telt de Spaanse hoofdstad er maar liefst 46. Sommige ervan zijn bijna tweehonderd jaar oud en waren wel toe aan een opknapbeurt. Het renovatieprogramma is inmiddels in volle gang en het resultaat is verbluffend. De Mercado de San Miguel net naast het Plaza Mayor en de Mercado de San Antón in de hippe wijk Chueca kunnen met gemak de concurrentie aan met omliggende supermarkten en barretjes. De Mercado de San Miguel is gevestigd in een prachtig art-nouveauachtig gebouw met mooie, originele elementen. Na een grondige renovatie werd het in 2009 weer geopend en sindsdien loopt het als een tierelier. Sandra: ‘De oude groente-, fruit-, vis- en vleesstalletjes zijn vervangen door een stuk of dertig hippe zaakjes die allerlei heerlijkheden verkopen. Vers van het land, heerlijke charcuterie, vlees, vis en gevogelte, maar ook ijs, chocolade, snoep en boeken. Wij vinden het leuk om van tent naar tent te lopen en in de een glaasje cava te drinken met daarbij een plakje ham, in de volgende een oester naar binnen te slurpen en verderop wat kleine gehaktballetjes, albóndigas, te nemen. Uniek zijn de openingstijden. Hier is om acht uur ’s ochtends nog niemand te vinden. Pas om tien uur gaan de deuren open en die sluiten pas weer om middernacht en van donderdag tot en met zaterdag zelfs om twee uur ’s nachts. Lekkerbekken die Madrid bezoeken, moeten beslist ook naar de Mercado de San Antón. In de kelder zit een supermarkt, op de tweede verdieping wordt aan showcooking gedaan en kun je proeven en op het dak is een bar en restaurant met terras.’

Madrid met de kids

Madrid is een heerlijke stad om met kinderen te ontdekken. Sandra: ‘Toen mijn kinderen klein waren gingen we natuurlijk vaak naar het Parque del Retiro, letterlijk het ‘Terugtrekpark’. In dit 118 hectare grote park achter het Prado verpoosden zich aanvankelijk alleen de koningen en hun familie plus wat welgestelde families. Sinds 1868 is het echter ook toegankelijk voor het gepeupel en het is een heerlijke oase middenin de drukke stad. Rond het roeimeertje wemelt het van de jongleurs, Disneyfiguren en muzikanten, maar als je even verder het park in loopt heb je de ruimte en kunnen de kinderen lekker in een speeltuin spelen.

Als je er echt even uit wilt met de kids, kun je de metro of stoeltjeslift nemen naar Casa de Campo, waar een attractiepark is dat tot tien uur ’s avonds open is en in het weekend zelfs tot middernacht. Er is ook een leuke dierentuin, met een aquarium en verschillende dierenshows. Andere leuke tips voor een dagje eropuit met de kinderen zijn het Teatro Circo Price waar heel het jaar circusvoorstellingen worden gehouden. Mijn kinderen vonden ook het spoorwegmuseum erg leuk en het Museo Tiflológico. Dit is opgezet met geld van de blindenloterij. Visueel gehandicapten kunnen hier maquettes aanraken van beroemde monumenten, van de Sagrada Familia tot de Eiffeltoren.’

Lopen waar Lope liep

Vaste prik tijdens een bezoek aan Madrid is een terrasje pikken op het Plaza Santa Ana. Dit plein werd in de negentiende eeuw aangelegd door José Bonaparte (de broer van) die begin 19e eeuw de scepter zwaaide in Spanje. Hij werd ook wel ‘el rey plazuelas’ (pleintjeskoning) genoemd, omdat hij overal huizen, kerken en kloosters liet slopen om meer licht in de stad te brengen. De Cervecería Alemana, die al ruim een eeuw bestaat, is een waar instituut. Hier kwamen beroemde gasten als Ernest Hemingway over de vloer. Hemingway is trouwens niet de enige illustere schrijver die hier heeft rondgelopen. Ook Lope de Vega en Cervantes, twee van Spanjes beroemdste schrijvers, lieten hier hun sporen na. De driehoek tussen het Plaza Santa Ana, de Calle de Atocha en het Prado wordt daarom ook wel de Barrio de las Letras (de Wijk der Letteren) genoemd. Cervantes stierf volgens de overlevering op de hoek van de straat die nu zijn naam draagt en de Calle de León. Curieus is dat hij op precies dezelfde dag zijn laatste adem uitblies als de grootste Britse schrijver William Shakespeare. Op 23 april 1616. Dat vond de UNESCO zo opmerkelijk dat die datum is uitgeroepen tot de Dag van het Boek. Sandra: ‘Het leuke van dit wijkje is dat iedereen er komt, toeristen én Madrilenen. Het Plaza Santa Ana is altijd leuk, ook met kinderen want er is een speeltuintje. In de omliggende straten zijn ook allemaal leuke barretjes, maar in de zomer speelt het leven zich hier vooral op straat af. Wij lopen vaak van kroeg tot kroeg en ontdekken steeds weer andere lekkere tapas. Pas echt gezellig wordt het laat in de avond, zo na elven.’

Dit artikel verscheen eerder in ESPANJE! (nummer 3, jaargang 2012) en werd geschreven door Marjan Terpstra.

Oefen je Spaans met deze samenvatting over de fantastische musea en de leuke markten in Madrid.

Lees alle berichten over:

cultuur
Madrid
markten
musea
musea. reizen met kinderen
restaurants
stedentrips