Zo geliefd als Andalusië als regio ook is, met de bekende trekpleisters als Sevilla, Granada, Córdoba en de beroemde pueblos blancos, er valt nog een wereld te ontdekken. Tegenover alle grote publiekstrekkers liggen nog minstens zoveel verscholen pareltjes op je te wachten. Journalist Else Beekman woont in Málaga en selecteerde de zes mooiste vergeten dorpen.

Deze zes juweeltjes zouden zichzelf niet zijn zonder de prachtige omgeving waarin ze te vinden zijn. Allemaal liggen ze op een steenworp afstand van een mooi natuurgebied of gebergte waar je fraai kunt wandelen en fietsen, heerlijk kunt picknicken of schitterende routes kunt rijden met de auto. Stuk voor stuk zijn het ook gebieden waar je in de herfst wordt getrakteerd op een oogstrelend kleurenschouwspel door verkleurende bomen met hier en daar een gezellig oogstfeest ter afwisseling van al het natuurschoon.

Verborgen parel: Alhama de Granada

Dit dorpje op de rand van een spectaculaire kloof in de provincie Granada en vlak bij het natuurgebied Sierras de Tejeda, Almijara y Alhama staat in maar weinig reisgidsen vermeld. Het is met recht een verborgen parel. Niet voor niets raakten meerdere dichters en schrijvers hier door de geschiedenis heen geïnspireerd. Zo beschreef Théophile Gautier het stadje als ‘een arendsnest, hangend vanaf een enorme rots of piek’ en in Andalusisch logboek gaf de Vlaamse schrijver Stefan Brijs recentelijk nog uitgebreid blijk van zijn enthousiasme over het stadje. Je kunt er zelfs net zoals Romeinen en Moren al deden, heerlijk badderen in warm, geneeskrachtig water midden in de natuur. In het historische centrum heeft de gemeente een speciale route binnen het ommuurde middeleeuwse gedeelte uitgezet. Deze leidt je langs de belangrijkste monumenten, waar Alhama er opvallend veel van heeft. Je kunt het best beginnen bij Plaza de la Constitución in het centrum. Bestel daar iets te eten of drinken bij Bar El Tigre. Deze populaire bar verdiende zelfs een vermelding in de Britse krant The Guardian. Aan het plein ligt meteen het klooster van de orde Carmelitas Calzadas (geschoeide karmelieten), waar nu het gemeentehuis zit, naast de Iglesia del Carmen. Een harmonieus, zandkleurig geheel van gebouwen waarachter je direct een schitterend zicht hebt op de kloof met beneden in de diepte de ruïnes van de voormalige meelfabriek. Achter een steenrode muur ligt het kasteel dat op de resten van alcazaba werd gebouwd, een Moorse citadel, en een paar straatjes verder ligt de prachtige Iglesia de la Encarnación aan een pittoresk pleintje. Het leuke van Alhama is dat het totaal niet opgepoetst is. Vervallen hoekjes, afgebladderde verf en nog een ruïne van een oude kerk contrasteren boeiend met de met kiezelsteentjes ingelegde smalle straatjes. Alhama geeft je zo het gevoel dat je het stadje zelf ontdekt. Sla de sensationele, uit de rotsen gehakte ‘duivelstrap’ niet over. Deze leidt je de kloof in, waar je kunt wandelen en de oude meelfabriek kunt bezoeken.

 

Meer informatie: www.turismodealhama.com www.parquesnaturalesandalucia.com

Alhama de Granada

Alhama de Granada

 

Onbedorven minidorpjes: La Taha de Pitres

We blijven in de provincie Granada. Op de zuidflanken van de Sierra Nevada ligt hier het gebied La Alpujarra met de bekende dorpjes Lanjarón, Órgiva, Capileira, Bubión en Trevélez. Veel minder bekend is La Taha de Pitres. Dit bestaat uit zeven piepkleine, beeldschone en toeristisch gezien bijna onbedorven minidorpjes in een idyllische vallei. Een vallei die erg groen is dankzij de ligging tussen de twee smeltwaterrivieren Río Poqueira en Río Trevélez. Deze bevruchten samen met vele bronnen de haast onbegaanbare, rechthoekige akkerlandjes die als traptreden de hoogste bergpieken toegankelijk maken. Samen vormden de gehuchtjes Pitres, Capilerilla, Mecinilla, Atalbéitar, Fondales, Ferreirola en Mecina een administratieve eenheid onder Arabische overheersing. Het hoogste dorpje ligt op 1400 meter en het laagste op 600 meter. Ondanks de opvallende afwezigheid in reisgidsen en reisblogs is hier genoeg te vinden voor een dankbaar bezoek. Naast de bijzondere, nog zeer Arabische architectuur uit vervlogen tijden word je in de omgeving getrakteerd op monumentale kastanjebomen, ijzerhoudende bronnen, eeuwenoude wandelpaden die nooit van koers zijn veranderd, antieke houten bruggen, levende legendes en onbekende bloemen. Voor wat reuring bezoek je de wekelijkse vrijdagmarkt in het iets grotere Pitres, drink je een biertje bij een van de barretjes op een schaduwrijk kabouterterrasje of verbaas je je over het hoogteverschil in het laagstgelegen dorpje Fondales. Je kunt van dorp naar dorp wandelen zonder ooit asfalt te betreden.

www.lataha.es/pitres

 

Canadees groen: Cazorla

Cazorla ligt spectaculair tegen een helling waarachter het nationale park Sierras de Cazorla, Segura y las Villas begint. Het bergdorp heeft vanaf zijn verheven positie een eindeloos zicht over de zee van olijfbomen, die zo typerend zijn voor de provincie Jaén. Bij benadering zou je ook niet zeggen dat het dorpje de toegangspoort vormt tot spectaculaire natuur die je je eerder in Canada doet wanen dan in Andalusië. Dankzij ruim vijftig bronnen en fonteinen ziet alles in en rond Cazorla er on-Andalusisch smeuïg en groen uit. Belangrijk voor het dorp zijn de overblijfselen van de rennaissancistische Santa María-kerk uit de 16e eeuw, waar nu de toeristeninformatie in huist. Deze werd boven de rivier Cerezuela gebouwd, die hiertoe gekanaliseerd werd. De kerk werd grotendeels verwoest tijdens hevig noodweer in 1694. De ondergrondse gewelven die de kerk met het Plaza de Santa María verbinden, zijn met een gids te bezoeken. Hoog boven de witte huizen uit en voor de ruige rotsen achter Cazorla torent het fort Castillo de la Yedra. De bouw begon onder Moorse overheersing en werd door christenen voltooid. Binnen vind je het museum van de kunsten en oude gebruiken van het gebied. Cazorla is een aaneenschakeling van charmante straatjes, bebloempotte balkons, prachtige doorkijkjes, gezellige pleintjes en historische fonteinen. Op het Plaza de la Constitución zitten barretjes en de ijszaak Tentaciones, die heerlijk huisgemaakt schepijs verkoopt. Probeer ook het lokale gerecht rin-ran in Mesón Don Chema, een soort stampotje van aardappel, gedroogde rode paprika’s, olijven en ui gegarneerd met een gekookt ei. In het nationale park kun je eindeloos wandelen, outdoorsporten beoefenen en vergeet ook niet de oorsprong van Andalusiës grootste rivier de Guadalquivir te bezoeken.

www.turismoencazorla.com

Cazorla

Cazorla

 

Spectaculair fort: Baños de la Encina

Nog steeds in de provincie Jaén, maar dan helemaal in het noorden aan de grens met de provincie Ciudad Real, ligt het kleine dorpje Baños de la Encina omringd door de ongerepte natuur van de Sierra de Andújar en de Sierra Morena. Hier leven nog Iberische lynxen in het wild. Het dorpje met een monumentaal historisch centrum is een goed vertrekpunt voor wandelingen door het natuurgebied, maar staat zelf op de kaart omdat je er het best bewaarde Moorse fort van Spanje vindt. Dit torent hoog boven de bebouwing uit. Castillo de Burgalimar stamt uit de 10e eeuw. De lange muur met veertien torens staat nog vrijwel helemaal overeind. De vijftiende toren, de Torre del Homenaje, werd er door de christenen aan toegevoegd. Via uiterst pittoreske straatjes bedekt met hobbelkeitjes – de auto past er bijna niet door – kom je aan bij het kasteel. Mocht je er niet meer in kunnen, dan is een wandeling eromheen ook al prachtig vanwege het indrukwekkende zicht op het stuwmeer van Rumblar. Hier kun je kajakken en zwemmen bij het strand Playa del Tamujoso. Je zit er dan wel niet op zand, maar op warme dagen is het er goed uit te houden en opvallend rustig. De goed bewaarde stadspaleizen, het barokke klooster en de gotische kerk in het dorpje maken duidelijk dat het leven hier door de geschiedenis heen erg goed moet zijn geweest. Heb je honger, schuif dan aan bij El Olivar de Guzmanes in Calle Trinidad, met bijzondere lokale gerechten, waaronder veel wild.

www.banosdelaencina.es

 

Hangende rotsen: Setenil de las Bodegas

In dit kleine dorp 18 kilometer ten noorden van Ronda in de provincie Cádiz is de schaduw op een terrasje niet te danken aan een parasol of afdak, maar aan een grote over de straat hangende rots. Je moet niet claustrofobisch zijn als je Setenil de las Bodegas wilt bezoeken. Het is half in en rond reusachtige zandstenen rotsen gebouwd langs een kloof die door de rivier de Guadalporcún door de eeuwen heen werd uitgesleten. De kloof is hier en daar wel vijftig meter diep. Op het eerste oog zie je een pueblo blanco, een wit dorp, maar als je beter kijkt besef je dat je in sommige straatjes slechts gevels ziet. De rest van de woningen verdwijnt in de rotsen. De rotswand bij de rivier de Guadalporcún, die door het dorpje stroomt, lijkt eerder op een wat vreemde flat, met ramen. De woningen worden hier abrigo de las rocas genoemd: de jas van de rotsen. Parkeer je auto gelijk bij aankomst in het dorp, want de nauwe straatjes lenen zich niet voor een rondrit. Vanaf het gezellige Plaza de Andalucía met twee leuke terrasjes wandel je naar het historische centrum, ofwel ‘La Villa’. Het lijkt onmogelijk in Setenil te wonen als je langer dan 1,60 meter bent, zo piepklein zijn de huizen en zo laag zijn de deuren. Vanaf rivierniveau kun je met een lange trap naar een plein boven aan de kloof vanwaar je een mooi overzicht hebt over het dorp. Er staat ook een mooi kerkje. Je komt talloze leuke hoekjes tegen met interessante details tussen smalle steegjes met piepkleine balkonnetjes direct aan de rots geplakt. Ooit was Setenil een welvarend dorpje dankzij de handel in wijn afkomstig van de omliggende wijngaarden. Daaraan dankt het de toevoeging ‘de las Bodegas’. Sla vooral de straten Cuevas del Sol en Cuevas de la Sombra niet over. De eerste ligt op het zuiden en in de tweede is er altijd schaduw. Heerlijk als je het dorp in de hete zomer bezoekt. Bestel een lekker tapaatje in La Tasca in Cuevas del Sol, dan zit je direct onder zo’n over de straat hangende rots.

www.setenil.com

Setenil de las Bodegas

Setenil de las Bodegas

Oogstrelend mooi: Zahara de la Sierra

Je zou Zahara de la Sierra alleen al moeten bezoeken vanwege het gebied waarin het ligt. De Sierra de Grazalema, door Unesco tot biosfeerreservaat bestempeld, is oogstrelend mooi. Voor Andalusische begrippen regent het in dit gebied relatief vaak, dus is het er aangenaam groen. Al van ver zie je het dorp liggen, tegen een ruige rots aangeplakt die wordt bekroond door de vierkante toren van het Moorse Nasriden-kasteel dat eeuwenlang de wacht hield. Een groene kraag van bomen scheidt het kasteel en de bergtop van de sliert witte huisjes eronder. Ook hier gezellige smalle straatjes, uiterst knusse barretjes en een adembenemend zicht op het lagergelegen turkooisen stuwmeer. Het dorpje werd vernoemd naar de enorme rots – ‘zahara’ in het Arabisch – waartegen het werd gebouwd. Zahara lag lang op de grens tussen het Moorse en christelijke rijk en het kasteel moest Ronda en Málaga beschermen tegen de aanvallen van de christenen. Wandel zeker naar het kasteel, dat op de weg erheen, net boven het dorp, een bezoekerscentrum met een klein museum heeft. De ruïnes zelf zijn niet spectaculair, het uitzicht daarentegen wel en helemaal als de zon ondergaat! In Zahara zelf, met een tot werelderfgoed verklaard centrum, is het dankbaar slenteren met trapsteegjes, smalle straatjes en fraaie, zeer fotogenieke doorkijkjes als heuse schilderijen. Vlak bij Zahara ligt het Arroyomolinos-recreatiegebied. Neem hier een verfrissende duik in het kunstmatige meertje La Playita, houd er een picknick of eet iets op het terras van de bar.

www.zaharadelasierra.es

Dit artikel verscheen eerder in ESPANJE! Magazine. Hier kun je recente edities bestellen. Of neem een abonnement en laat je verrassen.

 

bestelknop