Pittoreske vissersdorpen, verlaten baaien, culinaire hoogstandjes, surrealistische kunst, ongerepte natuur, fiets -en wandelroutes, majestueuze bouwwerken en niet te vergeten die altijd fantastische rotsachtige kust die uitkijkt op de Middellandse Zee. Annebeth Vis woont al 22 jaar in Barcelona en de Costa Brava is haar ‘achtertuin’. In editie 2 2024 van ESPANJE! deelt ze deze tips voor een onvergetelijk verblijf. Je kunt deze editie hier bestellen.

Terug in de tijd in Tossa de Mar

De Franse schilder Marc Chagall noemde Tossa de Mar het ‘blauwe paradijs’. In de 13e-eeuwse vila vella, die er schilderachtig bij ligt op de kaap van Tossa, lijkt het of de tijd heeft stilgestaan. Ik vind het net een openluchtmuseum. Hiervandaan is het uitzicht op de Middellandse Zee spectaculair. Het is de enige middeleeuwse vesting aan de Costa Brava die bewaard is gebleven. Ook de directe omgeving van Tossa de Mar, met z’n prachtige rotsen en verscholen baaien, is de moeite waard. Vanuit Barcelona gaat een directe bus naar Tossa de Mar.

Naar het strand in Tamariu, Llafranc en Calella de Palafrugell

Tamariu, Llafranc en Calella de Palafrugell zijn drie pareltjes aan zee ten zuiden van Begur, die ondanks het toegenomen toerisme hun charme hebben weten te behouden. Favoriet voor een dagje strand. Verscholen tussen de pijnboombossen, de rotsachtige kust en de azuurblauwe Middellandse Zee, is dit badplaatsentrio bijzonder populair bij rijke Catalanen en mensen zoals ik, die wel houden van een vleugje Côte d’Azur-gevoel op z’n tijd. Je komt er authentieke vissershutten tegen, maar ook decadente villa’s. Ook een geweldige omgeving om te wandelen trouwens.

Dwalen door het schilderachtige Cadaqués

Cadaqués was ooit mijn allereerste kennismaking met de Costa Brava. Ik ben er nog vele malen teruggekomen. Dit vissersdorp was favoriet bij Salvador Dalí en zodra je hier aankomt, begrijp je waarom. Dwaal over de geplaveide straten langs kalkwitte huizen door het historische centrum richting de baai waar vissersboten liggen te dobberen. Wedden dat je niet meer weg wilt? Breng ook meteen een bezoek aan het nabijgelegen Portlligat, waar je het voormalige optrekje van Dalí kunt bezoeken. Hij toverde een paar oude vissershutten om tot excentrieke woning. Erg bijzonder om te zien. Wel van tevoren reserveren.

Eten met je voeten in het zand

En nu je er toch bent, kun je net zo goed via de carretera de Cap de Creus naar het meest oostelijke punt van Spanje. Hier staat de vuurtoren van Cap de Creus. Het bizarre landschap van dit beschermde natuurgebied is ontstaan door de harde wind die hier kan waaien, de ‘tramontana’, en de verwerende werking van de zee. Het is wat mij betreft ook letterlijk de beste plek om uit te waaien, zo midden in de natuur. Rijd daarna door naar de baai Cala Joncols voor misschien wel de meest idyllische strandtent van de hele Costa Brava: Xiringuito Cala Joncols. Zorg dat je reserveert als je hier – met uitzicht op zee – een hapje wil eten. Er zit trouwens ook een hotel.

In de voetsporen van middeleeuwse kustwachters

Camí de Ronda is een geweldig wandelpad van maar liefst 200 kilometer langs de grillige kustlijn van de Costa Brava. Je geniet van panoramische vergezichten over de Middellandse Zee en pittoreske vissersdorpjes, terwijl je over smalle paden langs steile kliffen loopt. Voor een kortere wandelervaring kun je ervoor kiezen om een deel van het pad te bewandelen. Vanuit Barcelona neem ik graag de trein en aansluitend bus naar Lloret de Mar om het kustpad tot aan Blanes te lopen. Een bijzonder mooie hike. En vanuit Blanes ben je zo met de trein weer terug in Barcelona.

Digitaal verder lezen? Klik dan hier en download het artikel.

 

Minigids costa Brava ESPANJE