Hoewel er in Granada veel te beleven is, zijn er ook dingen die je vooral níet moet doen. In dit artikel geeft onze ‘local’ Jasper je een paar tips zodat je goed voorbereid de stad ingaat en niet in toeristische valkuilen trapt.

In augustus gaan

Van plan in augustus naar Granada te gaan? Daar wil je misschien nog eens over nadenken. Want het wordt warm. Erg warm. Overdag is een temperatuur van 40 graden normaal en ’s avonds koelt het nauwelijks af. En om met dit soort temperaturen door de stad te sjokken of een berg in de buurt te beklimmen is niet aan te raden. Wat er ook nog eens bij komt kijken is dat men in Spanje dit weet. Ze sluiten hun winkels en restaurants tussen juli en september. De stad is verlaten. De beste maanden om naar Granada te gaan zijn september/oktober om iets van de nazomer mee te pikken of anders april/mei, om de stad te zien opleven in de lente.

Lees ook: de 10 beste hotels van Granada

Alleen het Alhambra bezoeken

Het middeleeuwse fort en het paleis met zijn tuinen is dé toeristische trekpleister van Granada. Helaas blijft het voor veel toeristen bij een bezoek aan het Alhambra. En dat is zonde. Granada heeft veel meer te bieden. Zo kun je de klim maken naar ‘San Miguel Alto’, het hoogste uitkijkpunt in de omgeving. Ik raad je aan om daar tegen het vallen van de avond naar toe te gaan en te zien hoe de stad oplicht.

Lees ook: Alles over het Alhambra (tickets, info en tips)

San Miguel Alto Granada

De berg San Miguel Alto

Steeds het ‘Plaza de Bib-Rambla’ neerploffen

Het is makkelijk om op een terras te gaan zitten waar de menukaart ook in het Engels is, zeker in een stad die verder zo Spaans is. Zoals het geval is op elk terras op La plaza de Bib-Rambla. De prijzen zijn echter hoog en van lage kwaliteit. Loop vooral iets verder en ga naar Bar de Fede of Bar de Eric, of ga zitten op een willekeurig terras op het Plaza de la Universidad en bestel daar een tostada con jamón y queso y un café con leche om iets van het Spaanse ontbijtleven mee te maken: mensen die de ochtendpauze gebruiken om te ontbijten met hun collega’s, studenten die tussen colleges door een koffie drinken op het terras.

Alleen maar vriendelijke locals verwachten

De mensen in Granada staan bekend om hun ‘malafollá’: ze zijn openlijk ongeduldig en geheel bereid om je af te snauwen. Het ligt niet aan je Spaans of aan het feit dat je buitenlander bent, iedereen wordt zo behandeld. Obers tikken rusteloos met hun voet terwijl ze je bestelling opnemen en zuchten als ze je iets van het menu moeten uitleggen. Neem het ze niet kwalijk, dit is nu eenmaal hoe het is in Granada.

Van de sinaasappels in de straat eten

Zo nu en dan zal je in Granada op straat een sinaasappelboom tegenkomen waar de sinaasappels rijp zijn en de perfecte snack lijken te zijn voor een warme middag. Maak niet de fout om de sinaasappel te plukken en maak vooral niet de nog ergere fout om deze ook open te maken en op te eten. Het is niet illegaal. Het is geen verboden vrucht. Ze zijn gewoonweg vies en niet bedoeld om op te eten. Dit geldt trouwens ook voor de meeste sinaasappelbomen in andere Spaanse steden.

Lees ook: Jasper tipt – in de voetsporen van Don Quichot

Jasper Losekoot is afgestudeerd in Spaanse Taal en Cultuur en verbleef een jaar in Granada. Inmiddels woont hij weer in Nederland, maar hij reist regelmatig naar Castilla-La Mancha, waar zijn schoonfamilie woont.