Tarjeta o efectivo, dat is de standaardvraag wanneer je in Spanje bij de supermarkt wilt betalen: pinpas of contant? Alleen al hieraan merk je dat met pin betalen in Spanje nog minder gebruikelijk is dan in Nederland en België, zoals ook blijkt uit onderzoek. Terwijl in Nederland nog 20 procent van de betalingen aan de toonbank contant gebeurt, is in Spanje contant geld bij 65 procent van de bevolking het populairste betaalmiddel. Dit blijkt uit de Estudio sobre hábitos en el uso del efectivo 2023 van de Banco de España over het gebruik van contant geld in 2023.

Na contant geld is de pinpas het meest populair, gevolgd door de telefoon met 10%. Echter, deze laatste methode groeit het snelst, aangezien in het onderzoek van 2022 slechts 7% van de ondervraagden het gebruikte.

Betalen met euro in spanje

Spaanse jongeren betalen vaker met pin

Het rapport laat zien dat leeftijd en opleidingsniveau nog steeds belangrijke factoren zijn bij het bepalen van de betaalmethoden. Wat betreft leeftijd zijn mensen ouder dan 54 jaar het meest geneigd om dagelijks contant geld te gebruiken (meer dan 70%). Fysiek geld is eigenlijk de meest voorkomende methode in alle leeftijdsgroepen, behalve in de leeftijdsgroep tussen 25 en 34 jaar, waar de pinpas iets populairder is (47% tegenover 46%). De mobiele telefoon wordt het minst gebruikt op elke leeftijd, maar tussen 18 en 24 jaar bereikt het de hoogste populariteit: 26%, bijna gelijk aan de pinpas die een 30% gebruik heeft onder de jongere generaties.

Gemak en gewoonte

Het onderzoek kijkt ook naar het gebruik van betaalmethoden per opleidingsniveau. Burgers met weinig scholing gebruiken het meest contant geld, terwijl pinpassen en mobiele telefoons in populariteit toenemen naarmate het opleidingsniveau stijgt (hoewel fysiek geld nog steeds de overhand heeft in alle groepen). Volgens het onderzoek gebruiken Spanjaarden contant geld vanwege het gemak, uit gewoonte en om de uitgaven beter te kunnen beheren. Aan de andere kant worden gemak en snelheid het vaakst genoemd als redenen voor het gebruik van kaarten en mobiele apparaten. De bank verwacht op korte termijn geen grote veranderingen in het gebruik van contant geld in Spanje. Zo denkt tweederde van de ondervraagden dat het gebruik van contant geld over een jaar vergelijkbaar zal zijn met dat van nu, hoewel dit gevoel varieert afhankelijk van de leeftijd van de persoon. 39% van de burgers jonger dan 35 jaar denkt dat het gebruik van fysiek geld zal afnemen. Echter, slechts 16% denkt dat ze minder contant zullen betalen.

Contant geld meest geaccepteerd in Spanje

Contant geld is het enige betaalmiddel voor circa één miljoen mensen in Spanje, met name in kleine dorpen in het Spaanse binnenland waar geen geldautomaten en bankfilialen zijn. Contant geld wordt nog steeds geaccepteerd in bijna alle kleine winkels en horecagelegenheden, terwijl de kaart en mobiele apparaten worden geaccepteerd in respectievelijk 89% en 78% van de zaken. De belangrijkste manier waarop burgers aan contant geld komen is via de pinautomaat. Driekwart van de ondervraagden zegt naar een bankkantoor te gaan om contant geld op te nemen. Volgens het rapport heeft acht op de tien ondervraagden binnen een kilometer van hun huis de mogelijkheid om contant geld op te nemen.

Spanjaarden voelen niets voor digitale euro

Uit onderzoek blijkt ook dat 65% van de Spanjaarden niets voelt voor de invoering van de digitale euro. Hoewel de Banco de España de mogelijke invoering van een digitale euro omarmt, ziet de bevolking daar weinig in, aldus dit artikel. Uit een onderzoek van Ipsos blijkt dat slechts 20% van het algemene publiek bekend was met het bestaan van een “digitale euro”. Het percentage onder kleine ondernemers is ongeveer hetzelfde: 23%. Van de ondervraagden zei 65% dat ze de digitale euro niet zullen gebruiken. De leeftijdsgroep die het meest enthousiast is over de digitale euro, is die van de jongeren (18-24 jaar): 36% van deze groep verklaarde de munt te zullen gebruiken. Dit percentage neemt geleidelijk af met de leeftijd: 31% tussen 25-34 jaar, 24% tussen 35-44 jaar, 18% tussen 55-64 jaar, en slechts 7% voor degenen ouder dan 65 jaar.