Haar leven is spannender dan veel James Bond films of Spaanse Netflixhits. Toch weten we maar weinig over Tina Modotti, die tijdens de Spaanse Burgeroorlog als een Florence Nightingale gewonde burgers en strijders verpleegde. Was ze ook een spion die de dood van prominente communisten op haar geweten had? En was haar eigen dood een hartaanval of moord?

 Ze is vooral bekend als fotografe en politiek activiste die bevriend was met Frida Kahlo en Diego Rivera. Gelukkig krijgt haar werk steeds meer erkenning met exposities in de VS, Spanje en Nederland. Hoe kwam ze als Italiaanse naaister in Hollywood terecht en vandaar in Mexico, de Sovjetunie en uiteindelijk in Spanje? Het begon allemaal in een stadje in Noord-Italië.

Tinda Modotti

Een armoedige jeugd in Italië

Assunta Adelaide Luigia Modotti werd geboren in Udine op 17 augustus 1896, als tweede van zes kinderen. Haar vader Giuseppe werkte als metselaar vaak voor lange periodes in Oostenrijk waar hij socialistische ideeën kreeg. Een van Tina’s meest levendige jeugdherinneringen was de grote 1 mei-demonstratie: een zee van hoofden en rode vlaggen, gezien vanaf de schouders van haar vader. Toen de Modotti’s terugkeerden naar Udine, was Tina negen jaar oud. Haar belangrijkste zorgen waren nog steeds dezelfde: eten vinden voor het avondeten en brandhout om hun armoedige huis te verwarmen. Ze verliet de school na de derde klas en hielp haar moeder als naaister. Toen ze twaalf was ging ze zelf als naaister in de fabriek werken. Haar zus Yolanda herinnerde zich haar vanaf dat moment als iemand met een verdrietig gezicht en een berustende blik. Ze klaagde echter nooit over het gebrek aan voedsel of de kou.

Van de fabriek naar het toneel

Het was in deze tijd dat Giuseppe Modotti besloot om naar de Verenigde Staten te gaan, een logische stap voor veel Italiaanse arbeiders in die tijd. Hij kwam aan in San Francisco met zijn oudste dochter Mercedes, en aanvaardde elk werk dat hij maar kon vinden. Als hij maar genoeg geld kon sparen om de rest van zijn gezin te laten overkomen. In 1913 vertrok Tina als zeventienjarig meisje alleen op een vrachtschip vol emigranten. In San Francisco vond ze meteen werk in een textielfabriek. De stad was in die tijd een artistiek en politiek broeinest. Modotti sloot zich aan bij een theatergroep in de Italiaanse wijk van San Francisco. Ze stopte met haar werk in de fabriek en onderhield zichzelf door thuis te werken als naaister. Hierdoor had ze meer tijd om toneel te spelen. Op het podium leek ze te transformeren van een verlegen, somber meisje in een femme fatale. Bij de Pan-Pacific International Exhibition ontmoette Tina de schilder en dichter Roubaix de l’Abrie Richey, bij iedereen bekend als Robo die in Los Angeles woonde. Hij werd verliefd op de droevige schoonheid van Modotti en haar ondoorgrondelijke karakter. Twee jaar gingen voorbij voordat Modotti besloot om de Italiaanse wijk in San Francisco achter zich te laten en te trouwen met Robo. Hun enorme huis in Los Angeles werd een ontmoetingsplaats voor kunstenaars en schrijvers die discussieerden over socialisme en revolutie, seksuele vrijheid en individuele onafhankelijkheid.

 

De ontdekking van de fotografie

Modotti werd zich steeds bewuster van haar eigen schoonheid en de fascinatie die ze teweegbracht bij iedereen die bij haar in de buurt was. Hollywood lag aan haar voeten en Modotti was verbaasd hoe gemakkelijk daar deuren voor haar opengingen. Ze kreeg rollen aangeboden als femme fatale en voluptueuze minnares. In 1920 maakte ze verschillende films; in een daarvan verscheen ze naakt, gehuld in een sluier die één borst bloot liet. Hoewel ze deze periode niet betreurde, keek ze er later niet trots op terug. Als ze al naar de beelden keek was het om erom te lachen met haar vrienden. Nadat Modotti was gestopt met acteren ontdekte ze de fotografie via Edward Weston. Modotti poseerde voor hem en stelde tegelijkertijd vragen en observeerde, geen enkel woord missend tijdens de dagen die ze samen met hem doorbracht. Zo veroverde ze het hart van de fotograaf. Net als Modotti had hij de dagelijkse strijd tegen armoede zelf ondervonden.

Vriendschap met Frida Kahlo en Diego Rivera

Maar het was Robo die de weg naar Mexico ontdekte, dat hij zag als een land van extremen en een paradijs voor creativiteit. ‘Kun je je voorstellen dat er een kunstschool is waar alles gratis is voor iedereen.’, schreef hij aan Weston. ‘Mexicanen en buitenlanders – collegegeld-verblijf-kamer-verf-doek-modellen – alles gratis – Geen toelatingsexamen – Als men wil studeren, is dat de enige vereiste. Na tien jaar oorlog en onrust is het geweldig om te zien wat hier wordt gedaan.’ Hij had al afgesproken met Modotti dat ze elkaar weer zouden zien in Mexico. Maar terwijl ze onderweg was, op 9 februari 1922, kreeg Robo plotseling zeer hoge koorts, waarschijnlijk als gevolg van de pokken, en stierf. Een jaar later verhuisde ze samen met Weston naar Mexico-Stad, waar ze een portretstudio openden. Ze werd lid van de Communistische Partij en raakte bevriend met Diego Rivera, Frida Kahlo en de communistische leiders van die tijd. Al snel werd Tina Modotti een gewaardeerde fotograaf. Ze maakte foto’s van de muurschilderingen van Diego Rivera en José Clemente Orozco en legde het leven van inheemse volkeren en Mexicaanse arbeiders vast.

Julio-Antonio-Mella

Portret van Julio Mella

Mysterieuze moord op minnaar

Intussen werd er om haar hart gestreden in het Mexicaanse kunstenaarsmilieu. Een strijd die uiteindelijk werd gewonnen door de eveneens uit Italië afkomstige Vittorio Vidali die werkte als agent van de Communistische Internationale voor Latijns-Amerika. Hij vertrouwde haar de leiding toe over de Mexicaanse afdeling van de Internationale Rode Hulp, zeg maar het Rode Kruis van de Komintern. Tina steunde de strijd van de Sandinisten in Nicaragua en van de Cubaanse studenten. In 1928 ontmoette ze de knappe Julio Antonio Mella, een Cubaanse revolutionair die een held was onder andere Latijns-Amerikaanse radicalen. Het jaar daarop werd Mella vermoord toen hij naar huis liep met Modotti aan zijn zijde. Haar foto van zijn typemachine, zijn instrument om zijn overtuigingen vast te leggen, is een symbolisch portret van Mella’s leven en werk. Op de foto zou te zien dat hij een tekst had overgetikt van Trotski, de grootste vijand van Stalin in die tijd. Tina werd ervan beschuldigd medeplichtig te zijn aan de misdaad, een zaak die destijds breed in de Mexicaanse pers werd uitgemeten. Er werden zelfs naaktfoto’s van haar gepubliceerde die door Edward Weston waren gemaakt in een poging de publieke opinie tegen haar te mobiliseren. Muralist Diego Rivera verdedigde haar met verve  en zei dat de Mexicaanse regering probeerde om haar erin te luizen. Ondanks dat ze na een steuncampagne zonder aanklacht werd vrijgelaten, werd ze in 1930 het land uitgezet. Wie achter de moord op Mella zit is nooit opgehelderd. Waren het de Cubanen, de Russen of misschien was het het werk van Moskou’s vertegenwoordiger Vittorio Vidali zelf? Voor Modotti eigen betrokkenheid waren geen aanwijzingen. Wel was zeker dat ze een fanatiek lid was van de Komintern. Toen haar vriend en ex-minnaar Diego Rivera een half jaar na de dood van Mella uit de partij werd gezet omdat hij Trotski steunde, noemde Modotti hem een ‘verrader’. Hoe het ook zij, Modotti zou uiteindelijk bijna elf jaar het leven delen met de man die mogelijk haar minnaar liet vermoorden.

De typemachine van Julio Mella

Via Moskou naar Madrid

In januari 1931 vertrokken Modotti en Vidali samen naar de Sovjetunie. Ze werd er een vooraanstaand lid van het uitvoerend comité van de Internationale Rode Hulp. In Parijs leidde ze samen met Vidali het Westeuropese bureau van deze organisatie. Later kreeg ze in Spanje de Spaanse afdeling onder haar hoede, waar ze onder de naam María Sánchez opereerde. Vidali gaf in die tijd onder de naam Carlos Contreras leiding aan de Spaanse partijmilitie in de strijd tegen Franco. Hij zou daar zeer koelbloedig te werk zijn gegaan. Volgens Herbert Matthews, de New York Times-correspondent in Spanje, ondervroeg hij ’s nachts in de gevangenis arrestanten. Als hij, zoals meestal gebeurde, vermoedde dat ze tot de vijfde colonne behoorden, schoot hij ze door het hoofd met zijn revolver. Volgens betrouwbare bronnen zou hij ook achter de verdwijning zitten van de Spaanse politicus Andrès Nin, de voorzitter van het linkse POUM.

Zorg voor La Pasionaria en oorlogskinderen

Een portret van Vidali gemaakt door Modotti

In Madrid werkte Tina als een soort Florence Nightingale in het Hospital de Jornaleros de Maudes, het ziekenhuis van de Volksmilities. Daar verpleegde ze belangrijke revolutionaire kopstukken zoals de Spaanse communiste Dolores Ibárruri, alias La Pasionaria, die was opgenomen met hepatitis. Toen Madrid dreigde te vallen, verhuisde ze naar Valencia. In februari 1937 sloot ze zich aan bij de Canadese arts Norman Bethune om hulp te verlenen aan de slachtoffers van La Desbandá. Bij dit bloedbad onder 150.000 vluchtelingen die van Málaga naar Almería trokken en werden gemitrailleerd en gebombardeerd door Italiaanse vliegtuigen en Franco-oorlogsschepen, vielen bijna 5.000 doden. Wat Tina Modotti in Almería en op weg naar Málaga zag, heeft haar manier van denken vermoedelijk diepgaand veranderd. Met haar inzet voorkomt ze een nog grotere sterfte onder de mensen die de bommen, uitputting en honger hebben overleefd. Na deze ervaringen in Almería stelt Modotti zich een nieuw doel: kinderen redden uit de wrede oorlog die in Spanje wordt gevoerd met behulp van Duitse en Italiaanse wapentuig. Samen met andere verpleegsters organiseert ze evacuaties per schip naar de Sovjetunie. Maar het net sluit zich steeds verder rond de Republikeinen.

De plotselinge dood van Modotti

Modotti geeft niet op en is uiteindelijk een van de laatsten die de Franse grens oversteken na de val van Barcelona, in januari 1939. Samen met Vidali keert ze onder pseudoniem terug naar Mexico. Daar sterft ze drie jaar later in een taxi. Officieel aan een hartaanval, maar er gaan ook geruchten dat ze vergiftigd is. Nadat hij over haar dood had gehoord, suggereerde Diego Rivera dat Vidali erachter zat omdat ze ‘te veel wist’ over zijn activiteiten. In Spanje zou Tina Modotti tegen brigadecommandant Valentín González, die besloot Vidali niet te vermoorden, hebben gezegd: ‘Je had hem moeten doodschieten, ik haat hem. Maar ik moet hem volgen tot ik sterf.’ Dat gebeurde op 5 januari 1942, Tina was slechts 45 jaar oud.

 

In Foam in Amsterdam is t/m 31 januari 2024 een expositie van het werk van Tina Modotti