Fuerteventura

Fuerteventura was ooit het ballingsoord van de kritische meester der letteren Miguel de Unamuno. Nu is het eiland voor de Afrikaanse kust een paradijs voor windsurfers en een uitdaging voor fietsers die houden van een niet-alledaags decor.

Vanaf de boot blinkt het zand van het parque natural ten westen van Corralejo ons tegemoet. Op het fietspad wanen we ons in de Sahara aan zee. Feitelijk is dit ook een stukje van deze woestijn, want het zand is over de zee vanuit de Sahara over komen waaien. Corralejo zelf blijkt een levendig stadje, maar als we achter het busstation het pad Charco de Bristol opgaan, rollen onze wielen in een lege ruimte van ruwe zwarte lava met grillige vormen. De beelden van de astronauten die dansend voor het eerst hun voeten op de maan zetten doemen bij ons op. Ook wij doen een dansje, want onze tweewielers bonken op het pad van wasbordkwaliteit. Dit is geen weggetje voor hoge snelheden, maar zoevend asfalt past niet in dit decor. Tegen het inktzwarte gesteente spatten de witte koppen van de door een stevige wind opgedreven oceaangolven uiteen. Aan de overzijde van het water pronken Lanzarote en de kegel van de uitgedoofde vulkaan van het kleine eilandje Isla de Lobos. Het eilandje dankt zijn naam aan de zeewolven. De kolonie robben is al enkele eeuwen terug geheel verdwenen in de magen van Spaanse soldaten.

Lees meer: 7 x de Canarische Eilanden

Verse vis op tafel

Het landschap verandert: er komt meer zand en ruwe, rode aarde met zwerfkeien. Bij een beschutte baai staat een eenzaam en aftands vissershuis. Meer authentieke huizen staan er in het afgelegen vissersdorp Majanicho, dat Zuid-Amerikaans aandoet. De stranden worden breder en de baaien talrijker. Regelmatig zijn stukjes van ons pad nu bedekt met een rulle zandlaag. Deze stranden en ruwe zee maken de Suerte de Las Palmas tot een waar paradijs voor windsurfers. Precies op de punt van het eiland beklimmen we de vuurtoren Faro del Tostón. In het gebouw geeft een museum een overzicht van de traditionele visserij. Dat het leven van de vissers zwaar was, beelden ook de kunstwerken op de Muelle de Pescadores van Cotillo op indringende wijze uit. De vissersvrouw die tevergeefs over zee uitkijkt naar de thuiskomst van haar man heeft geen nadere uitleg nodig. Er meren geen vissersboten meer aan, maar aan de kade zijn wel vijf visrestaurants die een competitie voeren om de meest verse vangst op tafel. Het haventje lijkt model te hebben gestaan voor talrijke schilderwerken van pittoreske vissersplaatsen.

Visgerecht

Geen bruggetjes

Naar Lajares loopt een fietspad met egaal asfalt, maar over de droge rivierbeddingen die we over moeten zijn geen bruggetjes aangelegd. We duiken iedere keer de bedding in en uit. ‘Waarom zouden we bruggen aanleggen? Er staat toch nooit meer water in. Mocht het een keertje flink regenen, dan is het bepaald geen fietsweer,’ verklaart Adey van Visit Fuerteventura. ‘Ooit stond ons eiland vol met bomen, maar die zijn verdwenen door de grootschalige houtkap. Overbegrazing zorgde voor verdere verschraling van het landschap, maar de veehouderij is nu aan banden gelegd. Toch hebben we meer geiten dan inwoners.’ We passeren wat boerenbedrijfjes die door stenen muurtjes van elkaar zijn gescheiden. Als de rust wordt onderbroken door het gekraai van een haan of het gebalk van een ezel is dat een teken dat het bedrijf nog in gebruik is. Nog duidelijker is de hond, die ons vanaf een muurtje tracht af te schrikken. Gelukkig zit het grommende en blaffende beest stevig vast aan een ketting. De eerste molen van een serie die als bakens op de heuvels staan dient zich aan. Ooit verwerkten deze witte reuzen de korenoogst, maar ook hier is het Spaanse graan vergaan. Een ander baken is de hagelwitte Ermita de San Antonio buiten de bebouwde kom van Lajares. Op 13 juni trekt een processie met het beeld van de heilige kindervriend vanaf deze kapel door het landschap. Na deze plechtigheid barst het dorpsfeest voor tien dagen los.

Het huis van de kolonels

Fuerteventura kende tot het begin van de vorige eeuw een militair bestuur. Zo dicht bij de Afrikaanse kust was het Spaanse eiland strategisch van grote betekenis. De bestuurders zetelden in La Casa de los Coroneles in La Oliva. Dit statige huis vormt een scherp contrast met de onderkomens van ruwe stenen zonder enige aankleding waarin de gewone soldaten gehuisvest waren. La Oliva is een plek om even te blijven: voor een koffie bij de kiosk op het plein voor de kerk, maar ook om de opkomst en de teloorgang van de graanteelt te aanschouwen in het graanmuseum La Cilla. Hoe zuidelijker we komen, hoe groener het landschap. Overal ruiken we bloemen. We passeren de Montaña de Tindaya, die door de vroegere bewoners van het eiland als heilig werd beschouwd. Een bezoek aan de berg zou bescherming bieden tegen boze geesten. Pas in de lange afdaling naar de hoofdstad Puerto de Rosario hebben we in de gaten dat we ongemerkt toch een flink stuk geklommen zijn. Door de opkomst van het toerisme is deze ‘haven van de rozenkrans’ de laatste vijftig jaar stormachtig gegroeid van een dromerig plaatsje tot een échte stad met een sfeervol havenfront en de langgerekte Calle León y Castillo, die vanaf de haven naar de hoger gelegen wijken leidt. De militaire betekenis van weleer, voor de kust van Afrika, wordt nog altijd geaccentueerd door de uitgestrekte kazerne midden in de stad. Na het opgeven van de Spaanse Sahara in 1976 was een eenheid van La Legión, het beruchte Spaanse vreemdelingenlegioen, hier twintig jaar gelegerd.

La-Casa-de-los-Coroneles

Afgeschermd van de wind

Het toerisme concentreert zich vooral in het 13 kilometer zuidelijker gelegen Caleta de Fuste. Voordeel is dat het strand rond de baai is afgeschermd van de wind. Met een stevige wind in de rug slingeren we verder op een camino langs de kust. In Salinas del Carmen stond ooit een visverwerkingsfabriek die veel zout nodig had, maar sinds de sluiting van het bedrijf liggen de zoutpannen er ongebruikt bij. Met de opbrengsten van het museum weet men dit stukje geschiedenis in stand te houden. Onze fietstocht brengt ons langs diverse vuurtorens, maar de Faro de la Entallada springt eruit. Op een markant punt krijgen we een soort oriëntaalse tempel in het vizier met in het midden een toren met een soort transparante stoepa. Er volgen nog meer lichtbakens voor de scheepvaart voordat we langs de zandduinen van het zuiden bij de Faro de Punta Jandía op de punt van de voet van Fuerteventura belanden. Restaurante Punta Jandía verwent ons met aan drie kanten uitzicht op de oceaan en met geurige calamares a la plancha con papas arrugadas.

Lees meer: Canarische eilanden

banner abonnement espanje

Dit artikel is eerder verschenen in ESPANJE! (España & más, 5e jaargang, april – juni 2015) en de informatie kan achterhaald zijn. Auteur: Bert Sitters

Transavia en Arkefly vliegen vanuit Nederland op Fuerteventura (rond €300 retour).

Het eiland van ongeveer 100 kilometer lang en gemiddeld 16 kilometer breed heeft inmiddels 450 kilometer fietsroutes. De kwaliteit van het wegdek is wisselend. Er zijn échte fietspaden met asfalt, maar ook caminos. Deze paden hebben over het algemeen een ruwe verharding met ook wel losse stenen. Er valt redelijk op te fietsen. Het landschap is heuvelachtig en je komt weleens een klimmetje tegen: soms is het even pittig. De meeste wegen en paden gaan tussen de vulkanen door. Langs alle fietsroutes staan informatieborden met route-informatie en bezienswaardigheden. Het waait veel op Fuerteventura: voornamelijk vanuit het noordoosten. ’s Morgens is er de minste wind. Houd hier bij het plannen van je route rekening mee. Fietsen kunnen mee in het vliegtuig (€35-40 enkele reis). Wel vooraf reserveren. Fietsen zijn ook overal te huur. www.visitfuerteventura.es

Fietsen op Fuerteventura kan uitstekend gecombineerd worden met een bezoek aan Lanzarote. Met de veerboot vanaf Corralejo op de noordpunt van het eiland is het een halfuur varen naar het buureiland. Er varen diverse rederijen en door aanbiedingen kunnen de prijzen uiteenlopen. Vraag een dag vooraf bij de boekingskantoren aan de haven naar hun tarieven. In februari 2014 schommelden deze tarieven tussen €12 en €30 voor een enkeltje mét fiets.

Tussen alle pizzeria’s, wok-Chinezen en tandoorirestaurants kun je op Fuerteventura ook uitstekend Spaans eten. Uiteraard veel vis. Lokaal vlees is vooral carne de cabra, geitenvlees bereid met onder andere uien, knoflook, rozijnen, amandelen, rozemarijn en volle rode wijn. Aardappelen noemt men hier net als in Latijns-amerika papas. Bij een echt Canarisch gerecht horen papas arrugadas con mojo: kleine aardappeltjes in de schil gekookt met een pikante saus op basis van olie en azijn, met peper, paprika, knoflook, koriander en peterselie. probeer ook queso majorero: een frisse en kruidige geitenkaas.

Op playa del burro in Corralejo vindt ieder jaar begin november het driedaagse Fuerteventura kite Festival plaats. Veel deelnemers aan dit vliegerfestijn komen uit het buitenland. Meer dan 150 vliegers in alle soorten en maten kleuren de lucht. Het festival wordt afgesloten met vuurwerk.

La Caleta Surfhouse in Cotillo

Voor wie iets totaal anders wil dan todo incluido. Een authentiek en sfeervol ingericht huis uit 1880 op een droomplekje aan de Muelle de Pescadores met uitzicht op de haven en de zee. Geniet vanaf het terras van een prachtige zonsondergang. Aan de overzijde van het haventje is het beroemde restaurant La Vaca Azul met dakterras, maar ook bij La Capitana of El Mirador kun je uitstekend dineren.