Wie denkt dat Spanje in de winter overal warm en zonnig is, komt vaak bedrogen uit. In de binnenlanden kunnen dikke pakken sneeuw liggen. Weg prachtige natuur en mooie wandelroutes? Integendeel, voor wie de sneeuwschoenen onderbindt gaat er een nieuwe witte wereld open! En het goede nieuws is, iedere bergwandelaar kan sneeuwschoenwandelen.

Koud. Afzien. Verschrikkelijk zwoegen. En we moesten vast half Spanje door om bij die sneeuw te komen. Dat was een beetje wat ik verwacht had toen mijn vriendin voorstelde dat we ‘een stukje gingen sneeuwschoenwandelen’ (lees: 850 meter klimmen op ongeveer 2000 meter hoogte door een dikke laag sneeuw). Allemaal niet waar. Om te beginnen is de sneeuw al te vinden op anderhalf uur rijden van Madrid. Daar ligt de Sierra de Gredos, een van de delen van het Castiliaanse scheidingsgebergte, dat horizontaal door Castilië loopt. Dit is het Castilië waar je in de zomer, als het kwik tot boven de 40 graden kan stijgen, wegbrandt. Maar in de winter – wie had dat gedacht – ligt er op de bergtoppen een dikke laag sneeuw.

Weerbarstige bergen

Waar de Sierra de Guadarrama de lieflijke lommerrijke huisbergen van Madrid zijn waar in de winter zelfs geskied kan worden, zijn de Gredos ruwer, weerbarstiger, minder uitnodigend. Maar juist daarom mooi, uitdagend, met spectaculaire uitzichten. ‘De Sierra de Gredos. Het dak van Castilië en het stenen hart van Spanje,’ aldus de beroemde schrijver en dichter Miguel de Unamuno. Kortom: een plek om met een heuse expeditie naartoe te gaan. Je verzint het niet, maar nog vier andere mensen hebben zich opgegeven om een dag door de sneeuw te gaan ploegen. We gaan met  een buitensportbedrijf uit de Spaanse hoofdstad. Het zijn allemaal Spanjaarden, sportief en in felle kleuren gekleed voor een dagje buitensport. We ontmoeten elkaar in de buitenwijken van Madrid en rijden gezamenlijk zo’n 170 kilometer naar het westen. Hoe dichter we ons doel naderen, hoe leger het landschap wordt. Het fraai ommuurde stadje Ávila, teruggetrokken achter zijn hoge stadsmuren, passeren we op een afstandje. We gaan de wildernis in. Hier en daar komen we nog door een klein dorpje, maar verder zien we met name eindeloze weidse vlakten.

Op hakken door de sneeuw

En dan bereiken we de Sierra de Gredos. In de bijna 90 duizend hectare die het gebied groot is, wonen amper 20 duizend mensen. Het landschap doet Schots aan: kalige heuvels, die langzaam in steile, welhaast ondoordringbare granieten bergen overgaan. Er staan wat stenen muurtjes om her en der een weide af te bakenen waar wat vee kan grazen. De velden worden in dit seizoen onderbroken door een groot aantal beekjes. Plots stoppen de auto’s op een plek die nog eenzamer lijkt dan alles wat we tot nu toe gezien hebben: ons startpunt. Hier krijgen we onze raquetas aangereikt. Onze wat? Raquetas – zo heten sneeuwschoenen in het Spaans. Het belangrijkste is dat de dingen vrij groot zijn, en je zo dus je hele gewicht over een groot sneeuwoppervlak kan verdelen waardoor je niet (zoals normaal) diep wegzakt in de sneeuw.

De sneeuwschoenen zijn al eeuwenoud: historici schatten dat ze zelfs eerder zijn uitgevonden dan het wiel, door volkeren die evenmin met hun voeten in de sneeuw vast wilden komen zitten. Vooral Noord-Amerikaanse Inuit-volkeren hebben ze door de eeuwen heen geperfectioneerd. De vroegere versie zag eruit als een tennisracket, maar onze sneeuwschoenen zijn moderner, van plastic, en met metalen spikes en een soort inklapbare hak. Je kunt zo in feite ‘op hakken’ de berg oplopen, waardoor de helling minder steil lijkt.

Sneeuwgrens

Onze expeditieleider Ignacio González gaat voorop. Vrienden en bekenden noemen hem ‘Nacho’ (zoals dat wel bij meer Ignacio’s in Spanje gaat) en omdat mensen die meedoen aan een expeditie al snel vrienden worden, noemen wij hem ook zo. Verder bestaat ons team uit Jesús, Rosa – die heel toepasselijk knalroze raquetas heeft aangetrokken – en Gerardo, een oudere man die buitengewoon professioneel oogt en direct stoere verhalen begint te vertellen over zijn diensttijd en zware alpentochten, maar dan wel weer zijn sneeuwschoenen is vergeten. Niet erg, onze expeditieleider is op alles voorbereid.

De sneeuwgrens ligt een eind verderop, dus de eerste kilometers binden we de raquetas als engelenvleugels op onze rug. Zo zetten we de eerste stappen op weg naar ons doel, de top van de Mira, met zijn 2343 meter toch een van de serieuzere toppen van het Gredosgebergte.

Oog in oog met steenbokken

We hoeven gelukkig niet ruim 2000 meter te klimmen: de start is al redelijk op hoogte. Ignacio, met een vrolijk gekleurde hoofdband om zijn hoofd, leidt ons door houten hekken en over stenige paden. Al snel staat hij druk te gebaren en te wijzen. Wij zien niets, alleen maar grote stenen. Plots beweegt er wat: het is een kudde Iberische steenbokken. Samen met de vale gier, de monniksgier en de Almanzor-salamander vormen zij de bijzondere soorten van dit beschermde regionale park. De bokken staan met hun lange horens rustig te grazen in het halfbesneeuwde gebied. Waar zij op de gladde stenen stevig op hun hoeven staan, glijden onze schoenen al weg; het is tijd om de sneeuwschoenen onder te binden.

De eerste pasjes zijn onwennig. Ik voel me net een waggelende eend; raquetas zijn vrij breed en je moet dus een beetje wijdbeens lopen om niet over je eigen voeten te struikelen. Maar na een kwartier is het al alsof je nooit iets anders hebt gedaan. Iedere bergwandelaar kan sneeuwschoenwandelen – en daarmee worden hele gebieden toegankelijk die in de winter anders onbereikbaar waren geweest.

Steenbokken Sierra Gredos

Alle kleuren wit

De lucht is vol wolken en mist, de grond volledig bedekt met sneeuw. We zien helemaal niets anders dan witte tinten, zo ver als we kunnen zien. Met Jesús discussieer ik over hoeveel kleuren wit we kunnen onderscheiden. De oude sneeuw is opnieuw aangevroren en oogt wat meer beige, terwijl de polvo, de nieuwe poedersneeuw geheel wit is. Bij het lopen merk je ook het verschil: op de oude harde sneeuw ga je veel sneller vooruit, omdat je er minder in wegzakt.

Langzaam maar zeker komen we hoger. Hier zijn geen paden meer. Alleen onze expeditieleider weet welke kant we op gaan. In een sliert gaan we achter hem aan. De oude tanige Gerardo blijkt inderdaad een prof en gaat monter met onze leider aan kop. Wij zijn de laatsten. Alleen de huskyhonden ontbreken om me niet Amundsen en Scott tegelijk te voelen. Toch, als je eenmaal de slag te pakken hebt, is het sneeuwschoenwandelen makkelijker dan je denkt. Opgewekt klimmen we omhoog.

En dan opent zich plots een kijkgat tussen de wolken en we zien de zon op de bergen schijnen. Het klinkt simpel, maar het is alsof van hogerhand een luxaflex wordt opengeschoven, zodat we naar buiten kunnen kijken na dagen in het donker te hebben gezeten.

Sneeuwwandelen Spanje

Wolkenzee

Nog hoger klimmen we, dwars door de wolken heen. Ignacio noemt die poëtisch de mar de nubes, een wolkenzee. Alles om ons heen is nu een witte waas. De top van de Mira komt als een verrassing: plotseling zien we een heuveltje van stenen. We hebben ons einddoel bereikt. De lucht hier is koel en de wind raast om de top. Het uitzicht is weergaloos: stroken helblauwe lucht boven de puntige rotsen, waar de onderliggende wolkenzee met aanstormende golven tegenaan lijkt te klotsen.

De handschoenen mogen uit, tijd voor de lunch. Terwijl ik mijn broodje uitpak, komt er een windvlaag om de hoek zeilen, die mijn handschoen met een fraaie boog 40 meter optilt. Ik ren erachteraan, met die hopeloze raquetas aan, ga nog net niet op mijn gezicht, maar ben nauwelijks sneller dan de handschoen in de wind. In de verte, waar de handschoen naartoe waait, zie ik een ravijn opdoemen. Honderden meters verder heb ik hem, terwijl de rest van de expeditie het schouwspel van deze onhandige yeti geamuseerd aanziet.

Natuurlijke prozac

Onze reisleider geeft het teken dat de rust erop zit. Sneeuwschoenen weer goed vast, het dalen gaat beginnen. En dat gaat met deze dingen heel snel: in de sneeuw hoeven je knieën geen klappen te vangen, dus je kunt half rennend de berg af. Niet altijd gaat ons dat even goed af: soms valt iemand als een onhandige pinguïn om, maar iedereen staat gelukkig weer snel op. Alleen bij riviertjes is het even oppassen voor een optische illusie: de sneeuw lijkt soms een brug te hebben gevormd over het water, maar die bruggen blijken erg onbetrouwbaar.

Enkele uren later zijn we terug bij het beginpunt. Tijd voor een programmaonderdeel dat in Spanje nooit ontbreekt: de kroeg. We leggen aan in het nabije Hoyos del Espino voor een welverdiende borrel. Waar op de achtergrond het gebruikelijke Spaanse gelach en gepraat overheerst, hangt over onze groep nog een vreemde mystieke rust. ‘Dit is mijn therapie,’ mompelt Gerardo boven zijn grote fles lokaal bier. Ignacio grijnst: ‘Een soort prozac, maar dan in de natuur.’

Mystieke tussenstop: Ávila

De Sierra de Gredos zijn goed te combineren met een bezoek aan het kleine stadje Ávila. Het is het best bewaarde ommuurde stadje van Spanje, wellicht zelfs van heel Europa. In de middeleeuwen lag het aan de frontlinie van het christelijke gebied. Het is daar gebouwd om de Moren te weerstaan. De muren hebben daadwerkelijk een keer hun nut bewezen: het Moorse leger sloeg eens een belegering op net toen de mannen van Ávila buiten de stad waren. Maar de vrouwen maakten boven op de muren met pannen zo veel herrie dat de Moorse commandant dacht dat hij met een groot garnizoen te maken had, waarop hij besloot rechtsomkeert te maken. De Spanjaarden bezoeken Ávila nog steeds in groten getale, maar om een andere reden. Ze pelgrimeren naar Santa Teresa van Ávila: een belangrijke kerkhervormster en mystica uit de 16e eeuw. Zij is een van de populairste Spaanse heiligen. Haar klooster is te bezoeken, en daar is ook een verschrompeld stukje ringvinger van Teresa als relikwie te bewonderen.

Praktische informatie

  • Sierra de Gredos, ca. 170 km ten westen van Madrid. Een wandeling naar de Mira is in totaal 13,7 km, waarbij je 850 meter moet klimmen en dalen.
  • Sierra de Guadarrama, ca. 80 km van Madrid. Een populaire wandeling leidt over de Siete Picos. Gevorderde wandelaars kunnen ook de hoogste piek van dit gebergte, de Peñalara, beklimmen. Bij de Puerto de Navacerrada en de Puerto de Cotos zijn sneeuwschoenen en skispullen te huur.
  • Er zijn talloze bedrijfjes in en rond Madrid die sneeuwschoenwandeltochten organiseren, ook voor groepen en bedrijfsuitjes.

Dit artikel verscheen eerder in editie 1 2018 van de papieren editie van ESPANJE! De informatie kan achterhaald zijn. Auteur Twan van Lieshout. Je kunt de editie hier bestellen.

Verder lezen: de leukste skigebieden van Spanje

Skiën in de zon met een fijne temperatuur erbij: dat kan in Spanje. Skigebieden in Oostenrijk of Frankrijk komen vaak voorbij, maar Spanje biedt met 1139,9 kilometer aan pistes en 35 skigebieden ook heel veel mooie plekken om te skiën. De après-ski is misschien nog wel het leukste, hier worden namelijk tapas gegeten!