Vitoria-Gasteiz is groen. De hoofdstad van Baskenland telt evenveel bomen als inwoners, kent een volledig autovrij historisch hart en heeft een groot stadspark waar wilde herten grazen. Bovendien is het culturele aanbod enorm en zijn de design pintxos die diverse culinaire prijzen hebben gewonnen betaalbaar. Fans van San Sebastián en Bilbao opgelet, het gras is groener in Vitoria. De stad kreeg van National Geographic een plekje in de top 25 steden om te bezoeken in 2021.

Lees ook: Boemelen door Baskenland

Een zondagse wandeling door het park La Florida of langs de boulevard La Senda doet een Vitoriaan goed. Dat is niet alleen grootmoeders wijsheid, maar ook wetenschappelijk bewezen. Iemand die een halfuur door de natuur loopt, voelt zich daarna minder gestrest dan iemand die in die tijd lekker thuis op de bank hangt. Als je in grasgroen Vitoria aan een wandeling begint, is het handig om een paraplu mee te nemen. Met grote regelmaat miezert het er. Xirimiri noemen de Basken het. Iedere bewoner kent de anekdote van Fernando de Amárica, kunstschilder en Vitoriaan in hart en nieren. Op de vraag van een Madrileense kennis hoe de zomer in Vitoria was geweest, antwoordde Fernando: ‘Oh, geweldig. Het viel dit jaar op een woensdag.’

Siberia-Gasteiz

Vitoria ligt op een laagvlakte in de overgangszone van het vochtige zeeklimaat in Noord-Spanje naar het landklimaat van het Spaanse binnenland. De zomers in Vitoria zijn niet te heet, de winters ijzig koud. Vandaar dat de bewoners hun stad ook wel Siberia-Gasteiz noemen. En dit is meteen de reden waarom de meeste huizen erkerramen hebben. Deze grote raampartijen in wit hout halen het winterzonnetje binnen en houden in de zomer de warmte buiten. In de tweede helft van de 19e eeuw kreeg de stad nog een andere bijnaam, het Athene van Spanje. Niet alleen schoten in die tijd hogere scholen en universiteiten als paddenstoelen uit de grond, ook werden parken in neoclassicistische stijl aangelegd. Nog steeds heeft geen enkele Spaanse stad verhoudingsgewijs zoveel bibliotheken en culturele centra als Vitoria. En de openbare ruimte wordt constant verfraaid met beeldhouwwerken.

Walvis op het droge

Het epicentrum van Vitoria is het Plaza de la Virgen Blanca. Dit centrale plein, waar ’s ochtends vroeg veel bejaarden bij elkaar komen om even bij te kletsen, draagt de naam van de patroonheilige van de Baskische hoofdstad, de Witte Maagd. Ze is te vinden in een nis voor de arcade aan de buitenzijde van de hoger gelegen San Miguel kerk. De arcades (Los Arquillos) rechts van de San Miguel kerk markeren het niveauverschil tussen het oude stadscentrum en de later gebouwde wijken. Via de hele bogengalerij kom je bij het uiteinde van het Plaza del Machete. In vroegere tijden werden hier corrupte raadsleden met een speciaal voor de gelegenheid vervaardigd kapmes onthoofd. Het kapmes hangt er tegenwoordig verroest bij. Even verderop ligt de San Vicente kerk. In de toren kun je via een metalen brug het dak van de kerk in. Er zit namelijk een enorme ruimte tussen de koepels en het werkelijke dak. Het lijkt net het geraamte van een walvis. Architect Juan Ignacio Lasagabaster, die verantwoordelijk was voor de laatste restauratie van de kerk waarbij de deur in het dak werd geplaatst, ziet het als een houten schip dat ondersteboven ligt. Hij wilde de kerkgangers en andere bezoekers deze bijzondere ervaring niet onthouden.

Eigen Sagrada Familia

We hebben met Juan Ignacio afgesproken bij de ingang van zijn nieuwste project, de Santa María kathedraal. Deze kerk uit de 14e eeuw staat volledig in de steigers. Voordat we een geschiedkundige video met symfonische metal van Within Temptation krijgen voorgeschoteld, moeten we een witte bouwhelm op. Tien jaar geleden viel er tijdens een rondleiding namelijk een stuk van het plafond naar beneden. Gelukkig raakte niemand gewond, maar sindsdien is het gebedshuis dicht voor gelovigen en is Juan Ignacio met een grootschalige restauratie begonnen. ‘Een van Europa’s mooiste gotische kathedralen bleek nog schever dan de Toren van Pisa,’ vertelt de enthousiaste architect. Tijdens de rondleiding van een uur is dit goed te zien. Via een loopbrug wandelen we door de verschillende constructiefases van het gebouw en zien we scheefgezakte zuilen, eerdere ingrepen om bogen te verstevigen en opgegraven skeletten van rijke Vitorianen die zo dicht mogelijk bij het hoofdaltaar wilden liggen. Niet lang geleden mocht zijn team van architecten, archeologen en historici de Europa Nostra Award in ontvangt nemen. De Europese Unie roemde het uitzonderlijke restauratiewerk waarbij de volledige vloer van de oude kathedraal werd opgetild. De bedeplaats is net als de Sagrada Família open voor bezoekers tijdens de werkzaamheden. Een aantal jaar terug werd het jaartal 2012 nog genoemd als laatste bouwjaar, maar Juan Ignacio is nog lang niet klaar met zijn project. Eenmaal voltooid zal de kathedraal, die op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela ligt, wel helemaal klaar zijn voor de 21e eeuw. De kerk beschikt dan over diverse liften, een uitkijktoren, een archeologisch museum en een hostel met 90 bedden.

Lees ook: Bezoek de Sagrada Familia (tickets, info en tips)

Vitoria-Vegas

De binnenstad van Vitoria heeft geen middeleeuwse kronkelstraatjes, maar de straten lopen in de vorm van een amandel rond de Santa Maria kathedraal. De oudste straten van de stad verwijzen naar traditionele ambachten, zoals de productie van leren schoenen (Zapateria Kalea), de bereiding van verf (Pintoreria Kalea) en het smeden van messen en zwaarden (Cuchilleria Kalea). Nog steeds is het hier goed shoppen. Zo kun je bij Siberia in de Schoenenstraat terecht voor vintage kleding en accessoires en in Correria Kalea vind je La Globeria, waar je ballonen in alle soorten en maten kunt kopen. In de Messenstraat (Cuchilleria Kalea), waar ’s avonds de cafés stampvol zitten met groepjes vrienden, lopen we tegen een gerenoveerd Renaissancepaleis uit het begin van de 16e eeuw aan. In dit fraaie gebouw bevindt zich de grootste en meest kostbare collectie speel- en tarotkaarten ter wereld. De collectie van het Museo Fournier de Naipes bestaat uit de persoonlijke verzameling van stichter Félix Alfaro Fournier, een nazaat van de oprichter van de plaatselijke speelkaartendrukkerij Heraclio Fournier, en de verzameling van de Britse speelkaartenfabrikant Thomas de la Rue. Al met al zo’n 20.000 kaarten uit alle tijden en alle delen van de wereld. Overigens draait de speelkaartenfabriek Fournier in Vitoria nog steeds op volle toeren. In de jaren ‘80 kwam de fabriek in handen van het Amerikaanse bedrijf US Playing Card Company. En sindsdien legt iedere week een privévliegtuig het traject Vitoria-Las Vegas af met nieuwe fairplay spelkaarten voor dé gokstad van de Verenigde Staten.

Pintxos en wijnkathedralen

pinchos-met-komkommer-zalm Als de avond eenmaal is gevallen, gaan we aan de bar van Iñaki Rodaballo zitten voor een eerste ronde design pintxos. Deze jonge keukenmeester bereidt waarschijnlijk de meeste innovatieve pintxos van heel Baskenland met namen als Gazpachito, Porky-Porky en Chip’s&Ron. We likken onze vingers erbij af en drinken er een glas wijn bij leeg. De volgende halte is Sagartoki. De pintxos van chef Senén González winnen prijs na prijs, maar het meest beroemde gerecht uit zijn keuken is de overheerlijke tortilla die binnenin nog lekker smeuïg is. Een andere aanrader voor design pintxos is Marmitaco. Deze ‘gastrobar’ ligt net iets buiten het stadscentrum en serveert vernieuwende pintxos met seizoensgebonden, ecologische producten. Hun ‘green menu’ met meerdere gangen, waarbij je de tel al snel kwijtraakt, is behoorlijk vullend. Wijnliefhebbers pakken de speciale Enobus die vanuit Vitoria vertrekt en je binnen uur naar de wijnstreek La Rioja Alavesa ten zuiden van de stad brengt. In Spanje zijn in de 21e eeuw hypermoderne wijnkathedralen verrezen. Twee daarvan, Marques de Riscal en Ysios, zijn hier te vinden. Het nieuwe gebouw van wijnhuis Marques de Riscal in Elciego is ontworpen door de Canadese architect Frank Gehry. Net als het Guggenheim Museum in Bilbao is het gebouw bekleed met titanium. Het wijnhuis Ysios in Laguardia is ontworpen door de Spaanse architect Santiago Calatrava en is ook een fraai staaltje architectuur.<

Herten, otters en salamanders

De volgende ochtend hebben we een date met Bilintx Knörr op het Plaza de España. Dit plein is tweehonderd jaar oud en werd aangelegd om er stierengevechten te houden. Maar het plein wordt voornamelijk gebruikt voor volksfeesten en markten. Met zijn elektrische riksja neemt Bilintx ons mee naar de groene ring van Vitoria. Onderweg schudt hij de indrukwekkende cijfers uit zijn mouw waarmee Vitoria de groene hoofdstad van Europa werd in 2012. De stad telt 240.000 bomen (een boom per inwoner), 96 kilometer fietspad, een totaal van 5 vierkante kilometer aan voetgangersgebied, 46 vierkante meter groen per bewoner, 210 ecologische moestuinen en bijna 17.000 vierkante meter aan zonnepanelen. Bovendien ligt het waterverbruik per bewoner onder de 100 liter water per dag en genieten de Vitorianen van 284 dagen schone lucht per jaar. Dit alles maakt Vitoria de groenste stad van Spanje. Via verschillende groene corridors kunnen de inwoners van het hart van de stad rechtstreeks naar de vijf stadsparken Armentia, Olárizu, Salburúa, Zabalgana en Zadorra wandelen of fietsen zoals wij nu doen. We komen uit bij interpretatiecentrum Ataria, waar we net als een aantal joggers op het terras een koffie bestellen. Bij warmere temperaturen is dit een ideale plek voor een picknick. Hierna rijden we door tot een uitkijkpost waar we wilde eenden, ooievaars en herten spotten. Otters, kikkers en salamanders maken het natuurplaatje van het drasland compleet.

Guggenheim-effect

Na een flinke fietstocht door de natuur zet Bilintx ons af bij het ARTIUM, het Baskisch Museum voor Hedendaagse Kunst. Dit museum, dat het Guggenheim-effect op bescheiden schaal nabootst, beheert de grootste collectie moderne Spaanse en Baskische kunst van het land, na die van het Museo Reina Sofía in Madrid. De stad heeft sinds de jaren ’70 hedendaagse kunst gekocht en de collectie omvat nu meer dan 3.000 stukken, waaronder werk van Eduardo Chillida, Joan Miró, Juan Muñoz, Jorge Oteiza en Antoni Tàpies. Het probleem was echter dat Vitoria geen museum had om al die kunstwerken tentoon te stellen. Daarom werd tien jaar geleden het ARTIUM gebouwd. Het museum verrees in de bouwput van een nooit gerealiseerd winkelcentrum en bevindt zich grotendeels ondergronds. Kunst, gastronomie en natuur moeten de stad internationaal op de kaart zetten. Want hoewel Vitoria de hoofdstad is van Baskenland, staat de stad in de schaduw van de elegante en mondaine badplaats San Sebastián en het economische centrum van de regio, Bilbao. Vitoria heeft geen Guggenheim en geen schelpvormige baai waarvoor toeristen een omweg maken. Maar Vitoria-Gasteiz is mooi, vriendelijk en vooral groen. Voldoende reden om de stad tijdens een bezoek aan Baskenland niet links te laten liggen.

SABER MÁS VITORIA-GASTEIZ

TOPONYMIE In tegenstelling tot San Sebastián-Donostia en Bilbao-Bilbo is Gasteiz niet de Baskische vertaling van Vitoria. Gasteiz komt zeer waarschijnlijk van het Spaanse woord ‘castillo’, wat kasteel betekent, en sinds de 8e eeuw wordt gebruikt voor een dorp omringd door muren. In 1181 herdoopte koning Sancho VI van Navarra de plaats tot Nova Victoria dat door de eeuwen heen werd verbasterd tot Vitoria. Na de dood van de Spaanse dictator Franco kreeg de stad haar oorspronkelijke Baskische naam terug.

WELLINGTON In 1813 verwierf Vitoria Europese faam door de beslissende overwinning die de hertog van Wellington in de stad namens Spanje behaalde op de Franse troepen van Jozef Bonaparte. Beethoven wijdde er zelfs een symfonisch gedicht van maar liefst vijftien minuten aan. Honderd jaar later werd op het Plaza de la Virgen Blanca een monument opgericht ter ere van de Slag bij Vitoria.

Dit artikel verscheen in 2013 in ESPANJE! De informatie kan achterhaald zijn.