Catalonie

Veel Catalanen voel zich Catalaans en niet Spaans. Dat is niet zo vreemd, want Catalonië heeft een lange eigen geschiedenis. Ondanks alle strubbelingen met het centrale gezag door de eeuwen heen, bleef de Catalaanse identiteit altijd bestaan. Wat maakt de Catalanen zo anders dan de andere Spanjaarden?

1. Ze spreken een andere taal

Wie een aardig woordje Spaans spreekt en op vakantie gaat naar Catalonië, kan zomaar eens veel moeite hebben met het lezen van een simpele menukaart. In veel horeca en winkels is het Catalaans namelijk de eerste taal. En het aantal mensen dat de taal spreekt, leest en schrijft neemt rap toe. Van de Catalanen begrijpt 94% Catalaans, 81,2% spreekt het, 85,5% leest het el 65,3% kan het ook schrijven. Dat was in 1981 slechts 31,5%. Het overgrote deel (99,8 %) van de Catalanen spreekt overigens ook prima Spaans, maar er zijn nog steeds mensen die de taal nauwelijks gebruiken. Het Catalaans en Spaans is te vergelijken met Fries en Nederlands: als niet-spreker weet je wel waar het ongeveer over gaat, maar het zelf spreken is een tweede. Overigens neemt het aantal Catalanen dat het Catalaans als hoofdtaal beschouwt af.

2. Ze bouwen menselijke torens

Prachtig om te zien: de castellers die zogenoemde ‘castells’ bouwen, menselijke torens die soms wel negen of tien lagen hoog zijn. Teamwork, lef en concentratievermogen: drie eigenschappen die onontbeerlijk zijn voor deze sport.

Castellers Pinya

3. De siësta is minder heilig

In grote delen van Spanje is het tussen twee en vijf uur ’s middags stil op straat. Winkels zijn gesloten en inwoners gaan naar huis om uitgebreid te lunchen en wat uit te rusten voordat ze weer aan het werk gaan. In Catalonië is de lunch absoluut een belangrijke maaltijd, maar er zijn weinig mensen die zich strikt houden aan de drie uur pauze. Binnen een uur zitten ze vaak weer aan hun bureau. De meeste winkels in Barcelona blijven gewoon open, alleen kleinere eenmanszaken gaan dicht.

 

Wil je meer lezen over Catalonië en Spanje? Lees dan ook het mooie magazine ESPANJE! Bestellen kan HIER!

 

4. Ze hebben gekke kersttradities

Gedurende het hele jaar – maar in het bijzonder in december – kun je in Catalonië overal caganers kopen. Deze kleine ‘kakkertjes’ worden traditioneel in de kerststal gezet. Je hebt ze in allerlei vormen en maten, bijvoorbeeld met het hoofd van Spaanse politici, popsterren of voetballers. Een caganer in huis zou voorspoed brengen. Dan is er ook nog de tío de nadal, een figuur gemaakt van boomstronk, dat door Catalaanse kinderen als een huisdiertje wordt verzorgd: ze houden ‘m warm met een dekentje en geven hem eten en drinken. Op kerstavond wordt de tío de nadal geslagen tot ‘ie snoep en cadeautjes uitpoept.

caganer

5. Ze zijn zuinig

In de categorie vooroordelen: Catalanen staan bekend als de Nederlanders van Spanje. Lenen ze je 50 cent, dan willen ze dat ook echt terug en de rekening wordt standaard door het aantal tafelgenoten gedeeld. Andere Spanjaarden lachen de catalanes tacaños nogal eens uit om hun zuinige gedrag.

6. Ze zijn gesloten

Nog zo’n vooroordeel: een vriendschap aangaan met een Catalaan is lastiger dan met, pak ‘m beet, een Madrileen. Als je door een Catalaan bij hem thuis wordt uitgenodigd, zou dat een ultieme bevestiging van een vriendschap zijn. Onze ervaring: Catalanen zijn in eerste instantie misschien wat stugger en minder open dan een gemiddelde Spanjaard, maar als je ze eenmaal te vriend hebt, is dat voor het leven!

7. Ze eten eerder

Dat geldt voor zowel lunch als diner. Voor de lunch kun je in Catalonië al vanaf een uur of één ’s middags terecht, terwijl dat in de rest van Spanje meestal pas een uur later is. Catalanen vinden het ook niet gek als je ’s avonds om acht uur aansluit voor het diner, terwijl dat – zeker in het zuiden – te vroeg is. Dat betekent ook dat restaurants in Catalonië soms eerder dicht gaan: keukens sluiten gemiddeld om elf uur.

Glas cava

8. Ze hebben een eigen champagne

Cava! Deze bubbels worden ook volop in de rest van Spanje gedronken, maar zijn toch echt afkomstig uit de regio Catalonië. Jaarlijks worden er zo’n 240 miljoen flessen geproduceerd, waarvan tweederde buiten Spanje wordt gedronken.

9. Ze vieren hun eigen feesten

Zoals elke streek heeft ook Catalonië zijn eigen feesten. Heel bijzonder is el día de San Jorge (Diada de Sant Jordi) op 23 april. Geliefden geven elkaar die dag bloemen en een boek.  Een mooie traditie niet waar?

10. Uien zijn een lekkernij

In februari en maart zijn overal calçotadas, uienfeesten. Calçots zijn een soort lente-uien die buiten op de grill worden bereid. Ze worden gegeten met romescosaus en stokbrood. Heerlijk! Het recept vind je hier.