
Zijn theatrale museum, de echtelijke sponde en een kasteel dat Salvador Dalí voor zijn muze kocht, vormen samen een heuse Dalí- driehoek. Dit zet de woeste noordoostkust van Spanje, de Costa Brava, in een geheel ander perspectief. De zee dient hier vooral als achtergrond voor de kunstwerken van de grote Spaanse surrealist. Dit artikel dat in 2011 verscheen in het tijdschrift ESPANJE! staat boordevol reistips om Dalí beter te leren kenen.
Salvador Dalí (1904) had als vijftienjarige zijn eerste expositie in het 19e-eeuwse stadstheater van zijn geboortestad Figueres. In 1939 brandde het theater af, maar in de zestiger jaren verbouwde de meester het tot zijn eigen museum: het Teatro Museu Dalí. Het is nu een van de drie hoogtepunten in de Dalí-driehoek. Ook als je het museum niet bezoekt, ontkom je in Figueres niet aan de beroemde kunstenaar. Zijn kunstwerken staan op straat en elke souvenirwinkel verkoopt briefkaarten en prullaria die zijn geïnspireerd op zijn werken. Bovendien is het museum met de voor Dalí zo kenmerkende paspoppen en eieren op het dak al een kunstwerk op zich.
Optische grapjes
Of je nu een kunstliefhebber bent of niet, de veelzijdige Dalí biedt iedereen wel wat. Houd je niet van zijn Jeroen Boschachtige tekeningen, of vind je de schilderijen te kolossaal, dan word je wel gegrepen door zijn grillig gevormde plastieken of je glimlacht bij zijn optische grapjes. Zo hangt in het museum een naaktschilderij van Dalí’s vrouw Gala, dat op een afstand van twintig meter ineens in een portret van Abraham Lincoln overgaat. Op de enorme patio staat een Cadillac centraal. Vanaf de hoge muren kijken naakte paspoppen toe op het gepeupel dat zich verdringt om de glimmende auto, camera’s in de aanslag. Vervolgens kun je alle kanten op dwalen, elke ruimte heeft zijn eigen sfeer. Wereldberoemd is Dalí’s bizarre creatie van Mae West, waarvoor hij speciaal een kamer in het museum heeft ontworpen. Braaf gaan we in de rij staan om het trapje te beklimmen en vanaf een plateau door een lenste kijken zodat Dalí’s beoogde effect zichtbaar is. En ja, de rode bank waar we net nog langs liepen wordt ineens een sensuele mond, de openhaarden erachter blijken de neusgaten en samen met de blonde haardos vormt dit alles het gezicht van de bekende actrice.
Op de eerste verdieping worden we in de ‘Palace of the Winds’ zaal getroffen door een dikke knipoog naar Michelangelo op het plafond. Tijdenlang staan we met stijve nekken omhoog te staren om telkens weer nieuwe details op te merken. Geleidelijk raak je steeds meer onder de indruk van de veelzijdige productiviteit van deze kunstenaar. Want er is ook nog een aparte afdeling met onkerende sieraden. En dan te bedenken dat we nu nog maar één van de vele musea in de wereld hebben gezien met Dalí’s werken. De grootste collectie bevindt zich ver hier vandaan in het Salvador Dalí Museum in Florida.
Snor en cape
Dalí is bij iedereen bekend als de man met de bizarre snor met de opwaartse krullen. Je stelt je voor hoe hij die iedere dag in de krultang nam, zodat de snor er extra zwierig uit zag. Zwierig was ook de cape die hij steevast droeg. Dalí was al een succesvol kunstenaar toen in 1929 de tien jaar oudere Gala bij hem op bezoek kwam samen met haar man, de Franse surrealistische dichter Paul Éluard. Dalí bracht de zomer door in Cadaqués en ontving daar diverse kunstenaars. Gala, die eigenlijk Elena Ivanovna Diakonova heette, was een Russische en de vonk tussen haar en Dalí sloegen direct over. Gala bleef meteen aan Dalí’s zijde en scheidde van Éluard. Ze trouwden in 1934 en Gala stond regelmatig model. Geruchten gaan dat Dalí nog maagd was toen hij zijn muze ontmoette. Gala was dat zeker niet. Ze had al diverse verhoudingen achter de rug en bleef tijdens haar huwelijk met de grote meester actief in buitenechtelijke affaires. Dalí had er geen moeite mee. Vanaf zijn kennismaking met Gala begon hij steeds surrealistischer te schilderen. Zelf beweerde hij dat zijn werk beredeneerde gekte was en dat hij paranoïde hersenschimmen combineerde met zijn waarnemingen.
Oude vissershuisjes
Dalí en zijn muze betrokken in 1930 een rijtje vissershuisjes aan de kust in Portlligat, waar ze met een kleine onderbreking bijna vijftig jaar zouden wonen. Het prachtige surrealistische complex is de fascinerende tweede poot van de Dalí-driehoek. Het echtpaar verbouwde de huisjes tot één woning en richtte het in met veel toegepaste kunst. Voor een bezichtiging moet je van tevoren reserveren, want er mogen maar tien bezoekers tegelijk naar binnen. Ons bezoek staat pas midden op de middag gepland, dus tijd genoeg om eerst de omgeving te bekijken. Via een slingerweg komen we bij het hooggelegen 11e-eeuwse klooster Sant Pere de Rodes, van waaruit we prachtige vergezichten hebben op de bergen en de baaien. Daarna dalen we af naar Cap de Creus. In de diepte zien we aan een grote baai het stadje El Port de la Selva liggen met zijn witte huizen. We rijden door naar Portlligat en vandaar naar het noordoosten langs vele rotsblokken en stenige strandjes. Je kunt je goed voorstellen dat Dalí geïnspireerd raakte door dit woeste landschap, waar hij middenin woonde. Aan het einde van de weg – oostelijker kom je in Spanje niet – ligt een restaurant met prachtig uitzicht op ruige en bijna kale kapen die als vingers de zee in steken. Nu begrijp je pas waarom dit stuk Spanje de Costa Brava ofwel woeste kust werd gedoopt.
Gekke details
Maar Dalí en Gala roepen. We rijden terug naar Portlligat en zijn net op tijd voor onze tour die met veel precisie wordt uitgevoerd. Elk groepje bezoekers krijgt voor vertrek op de seconde af tien minuten en dat is genoeg om de details van de bijzondere inrichting in je op te nemen. Dalí en Gala woonden hier vanaf 1930 tot aan de Tweede Wereldoorlog en opnieuw van 1948 tot haar overlijden in 1982. Dat ze er al zo lang geleden woonden, is aan de inrichting niet te merken. Die oogt bijna tijdloos en er lijkt nauwelijks iets te zijn veranderd sinds Dalí in 1982 vertrok. Niet alleen de meubels staan er nog, op de ezel in Dalí’s werkkamer staat zelfs zijn laatste werk.
Je moet je ogen goed de kost geven, want elke kamer heeft wel gekke details, zoals opgezette dieren of houten klompen, die je soms niet direct opvallen. Een kamer is gevuld met foto’s van ontmoetingen van Dalí met beroemde tijdgenoten, zoals Harpo Marx en Walt Disney. Een typisch Dalí-grapje is de spiegel in de blauwrode slaapkamer. Die staat zo opgesteld dat hij en Gala ’s ochtends vroeg de zon konden zien opkomen. Maar ook zonder zon werd Dalí blij wakker getuige zijn uitspraak: “Iedere morgen wanneer ik wakker word, is mijn grootste vreugde: dat ik Salvador Dalí ben.” Buiten het huis mogen we zo lang rondkijken als we willen. Er is een zwembad, dat sterk doet denken aan de Moorse vijver in het Alhambra. En net als in zijn huis en museum worden we er geconfronteerd met Dalí’s voorkeur voor eieren, paspoppen en slangen. Nu pas zien we dat op het dak van het huis een reuzenei staat, dat mooi afsteekt tegen de blauwe baai met vissersbootjes.
Laatste rustplaats Gala
De volgende ochtend rijden we naar het gehuchtje Púbol, waar een kasteeltje tussen het groen oprijst. Het stamt uit de 15e eeuw en verkeerde in erbarmelijke staat toen Dalí het speciaal voor Gala kocht. Twee jaar lang zette hij zich aan de restauratie en de surrealistische inrichting ervan. Ook in de tuin is zijn hand zichtbaar in de beelden van olifanten met giraffenpoten en de hoofden van zijn favoriete componist Wagner bij de fontein van het zwembad.
Na de restauratie kwam Dalí er alleen als Gala dat goed vond. Dit was haar huis en na haar overlijden werd ze in dit kasteel in een crypte bijgezet. Dalí verhuisde naar Púbol, omdat hij het wat eenzaam vond voor haar in de crypte. Pas na een brand in de slaapkamer vertrok hij definitief en na zijn dood werd hij bijgezet in een graftombe in zijn museum in Figueres. De tombe is niet toegankelijk voor publiek.
Het kasteel van Púbol heeft ruime, hoge vertrekken die bijvoorbeeld plaats bieden aan een kolossaal hemelbed in de gastenkamer. Ook de bibliotheek is enorm. Verder hangen hier de toiletten die Gala droeg en de schilderijen die Dalí voor en van haar schilderde. Het kasteeltje mist de intimiteit van het huis aan de kust en heeft daardoor meer weg van een echt museum. Maar als we naderhand op het terras komen, herkennen we ineens de sfeer van Portlligat. Hier staan rotan terrasstoeltjes, een ligstoel en een tafel en het lijkt alsof de Dalietjes net even een eindje om zijn.
Het Dalí Museum in Figueras bezoeken vanuit Barcelona
Op stedentrip in Barcelona en van plan om het Teatre Museu Dalí in Figueres te bezoeken? Maak dan gebruik van deze dagtrip van onze samenwerkingspartner Ticketbar waarbij een bezoek aan Figueres, Girona en het museum van Salvador Dalí zijn inbegrepen. Inclusief busreis (retour).
Met Transavia vlieg je rechtstreeks vanuit Amsterdam naar Girona, de hoofdstad van de provincie Girona, waartoe de Costa Brava behoort. Dit is een interessante stad, die
in de eerste eeuw voor Christus door de Romeinen werd gesticht. Maar de meeste gebouwen hier zijn middeleeuws, met als pronkstuk de hoog op een heuvel gelegen gotische kathedraal. Verder is de voormalige Joodse wijk, de call, een must voor bezoekers.
Voor de musea in Figueres en Portlligat is hotel Casa Clara in Castelló d’Empúries een prettig uitgangspunt. Je kunt er ook uitstekend eten. Op het plein van Castelló d’Empúries zijn diverse eenvoudige restaurants met terrassen. Vanuit het zuidelijker gelegen Peratallada is het kasteeltje van Púbol goed te bereiken. Peratallada is een pittoresk, autovrij stadje. In de omgeving liggen nog talloze andere middeleeuwse stadjes, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan zoals Madremanya, Monells, Palau- Sator, Pals en Begur. In Monells kun je aardig lunchen onder overdekte zuilengalerijen. Begur is interessant vanwege de hooggelegen burchtruïne met schitterend uitzicht over de kust.
Voor nog meer Dalí-kunst in Spanje kun je in Madrid terecht bij het Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofía of het Museo Thyssen-Bornemisza.

Jeannette van Ditzhuijzen is schrijfster van zowel reis- en natuurreportages als van talloze boeken. De Antilliaanse eilanden, vooral Curaçao, hebben haar grote belangstelling, sinds ze daar een aantal jaren heeft gewoond. Haar meest recente boek (najaar 2017) is een biografie van de op Curaçao geboren olympisch zwemster Enith Brigitha. Zie ook: www.DitzSchrijft.nl.
Meer lezen?
Tickets voor alle belangrijk bezienswaardigheden in Spanje!
Ga je op stedentrip naar Barcelona of wil je tijdens je vakantie in Andalusië ook een bezoek brengen aan het Alhambra? Zorg er dan voor dat je je entreekaarten van tevoren bestelt. Met ESPANJE! kan dat heel makkelijk online, snel en betrouwbaar.
Het bruisende Barcelona, de grillige kust in het noorden, het betoverende achterland, Dalí, het Catalaans modernisme, cava en wijn, de Pyreneeën, natuurgebieden, vissersdorpen, middeleeuwse dorpen, de spectaculaire Montserrat. De regio Catalonië is een van Spanjes meest populaire bestemmingen en er zijn genoeg redenen voor een bezoek.
Málaga is een no time een van de belangrijkste stedentripbestemmingen geworden. Met de komst van het Picassomuseum in 1993 is de toeristische opmars begonnen. Málaga profileert zich met meer dan twintig musea als museumstad bij uitstek. Maar Málaga is meer: je kunt er heerlijk flaneren door winkelstraten en over boulevards en op de fiets ben je zo in het gezellige vissersdorpje Pedregalejo.