Wat is de mooiste stad van Spanje? Málaga! Althans dat vinden onze redacteuren. Bij een klein onderzoek kwam de hoofdstad van de Costa del Sol als onbetwiste winnaar uit de bus. Maar Spanje heeft meer steden die je beslist niet mag missen. Wij vertellen welke Spaanse steden onze favoriete bestemmingen zijn  en waarom. 

 

1. Málaga: licht, leven en kleur

Malaga

Málaga, dat zijn provinciaalse imago heeft afgestoft en de laatste jaren stevig inzet op cultuur, ziet zijn metamorfose beloond met een eerste plaats in deze top 10. Maarten Steenmeijer bewaarde aan zijn eerste bezoek aan Málaga geen bijzondere herinneringen. Vandaar dat het een paar decennia duurde voordat hij er verleden jaar eindelijk weer terugkwam. ‘Ik herkende de stad niet. De enigszins bedompte sfeer die ik me herinnerde, had plaatsgemaakt voor licht, leven en kleur in alle hoeken en gaten van het centrum. Voor Else Beekman heeft Málaga, waar haar Spaanse leven begon, vanaf dag één bovenaan gestaan. Daar kwamen de nieuwe museale aanwinsten bij: het Museo Carmen Thyssen en het Centre Pompidou en de Russische Hermitage, die zich in Málaga vestigden. Het hippe stadse publiek laat zich laven in een van de hippe etablissementen waar je gezien mag worden. In het centrum tipt Beekman restaurant Batik (calle Alcazabilla), heerlijk en prachtig opgediend eten en vanaf het loungeterras kun je in één klap al je selfies maken met de hotspots: het Alcazaba, de Gibralfaroberg en het Romeinse theater. Haar bijzonderste eetervaring Málaga old style is El Pimpi Florida in de visserswijk El Palo. ‘Verse vis en zeevruchten, nostalgische muziek en volgestouwd met malagueños met wie je aan het einde van de avond steevast bevriend bent dankzij de vrolijke obers die als lijm fungeren.’

 

Lees ook: Málaga, hippe museumstad aan de Costa del sol

 

2. Madrid  ‘Je waant je in een dorpje’

Madrid kathedraal van Almundena

Good old Madrid staat bij onze Spanjekenners hoog genoteerd. ‘Op het eerste gezicht oogt Madrid erg statig,’ zegt Carlijn Teeven. ‘Niet zo vreemd natuurlijk, voor een hoofdstad.’ Geef het een paar dagen voordat deze drukke stad met z’n kakofonie van kleuren, geuren en geluiden je in de greep heeft. Voor de ware Madridbeleving verlaat je de mensenmassa’s langs de grote verkeersaders Gran Vía en Atocha en de Puerta del Sol en begeef je je in de kronkelige straatjes van de oude wijken. ‘In La Latina waan je je in een knus Spaans dorpje,’ zegt Teeven. Elke wijk heeft zijn eigen kleur. Zo is er de uitgaanswijk Huertas, met Plaza Santa Ana als kloppend hart. In Chueca, de levendige homowijk, hangt trendy Madrid het beest uit. Bezoek naast de fantastische musea die Madrid herbergt ook zeker een van de oude overdekte markten, waarvan er de laatste jaren veel worden opgeknapt. Een van de mooiste is de in art-nouveaustijl opgetrokken Mercado San Miguel, vlak bij de Plaza Mayor. Die is vanbinnen getransformeerd tot een hippe culimarkt, waarbij de varkenshoofden plaatsmaakten voor kaviaar, oesters en tapastentjes. Midden in de zomer is het in Madrid voor Teeven te warm, maar in het voor- en najaar is het de perfecte bestemming voor een fijne citytrip.

 

Lees ook: de mooiste wijken van Madrid

 

 

3. Valencia ‘Verrassende fietsstad’

valencia fiets

Bijna 365 dagen per jaar dag zon, kilometerslange schone stranden en genoeg vermaak voor museumhoppers en liefhebbers van oude en modernistische architectuur. ‘Valencia heeft alles,’ zegt Maya Hugenholtz. Ook voor Harry van Dooren is deze fietsstad met stip een van de leukste stedentrips. ‘Meer dan 100 kilometer aan fietspaden, (begeleide) routes, verhuurbedrijven en witte fietsen vormen een unicum in Spanje. In de afgelopen decennia is de bedding van de Turia, die zich om de noordkant van het centrum krult, omgetoverd tot een weldadige groenzone, waar het fijn wandelen en pedaleren is. Je kunt nu bijna tot aan de haven door het park fietsen zonder auto’s tegen te komen.’ Onderweg kom je door de tuinen van de Jardín del Turia en de bijna buitenaardse Stad van Kunst en Wetenschap (Ciutat de les Arts i les Ciències). Van Dooren: ‘De verzameling witte, geribde en gebogen gebouwen ogen als gestrande ruimtewezens.’ De beroemde architect Santiago Calatrava tekende onder meer voor het operahuis en ‘het oog’. Voorbij de haven liggen de schone brede stranden van Las Arenas en Malvarrosa met een kilometerslange promenade en talloze eettentjes, waar je natuurlijk de moeder aller paella’s bestelt, de valenciana met kip en konijn. Metro 4 en 5 brengen je snel terug in het centrum, waar de modernistische architectuur van de overdekte markten Mercado Central en Colon samenkomen met oude monumenten als La Lonja en de gigantische kathedraal. Het eveneens modernistische gebouw van het Estació del Nord aan de zuidkant (!) van het centrum is een bezoek waard, zelfs als je geen trein hoeft te halen. Maya Hugenholtz tipt het nabijgelegen natuurgebied Albufera: ‘De Loosdrechtse plassen op z’n Spaans.’

 

Lees ook: Valencia voor foodies

 

4. Bilbao/Vitoria-Gasteiz: Nieuw en oud

het guggenheim museum in bilbao

Bilbao was, misschien wel vanwege z’n ligging net niet aan de Baskische kust, lange tijd een vergeten industriestad met veel verwaarloosde industriële gebouwen. Tot het Guggenheimmuseum er in 1997 verrees. Het gebouw van architect Frank Gehry was de opmaat naar een make-over die Bilbao in een toeristenmagneet veranderde, met moderne architectuur en restaurants die de nieuwe Baskische cuisine serveerden. ‘Je krijg een mooi beeld van deze transformatie als je per boot de rivier afvaart richting de chique badplaats Getxo,’ zegt Else Beekman, die Bilbao onder haar favorieten schaart. Of vanaf de Vizcayabrug, de oudste zweefbrug ter wereld, waar je je 60 meter omhoog laat hijsen in een van de palen om het weidse uitzicht te bewonderen. Nog zo’n bijzondere plek is voor Beekman het Azkuna, een oude wijnopslagloods die architect Philippe Starck omtoverde tot centrum voor cultuur en vrije tijd. ‘Vanuit de hal kun je ver boven je hoofd mensen zien zwemmen in het openbare zwembad. Boven is het sterrenrestaurant Yandiola met een prachtig dakterras. Bezoek, als je toch in Bilbao bent, vooral ook het verder landinwaarts gelegen elegante en grasgroene Vitoria-Gasteiz, een off the beaten track-bestemming waar Harry van Dooren op slag verliefd op werd. ‘Om het kloppend hart van de pleinen Plaza de Virgen Blanca en de Plaza de España liggen autoluwe winkelstraten met de voor deze regio typische belle-époquehuizen met overhangende erkers. Het is vooral de inwendige mens die hier aan zijn trekken komt. Boemelen langs de talloze pintxobars en overal wat proberen is de perfecte namiddag- en avondvulling voor toeristen en locals. De fantasievolle mondvermaakjes kosten tussen de een en twee euro per stuk. Een goed glas rioja ernaast nooit meer dan twee euro (anders stappen de Basken uit protest over op bier). Voor een oer-Baskische ervaring moet je in de bovenstad zijn, in de straatjes aan de oostkant van de San Vicente Mártir-kerk. Veel alternatieve barretjes, muziek en eten-zonder-poespas.’

Dit artikel, geschreven door Annet Maseland, stond in editie 4 2015 van ESPANJE.  De informatie van achterhaald zijn. ESPANJE! vroeg zijn redacteuren/Spanjekenners naar hun top 3 van Spaanse steden en stadjes en wat het nou precies is waarom zij daar zo graag komen. We moedigden ze aan om ook vooral verder te kijken dan de populaire toeristentrekkers. Barcelona komt daarom niet voor op deze lijst, maar opvallende afwezige is toch ook Granada, dat niet één keer genoemd werd, terwijl de Andalusische zustersteden Córdoba en Sevilla wel stemmen kregen. Runners-up zijn Mérida (Else Beekman: ‘Het Rome van Spanje, met bizar veel, zeer goed bewaard gebleven Romeinse resten.’) en Burgos (Sander de Vaan: ‘Bruisende noordelijke stad.’

 

5. Sóller:  Domweg gelukkig zijn

Soller in mallorca

 

Domweg gelukkig. Dat is Maarten Steenmijer in Sóller, gelegen in het noordwesten van Mallorca, in de buurt van de kust. ‘Het is eigenlijk een stadje van niks. Je bent er in nog geen kwartier tijd uitgewandeld. En ja, Sóller heeft een museu modernista. Maar waarom zou je in Sóller gaan wandelen of naar het museum gaan? Als je eenmaal het plein van het stadje hebt bereikt, de Plaça Constitució, hoef je niets meer. Je koopt een voorraadje kranten en tijdschriften in het winkeltje dat prensa verkoopt, ploft neer op een van de terrassen, bestelt een drankje en begint te bladerlezen. Af en toe kijk je op en zie je de ontspannen bedrijvigheid om je heen. Of je staart even naar de neogotische kerk tegenover je. Of je laaft je aan het geroezemoes om je heen. En dan weer verder lezen en gelukkig zijn.’

Wil je meer leuke en originele reistips om Spanje te ontdekken? Lees dan ook het mooie glossy magazine ESPANJE! Je kunt het hier bestellen.

 

6. San Sebastián (Donostia) ‘Zelfs de straatmuzikanten hebben allure’

 

Wil het eten niet smaken als aan de tafel naast je een stel toeristen in badkleding zit te dineren? Dan heb je de ideale vakantiebestemming gevonden in de mondaine badplaats San Sebastián, waar alles chic en kwaliteit ademt. In de oude binnenstad ben je nog gevrijwaard van de laveloosheid van sommige plekken aan de kust aan de andere kant van Spanje, waar de zon veel vaker schijnt, dat dan weer wel. Voor Emmie Declerck is het de elegante architectuur uit de belle époque die San Sebastián tot een parel maakt. Vanaf de boulevard van het mooiste stadsstrand van Europa, La Concha, waaien jazzklanken het strand op, want ook de straatmuzikanten hebben hier allure. Geloof het of niet, maar zelfs het pretpark, gebouwd in 1911 boven op de westelijke heuveltop Monte Igueldo, heeft een soort van nostalgische kwaliteit. Een kabelbaan trekt je in twee minuten kreunend en piepend omhoog. Maar San Sebastián is bovenal foodiehoofdstad. Het is een detail, maar waar in de wereld heb je een winkel met louter tomaten? Juist. Proef er een en je bent in de tomatenhemel. In het spoor van de beroemde chef Juan Mari Arzak groeide de stad uit tot de plek met de meeste Michelinsterren per inwoner ter wereld, vertelt Declerck. In de oude wijk naast het strand heb je een overdaad aan tapastentjes. Stap er gewoon maar bij een naar binnen. Slecht eten bestaat hier namelijk niet en je hopt de hele avond van het ene naar het andere. Het favoriete eettentje van topkok Arzak is in ieder geval Bergara (calle del General Artetxe, 8), verklapte hij in een interview aan FoodiesClub.

Lees ook alle artikelen over Bilbao, San Sebastián en de rest van Baskenland

 

7. Girona Weg van de toeristengekte

Wie de toeristengekte in Barcelona wil mijden, heeft in Girona een meer dan interessant alternatief op slechts een halfuur treinen van de Catalaanse hoofdstad, zegt Harry van Dooren. ‘Trek voor het oude stadshart met zijn fraaie Joodse wijk op de oostoever van de Onyar minimaal een halve dag uit. De imposante kathedraal boven aan de trappen staat te boek als een van de zeven wonderen van Catalonië met – na de St.-Pieter in Vaticaanstad – het grootste schip. Iets noordelijker liggen de Moorse baden uit de 12e eeuw. De drukke westoever is het winkel- en horecahart. Tussen de Pont de Pedra en de Plaza de la Independencia is een wandeling door de chique winkelstraat Santa Clara ook voor niet-shoppers een must. De plaza heeft cafés en restaurants voor elke smaak en beurs. Boira op nummer 19 heeft een interessante kaart met redelijke prijzen, veel Catalaanse wijnen en een fijn terras.’

 

8. Zaragoza: Fata morgana

 

Midden in het kurkdroge en lege binnenland van Spanje doemt als een fata morgana, zonder enige waarschuwing in de vorm van een voorstad, een wereldstad voor je op. Het is de vijfde stad van Spanje, maar gemeten naar toeristische aantrekkingskracht bungelt het ergens onderaan… Zaragoza, Zaragoza, waar lag dat ook alweer? In 2008 sleepte de stad de Expo binnen met het thema water. Maar het lukte Zaragoza niet om zich à la Sevilla in de wereldkijker te spelen en de stad sloot de boeken met een verlies van 500 miljoen euro. Het voormalige Expoterrein heet nog altijd Waterpark (Parque de las Aguas), maar het is alsof Zaragoza zich een beetje schaamt, want je bent een doorzetter als je het überhaupt vindt, om vervolgens in je dooie eentje langs de drooggelegde aquaducten (ooit opgezet als urban rafting experience) te wandelen. Genoeg gemopperd. Juist het feit dat Zaragoza nog niet is overgenomen door de toeristen maakt het er zo aangenaam. Deze stad kun je nog echt ontdekken. En er ís genoeg te zien en ontdekken. Zoals het Moorse Aljaferíapaleis uit de 11e eeuw, gebouwd in de christelijk-Arabische mudejarstijl die we kennen van Granada’s Alhambra. Staand voor de barokke basiliek El Pilar waan je je klein en dat was waarschijnlijk precies de bedoeling van de bouwers van deze knoeperd van een kathedraal, gelegen aan een al net zo gigantisch plein. Dé trots van Zaragoza is toch wel de schilder Goya, die hier woonde en werkte. In de Pilar zijn twee fresco’s van hem te bewonderen en het Goyamuseum huisvest een belangrijk deel van de collectie. Na al dat cultuur snuiven tijd om neer te strijken in de uitgaanswijk El Tubo, een aaneenschakeling van tapasbars en restaurantjes.

 

9. Sevilla Bakermat van de flamenco

 

Geen verrassing, deze plek in de top 10 voor Sevilla, maar als je hier zoals Carlijn Teeven de Spaanse taal en het Spaanse leven leerde kennen, ben je voorgoed verknocht. ‘Het leven is hier niet te vergelijken met dat in noordelijker gelegen steden en gaat over het algemeen een stukje langzamer.’ Haar favoriete hangplaatsen zijn La Carbonería, waar je gratis flamenco kunt kijken, en het Alameda de Hércules-plein, waar je de hele dag lekker tapas eet en biertjes drinkt. De rivier Guadalquivir snijdt de stad doormidden en aan de overkant (de verkeerde kant, zoals de Sevillanen plegen te zeggen) ligt de beroemde zigeunerwijk Triana, bakermat van de flamenco en meest bezongen wijk in de flamencogeschiedenis. Hier vind je nog bars waar artiesten in- en uitlopen en spontaan hun gitaar oppakken, zoals Lo Nuestro.

 

10. Tarazona Strategische ligging

Waarom kent niemand Tarazona, dat prachtige stadje in het westen van Aragón? Vraagt Maarten Steenmeijer zich af. Nu ligt het uit de route, maar in de middeleeuwen was het een strategische plaats waar de Moren eeuwenlang woonden en waar later de vorsten van Castilië en Aragón strijd leverden met elkaar. De sporen van deze rijke geschiedenis zijn overal te vinden in de nauwe, kronkelige straatjes die de heuvel opklimmen waarop het stadje is gebouwd. Aan de andere kant van het stroompje dat Tarazona in tweeën splitst, straalt de onlangs gerestaureerde kathedraal je met monumentale trots tegemoet. Op een luttel aantal kilometers van Tarazona ligt Veruela, dat met zijn sobere grootsheid een van de mooiste kloosters van Spanje is. Ooit woonde hier de romantische dichter Bécquer.