Verschil Madrid en Barcelona

Wat zijn de grootste verschillen tussen Madrid en Barcelona. We vroegen het Jessica van Spengen en Carlijn Teeven. Jessica was correspondent voor de NOS in Madrid. Carlijn Teeven liep stage bij haar en werkte daarna jarenlang als journalist in Barcelona. Voor ESPANJE! gingen ze de strijd met elkaar aan. Welke stad is de leukste bestemming voor een stedentrip: Madrid of Barcelona, the battle!

Barcelona heeft kilometers strand, Gaudí en hippe winkels. Wat kan Madrid daartegenover stellen? Jessica weet het wel: prachtige parken, een rijke cultuur en een bruisend nachtleven met lieve mensen die allemaal Spaans spreken.

Eten op het strand of picknicken in het park

In Barcelona kun je lekker naar la platja. Even je hardloopschoenen aan en je loopt zo de hele kustlijn van de stad af. Bij mooi weer wordt er volop gevolleybald en op steeds meer plekken kun je een SUP-board huren. En na het sporten wat eten kan bij de chiringuitos op het strand zelf, die dit jaar tot eind november open zijn. Mijn favorieten voor marisco en paella zijn de restaurants Salamanca in La Barceloneta en Escribà bij het strand van Bogatell.

Maar in Madrid hebben we het Retiropark! Als je er diep genoeg in duikt, is het er zelfs stil en heb je nauwelijks in de gaten dat je in zo’n drukke stad bent. Het standbeeld van Alfonso XII kijkt parmantig uit over het meertje, waar in de 17^e eeuw leden van de koninklijke familie ronddobberden. Je kunt er heel romantisch een bootje huren! En op verschillende plekken in het park zijn tentoonstellingsruimtes, zoals het Palacio de Cristal, waar ik zelf om de paar weken even binnenloop. Het werd gebouwd als kas voor tropische planten, maar wordt nu dus gebruikt voor tentoonstellingen. En ik ga er vaak picknicken met vrienden. Op zondag zie je overal mensen op kleedjes met manden waar stokbroden en flessen wijn uitsteken. Sommigen versieren zelfs de bomen en vieren er een verjaardag of kinderfeestje.

Gaudí of Goya?

Maar qua cultuur wint Barcelona het zeker van Madrid! Onze troef is Gaudí. Denk niet dat je al zijn werk kent als je de Sagrada Família en Park Güell gezien hebt. Aan de chique Passeig de Gràcia staan zijn Casa Batlló en Casa Milà en in de wijk El Raval vind je het prachtige Palau Güell. Wist je dat de Passeig de Gràcia grotendeels is betegeld met stoeptegels van zijn ontwerp en dat de lantaarnpalen op Plaça Reial ook van Gaudí zijn? Zo. Nu jij weer.

Je gaat me toch niet vertellen dat jij nog nooit van de Paseo del Arte ) hebt gehoord? Een tour langs de drie belangrijkste musea van Madrid (of eigenlijk van Spanje): het Thyssen-Bornemisza, het Reina Sofía en natuurlijk het belangrijkste, grootste en beroemdste museum, het Prado. Uren kun je er rondlopen om te genieten van honderden werken van Spaanse meesters als Goya en Velázquez. En niet te vergeten de wereldberoemde drieluik van ‘onze eigen’ Jheronimus Bosch: Tuin der lusten.

Tapas of vermout?

En over lusten gesproken. Als je écht Spaans wilt eten dan moet je toch echt in Madrid zijn. Vanuit elke windstreek in Spanje vind je er restaurants en in Madrid heb je ook de mercados. De oude fruit-, vlees- en vismarkten die omgedoopt zijn tot plekken waar je terecht kunt voor een hapje en een drankje. Elke wijk heeft er wel eentje die de sfeer ademt van zijn omgeving. Mercado San Miguel is de enige die echt nog de historische structuur heeft en ligt in het oudste gedeelte van de stad. Maar ga je bijvoorbeeld naar de hippe uitgaanswijk Chueca dan vind je de supermoderne Mercado San Antón. Ik vind het zo leuk daar, op de tweede verdieping. Ieder bestelt wat tapas en wat drankjes en dat wordt met elkaar gedeeld, kletsend aan de statafels die uitkijken over de mercado. In de zomer kun je ook een verdieping hoger gaan om te loungen op het terras met een cocktail.

Ik kan niet ontkennen dat je in Madrid héél goed kunt eten. In de vijf maanden dat ik er woonde, kwam ik vijf kilo aan, met name omdat er ’s avonds veel later wordt gegeten dan in Barcelona. Wel is er een Barcelona voor vegetariërs veel meer keus dan in Madrid. In elke wijk vind je tegenwoordig verschillende goede en leuke vegetarische restaurants, maar ook op het menu van de meeste andere restaurants staan genoeg opties voor wie geen vlees eet. Barcelona is gewoon wat vooruitstrevender. Wist je dat Europese trends als gin-tonic en vermout hier zijn ontstaan? Een leuk idee voor de zondagochtend: vermout gaan drinken rondom de boekenmarkt in de wijk Sant Antoni, do as the locals do.

Broadway of Beyoncé

De opera dan… Hier staat het bijna 200 jaar oude Teatro Real, het belangrijkste operahuis van Spanje, met een breed aanbod van klassieke en moderne stukken. In El Café de la Ópera kun je een zarzuelashow meemaken, een theatrale operavorm, waarbij een combinatie wordt gemaakt van acteren, musical en zang. De obers treden er op terwijl ze serveren. En heeft Barcelona een Broadway? Madrid wel! Halverwege Gran Vía zijn de musicaltheaters ’s avonds uitbundig verlicht en kun je er naar grote producties, zoals The Lion King en The Bodyguard.

Ha, daar heb je me. Eerlijk gezegd zou ik niet weten waar je in Barcelona moet zijn om een musical te kunnen zien… Maar muziek is er volop! Wereldberoemde artiesten als Beyoncé en U2 kozen tijdens hun Europese tour wél voor Barcelona en niet voor Madrid. Verder heb je hier in de zomermaanden wekelijks leuke festivals, zoals Primavera Sound, DGTL en Sónar. Voor een mix van klassiek, pop, flamenco en folk moet je in het Palau de la Música zijn. Alleen het bouwwerk van architect Lluís Domènech i Montaner is de toegangsprijs al meer dan waard.

Trappen of stappen

En fietsen… dat is hier veel makkelijker. Ik gebruik mijn Hollandse omafiets voor alles en ben binnen maximaal een halfuur op de plaats van bestemming. Tenzij je diep in de wijk Gràcia moet zijn, merk je nauwelijks iets van het hoogteverschil. In Barcelona ligt 116 kilometer aan fietspaden en dat moeten er de komende jaren 308 worden. Mijn tip is dan ook om de stad lekker per bici te ontdekken.

Ja, dat is waar… Hier kijken mensen nog steeds met volle verbazing hoe ik me op de fiets tussen de auto’s doorwurm, want op veel plekken zijn er nog geen fietspaden.

Vintage of Gucci

Qua winkelen is Barcelona ook gewoon hipper. Je kunt er shoppen bij alle grote ketens en de flagshipstores van onder meer H&M en Zara zijn hier gevestigd. Maar veel leuker nog vind ik de tweedehandsmarkten, die bijna elk weekend worden gehouden. Mijn favoriete zijn Lost & Found (in de winter in het treinstation França en ’s zomers aan het strand van La Barceloneta) en Flea Market (Plaça de Blanquerna). In de wijk El Raval zitten verschillende leuke vintagewinkels, zoals Holala! en Flamingos Vintage Kilo, waar je je kleren per kilo afrekent.

Oké, Madrid is niet heel hip, de mensen hier gaan over het algemeen nog wat conservatiever gekleed. Maar je kunt hier echt heel leuk winkelen! Barrio Salamanca ga je in als je je wilt vergapen aan de grote glazen puien met Prada-schoenen en Gucci-tassen. Onder de arcadische bogen op Plaza Mayor vind je de meer klassieke Spaanse attributen, zoals hoeden, bewerkte wandelstokken en flamencojurken. Zelf winkel ik graag in Malasaña, waar je leuke kleine winkeltjes hebt, met de collecties van jonge, startende ontwerpers.

Vrienden voor een nacht of voor altijd

En de Madrilenen… Die omarmen je! Ik leerde hier in korte tijd zoveel leuke nieuwe mensen kennen, uit alle delen van Spanje. Het helpt wel als je de taal spreekt, en om die te leren ben je hier ook op je plek.

Ja, je pas geleerde Spaans in de praktijk brengen, dat kan in Barcelona wat verwarring opleveren. Het Catalaans heeft hier officieel prioriteit, dus schrik niet als je gerechten op de menukaart niet meteen herkent. Maar de Barcelonezen spreken over het algemeen ook gewoon Spaans, hoor. Na vier jaar in Barcelona moet ik zeggen dat mijn Catalaanse vrienden op één hand te tellen zijn. Een echte vriendschap opbouwen is lastig en een Catalaan zal je niet zo snel thuis uitnodigen. Maar als je hun vertrouwen eenmaal hebt gewonnen, dan heb je een amigo para siempre.

Real Madrid of Barça?

Nog even over voetbal. Wij hebben natuurlijk Real Madrid. Je kunt het Santiago Bernabéu-stadion, de voetbaltempel van de stad, bezoeken voor een rondleiding waarbij je in de kleedkamer komt waar je het zweet nog ruikt van de laatste overwinning, alle bekers en trofeeën van de club ziet van de club en een foto kunt maken waarop het lijkt of je echt arm in arm staat met je voetbalhelden. Oh, en vergeet niet dat Madrid ook een tweede grote club heeft, Atlético Madrid.

Gefeliciteerd hoor! Maar Barcelona heeft natuurlijk nog grotere iconen. En eh… over iconen gesproken: FC Barcelona zal natuurlijk ook altijd de club blijven die groot werd gemaakt door ‘nummer 14’ Johan Cruijff. Het bericht van zijn overlijden kwam hier zeker zo hard aan als in Nederland. Camp Nou stroomde vol met emotionele Catalanen die El Salvador een laatste eer wilden bewijzen. In het clubmuseum kun je veel van Cruijff bekijken en leer je natuurlijk ook alles over Messi, Neymar en andere voetbalhelden.

Internationaal werkklimaat of Spaanse tradities

En… Cruijff gaf het goede voorbeeld, maar het is natuurlijk niet voor niets dat er nog altijd zo’n tienduizend Nederlanders in Barcelona wonen. Het is een ontzettend aantrekkelijke standplaats voor ondernemers en de Nederlandse bedrijven schieten hier als paddenstoelen uit de grond. Door het mediterrane klimaat en de goede bereikbaarheid en omdat ze hier internationaal georiënteerd zijn. Ook als je niet per se de droom hebt om een eigen onderneming op te zetten, is het vaak niet al te moeilijk om hier werk te vinden. Bij veel bedrijven is er vraag naar Engels sprekende medewerkers voor bijvoorbeeld de klantenservice.

In Madrid wonen is nooit saai. Er werken kan ook zeker, al kom je hier wel wat sneller bij een Spaans bedrijf terecht. De Spaanse markt is nog altijd wat meer naar binnen gekeerd, al heeft de economische crisis er wel voor gezorgd dat dat aan het veranderen is. In een Spaans bedrijf werken, dat is voor veel Nederlanders vaak wel even wennen door de nog zeer hiërarchische arbeidscultuur en de lange dagen die je maakt, want veel winkels en bedrijven gaan dicht vanwege de siësta. ‘Ik ga vaak niet naar huis, maar leg zeker een halfuur per dag even mijn hoofd op mijn bureau,’ zegt mijn vriend Pablo. Als je in het centrum woont kan het zijn dat je veel tijd aan reizen kwijt bent omdat veel bedrijven buiten de ring zijn gevestigd. Maar het is hier wel op-en-top Spaans!

Dit artikel verscheen in aangepaste vorm in ESPANJE! editie 3 2017 die je hier kunt bestellen.