Espana- Lake Enol

Spanjaarden zijn echte wandelfanaten. In het weekend trekken families en groepjes vrienden de bergen in om lange  wandelingen te maken en te picknicken. Want in Spanje vind je op de meest afgelegen plekken nog wel een picknicktafel, vaak ook nog met barbecue. Veel van het landschaps- en natuurschoon in Spanje is vrij toegankelijk. Dus wandelschoenen aan en wandelen maar! In deze vijftien natuurgebieden zijn die 10.000 stappen per dag één groot feest.

1. Islas Atlánticas: Prachtige stranden en duinen

Gelegen in de Galicische provincie Pontevedra omvat het Islas Atlánticas Nationaal park de Cies-eilanden en de eilanden van Ons, Cortegada en Sálvora. .Het park bestaat uit vier clusters van rotsachtige eilanden met kliffen aan de westkant met uitzicht op de Atlantische Oceaan en prachtige stranden en duinen aan de oostelijke zijde. De belangrijkste en meest spectaculaire kolonies zee-vogels aan de Spaanse kust leven op deze eilanden. Het ultieme eilandgevoel maar dan midden in de oceaan. Perfect voor mooie wandelingen. Je kunt kamperen op een van de eilanden en het prachtige blauwe water nodigt uit tot zwemmen. Maar pas op, het water is ook in de zomer ijs- en ijskoud.

2.Picos de Europa: Goed te combineren met een dagje strand

De-Picos-de-Europa

De Picos de Europa wordt wel een van de mooiste bergketens van Europa genoemd. Met een oppervlakte van circa 500 vierkante kilometer is dit gebied, met kloven, weiden en pieken, niet alleen het grootste nationale park van Spanje maar ook van Europa. Het was in 1918 het eerste nationale park van Spanje en is sinds 2002 ook UNESCO biosfeerreservaat. De bergketen ligt op zo ́n 20 kilometer van de Atlantische kust en daardoor is er relatief veel neerslag en ook sneeuw in de winter. Verspreid over het hele nationale park zijn uitkijkpunten vanwaar je een schitterend uitzicht hebt. Vanuit Fuente Dé brengt de teleférico je 1800 meter boven zeeniveau. Niet geschikt voor mensen met hoogtevrees!

Meer wandeltips en andere reistips voor Spanje? Dan is ESPANJE! MAGAZINE en ideaal voor je. Zo krijg je vier keer per jaar 100 pagina’s Spanje-inspiratie op de mat en in je digitale brievenbus.  Bestel het magazine hier met 10 euro korting.

3. Ordesa y Monte Perdido: Lammergieren spotten in de Pyreneeën

In dit park komen meer dan 1500 soorten bloemen, 171 vogels, 32 verschillende zoogdieren en 8 soorten reptielen voor. Met een beetje geluk kun je hier een lammergier spotten met een spanwijdte van 3 meter. Deze vogels zijn in Europa vrijwel alleen in de Pyreneeën te zien. Rond het park is een aantal aardige dorpen, waarvan het boven op een heuvel gelegen Aínsa met zijn mooie plein met terrassen zeker een bezoek waard is. Dit nationaal park in het noorden van Spanje op de grens met Frankrijk is onderdeel van het Nationaal Park de Pyreneeën en de Monte Perdido, dat in 1997 door de UNESCO werd uitgeroepen tot werelderfgoed. Het landschap wordt gedomineerd door het grote massief van de Monte Perdido (3355 meter). Door de vele verschillende ecosystemen met zowel Atlantische als mediterrane invloeden heeft het een buitengewoon rijke en gevarieerde flora en fauna.

Lees meer: Prachtig wandelen in Catalonië: Camino de Ronada

4.Aigüestortes i Estany de Sant Maurici: Ook in de winter een plaatje

Een paradijs in een rustige, ontspannen omgeving. Het Aigüestortes i Estany de Sant Maurici Nationaal Park ligt midden in de Pyreneëen en is met zijn vele meren, rivieren en watervallen met kristalhelder water een geweldige bestemming voor bergwandelaars, maar ook voor niet-getrainde natuurliefhebbers. In de winter, als de dichte bossen en velden besneeuwd zijn, is dit gebied ook een plaatje en kun je er de latten onderbinden. Rond het park ligt een aantal dorpjes, zoals het toeristische Espot, maar als je iets verder van het natuurgebied overnacht kom je vele authentiekere dorpjes tegen waar bijna geen buitenlandse toeristen zijn. Leuk om te combineren met routes langs de ruige Catalaanse kust.

5. Cabrera-archipel: Dagtrip vanaf Mallorca

Cabrera-archipel

Vlak bij Mallorca vind je één groter eiland en 18 kleintjes die al sinds 1991 nationaal park zijn. De geïsoleerde ligging en status van nationaal park staan garant voor ongerepte mediterrane natuur. De archipel is vanwege belangrijke kolonies zeevogels en andere vogelsoorten die hier permanent verblijven of langs vliegen een topbestemming voor vogelaars. Het eiland kent een bewogen geschiedenis: het was een gevangenen eiland, privébezit van een familie die er wijn verbouwde en militair oefenterrein voor het nationaal park werd. De archipel is samen met de omringende wateren en de zeebodem een van de best bewaarde stukjes in de Middellandse Zee, met een zeer rijk maritiem leven. Zo vind je hier in zee meer dan 500 weekdieren, schaaldieren, sponzen en vissen.

6.Sierra de Guadarrama: Populair onder dagjesmensen

Tussen Madrid en Segovia (Castilla y León) ligt dit natuurgebied, dat met name populair is onder dagjesmensen uit Madrid, die hier graag wandelen en bergsporten beoefenen. Veel Madrilenen hebben ook een tweede huis hier in de bergen. Vanwege de grote demografische druk werd in 2013 besloten om dit gebied uit te roepen tot nationaal park. In het hart van de sierra ligt El Puerto de Navacerrada, een populair wintersportoord met zestien pistes voor alle niveaus. Een bezoek aan Madrid kun je dus prima combineren met een paar dagen skiën of wandelen!

7.Cabañeros: Herten en lynxen

Het Nationaal Park van Cabañeros, in het hart van Spanje, ligt in de Montes de Toledo. De weilanden, bergketens en massieven bedekt met mediterrane bossen en struikgewas zijn het leefgebied van vele – soms bedreigde – diersoorten, vooral vogels, zoals zwarte gieren, monniksgieren, keizerarenden en steenarenden. Bovendien leven er 45 grote zoogdieren in Cabañeros, zoals herten, wilde zwijnen en reeën, maar ook de bedreigde Iberische lynx komt hier nog voor. Van de 13e tot de 19e eeuw was het gebied eigendom van de stad Toledo. Daarna werd het privébezit, wat ertoe heeft bijgedragen dat het zo’n uitzonderlijk natuurgebied kon worden. Sinds 1988 is het een natuurpark en in 1995 werd het nationaal park.

8.Tablas de Daimiel: Drasland in een droge streek

Tablas-de-Daimiel

Het onbekendste nationale park van Spanje is met een oppervlakte van nog geen 20 vierkante kilometer tevens het kleinste. Het ligt op zo’n twee uur rijden ten zuiden van Madrid op de hoogvlakte van La Mancha in de Spaanse provincie Ciudad Real. Het unieke van Tablas de Daimiel is dat het een drasland is in een droge streek in Spanje.Vroeger jaagden koningen hier op vogels. Maar in 1973 werd het nationaal park en in 1980 UNESCO biosfeerreservaat. Las Tablas de Daimiel werden gevormd doordat hier de rivieren de Guadiana en Cigüela samenvloeien. Je kunt wandelen tussen de wetlands en vogels spotten die je waarschijnlijk nog nooit hebt gezien.

Lees meer: Wandeldorado Picos de Europa

9.Monfragüe: Voor de vogelaars

De grootste en best bewaarde mediterrane bossen wereldwijd zijn te vinden in het Monfragüe Nationaal Park in Extremadura. Rivieren en reservoirs irrigeren het rivierengebied van dit park, wat zorgt voor een rijke en gevarieerde flora en fauna. Daardoor is dit gebied een favoriete plek voor vogels en vogelaars. Vanaf verschillende uitkijkpunten kun je zeldzame exemplaren spotten, zoals monniksgieren, Spaanse keizerarenden, aasgieren en zwarte ooievaars. De bosvogels zijn hier minder bijzonder, omdat die vaak in heel Extremadura voorkomen, maar wel speciaal zijn de Orpheusgrasmus, de kleine bonte specht, de Iberische tjiftjaf, de appelvink en de goudvink. Een goede uitvalsbasis voor een bezoek aan het park is het 45 kilometer verderop gelegen stadje Trujillo.

10. Coto Doñana: Zuidelijker kun je niet

De biodiversiteit in Coto Doñana, het natuurpark aan de Atlantische Oceaan in de driehoek Cádiz, Sevilla en Huelva, is het gevolg van een combinatie van verschillende ecosystemen. Het werd in 1980 uitgeroepen tot UNESCO biosfeerreservaat. Dit is vooral een fantastische bestemming voor vogelaars. Het vlakke land met zijn moerassen is een walhalla voor trekvogels. De Iberische lynx, die hier ook nog voorkomt, is uitgegroeid tot het symbool van het park. Het gebied was vroeger het jachtgebied (coto betekent jachtterrein) van de hertogen van Medina Sidonia en is vermoedelijk vernoemd naar Doña Ana de Mendoza y Silva, de vrouw van de zevende hertog van Medina Sidonia. Er lopen geen wegen door het natuurgebied en het is beperkt toegankelijk. Eén keer per jaar vindt hier de beroemde bedevaart met paarden en huifkarren plaats ter ere van de maagd van El Rocío.

11.Sierra Nevada: Wandel- én skigebied

Sierra-Nevada

Dit natuurpark in het zuiden van Andalusië is vooral bekend als achtergronddecor van het Alhambra in Granada, met vijftien toppen van meer dan 3000 meter hoogte. Het heeft zowel glooiende hellingen als steile kliffen en de Mulhacén (3482 meter) en de Veleta (3396 meter) zijn de hoogste toppen van het Iberisch Schiereiland. Niet voor niets heet dit gebergte Sierra Nevada (besneeuwde berg). In de winter kun je een skivakantie (er is 85 kilometer piste) prima combineren met een bezoek aan Granada, Córdoba en Málaga. In de rest van het jaar is het een fantastisch gevarieerd wandelgebied met bossen en verschillende natuurlijke minerale bronnen. De Sierra Nevada werd in 1986 door de UNESCO uitgeroepen tot biosfeerreservaat vanwege de uitzonderlijke landschappelijke waarde. Instagrammer Chloë Sterk ging sneeuwwandelen in de Sierra Nevada. Je leest het in de januari-editie  2021 van ESPANJE! die je hier kunt bestellen.  

12.Caldera de Taburiente La Palma: Beekjes en bronnen

Veel wandelaars komen naar La Palma voor de Caldera de Taburiente, een diepe brede krater in het hart van het eiland. Het ruige landschap in dit gebied, dat sinds 1954 nationaal park is, is het resultaat van de dramatische hoogteverschillen. De Caldera de Taburiente is een enorme krater omringd door de hoogste toppen van het eiland, waarvan El Roque de los Muchachos (2426 meter) de hoogste is. In lager gelegen delen zijn stroompjes, beekjes en bronnen waarlangs wilgen en bamboe groeien. Het uitkijkpunt La Cumbrecita op een hoogte van 1287 meter biedt een fantastisch uitzicht en is bereikbaar met de auto. Wel van tevoren reserveren want de parkeerplaatsen zijn beperkt.

13.El Teide Tenerife: Een topervaring

Een bezoek aan het Teide Nationaal Park is eigenlijk een must voor iedereen die vakantie viert op het eiland Tenerife. En dit bezoek is niet compleet als je niet met de teleférico naar boven bent geweest. Een topervaring waardoor je bij helder weer het majestueuze vulkaanlandschap en de omringende eilanden Gran Canaria, La Palma, La Gomera en El Hierro prachtig kunt zien liggen. Maar ga vooral ook wandelen in dit gebied, dat al sinds 1954 nationaal park is en met 3718 meter de hoogste top van Spanje heeft.

Lees meer: Camino de Ronda: Prachtig wandelen tussen Blanes en Lloret

14. Timanfaya Lanzarote: Wijnranken in lavagesteente

Timanfaya-Lanzarote

Dit nationale park in het zuiden van Lanzarote is ontstaan door een reeks vulkaanuitbarstingen die tussen 1730 en 1736 een groot deel van het eiland bedekten. In totaal werden elf dorpen van de kaart geveegd en veranderde bijna 180 vierkante kilometer in een soort maanlandschap. Je kunt het hart van het park alleen per bus bezoeken, die vertrekt vanaf de grote parkeerplaats bij restaurant El Diablo. Via meertalige uitleg wordt de spectaculaire geschiedenis van het park uit de doeken gedaan. Dat de vulkaan nog steeds actief is kun je zien bij het restaurant. Daar is een put waar vulkanische warmte uit komt waarop het restaurant aardappels poft. Het eiland is verder beroemd vanwege de wijnen van wijnranken die groeien in lavagesteente en de deels uit lavasteen gemaakte kunstwerken en architectuur van César Manrique. ESPANJE!-redacteur Karin Anema verkende Lanzarote en het naastgelegen La Graciosa op de fiets. Je kunt het lezen in de januari-editie 2021 van ESPANJE! die je hier kunt bestellen.

15. Garajonay La Gomera: Subtropische laurierbossen

Dit nationale park op La Gomera, in 1986 uitgeroepen tot UNESCO werelderfgoed en in 1988 tot Europees Vogelreservaat, heeft een totaal ander karakter dan de rest van de Canarische Eilanden. In plaats van vulkanische landschappen zijn hier vochtige subtropische laurierbossen die bijna voortdurend in nevelen zijn gehuld. Het park is vernoemd naar de rotsformatie van Garajonay, die weer vernoemd zou zijn naar Gara en Jonay, een soort Canarische Romeo en Julia. In het bos groeien groenblijvende, hardhouten bomen die tot 40 meter hoog kunnen worden. Onder de duizend diersoorten in het bos zijn ongeveer honderdvijftig inheems, zoals de West-Canarische skink en de laurierduif. Het park wordt doorkruist door een dicht netwerk van wandelpaden.