Fietsen | ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje https://www.espanje.nl Thu, 15 Feb 2024 00:20:13 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=5.8.9 https://www.espanje.nl/wp-content/uploads/2017/05/cropped-favicon-96x96-1-32x32.png Fietsen | ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje https://www.espanje.nl 32 32 Fietsen in Spanje? Dit zijn de 5 meest fietsvriendelijke steden https://www.espanje.nl/fietsen-in-spanje-dit-zijn-de-5-meest-fietsvriendelijke-steden/ Thu, 15 Feb 2024 00:02:21 +0000 https://www.espanje.nl/?p=28770 Spanje is een geliefd land onderwielrenners. Maar ook in de steden wordt steeds meer gefietst. Spanje hoort zelfs bij de koplopers van landen waar je een deelfiets kunt pakken. Doordat steeds meer steden emmissievrije zones instellen is de fiets niet alleen voor toeristen het ideale vervoermiddel, maar gaan ook steeds meer Spanjaarden op de pedalen. Veel steden hebben de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in fietspaden. Volgens de Organización de Consumidores y Usuarios (OCU) zijn de onderstaande vijf Spaanse  het meest fietsvriendelijk omdat steden de fietspaden voldoen aan de criteria. Dat wil o.a. zeggen: ze zijn compleet, aaneengesloten, herkenbaar en lopen langs hoofdwegen.

The post Fietsen in Spanje? Dit zijn de 5 meest fietsvriendelijke steden appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
Spanje is een geliefd land onder wielrenners. Maar ook in de steden wordt steeds meer gefietst. Spanje hoort zelfs bij de koplopers van landen waar je een deelfiets kunt pakken. Doordat steeds meer steden emmissievrije zones instellen is de fiets niet alleen voor toeristen het ideale vervoermiddel, maar gaan ook steeds meer Spanjaarden op de pedalen. Veel steden hebben de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in fietspaden. Volgens de Organización de Consumidores y Usuarios (OCU) zijn de onderstaande vijf Spaanse het meest fietsvriendelijk omdat de fietspaden er voldoen aan de de gestelde criteria. Dat wil o.a. zeggen dat ze compleet, aaneengesloten en herkenbaar zijn en lopen langs hoofdwegen.

Lees ook: Tips voor een actieve vakantie in Spanje

Valencia

Alleen al het feit dat Valencia vlak is, maakt dat de stad zich goed leent om hier te fietsen. Maar er is ook duidelijk aan de fietsers gedacht: de ruim 120 kilometer aan fietspaden zorgen ervoor dat je niet tussen de auto’s door hoeft te schieten. Verken de futuristische Ciudad de las Artes y las Ciencias, fiets door het groene Turia-park en geniet van een ontspannen rit langs de strandpromenade. Lees hier onze reistips voor Valencia.

Barcelona

fietsen in spanje

Barcelona is erg fietsvriendelijk. De stad heeft een uitgebreid netwerk aan fietspaden die je langs de beroemde bezienswaardigheden zoals de Sagrada Família, de Ramblas en het strand van Barceloneta leiden. Met een fiets kun je gemakkelijk door de smalle straatjes van de Gotische wijk navigeren en het bruisende stadse leven ervaren. Hier lees je meer over fietsen in Barcelona.

Sevilla

Sevilla staat bekend om zijn roemruchte historie, prachtige architectuur, levendige pleinen en charmante steegjes. Maar het vlakke landschap maakt het ook een fijne stad om te verkennen per fiets. De stad is begonnen met het aanleggen van fietspaden in 2006 en heeft nu ruim 180 kilometer aan verharde paden. Fiets langs de Guadalquivir rivier, bewonder de prachtige Plaza de España en ontdek de betoverende tuinen van het Alcázar. Lees hier meer over de Feria de Abril in Sevilla

San Sebastián

De Baskische stad San Sebastián is niet alleen een paradijs voor strandgangers en fijnproevers, maar ook een genot voor de fietsfanaten en wielrenners. Elk jaar vindt hier de wielerwedstrijd Clásica San Sebastián plaats. Huur hier een fiets en verken de mooie baaien van de stad of fiets door de weelderige groene heuvels van de omgeving. Vergeet niet onderweg te genieten van heerlijke pintxos in de lokale bars. En als je er toch bent, neem dan de boemeltrein naar Bilbao om ook die stad op de fiets te verkennen.

 

 Wil je meer leuke reistips voor Spanje? Lees dan ook het mooie magazine ESPANJE! Bestellen kan HIER!

Vitoria

Deze stad – ook in het prachtige Baskenland – is de laatste jaren flink gestegen in de lijst met meest fietsvriendelijke plaatsen van Spanje, meldt de OCU. Zowel het centrum als de buitenwijken zijn goed begaanbaar. Een deel van de 145 kilometer aan fietspaden die je hier vindt, loopt door de groene zone die de stad omringt. Fun fact: elk punt in deze stad ligt op minder dan 250 meter van een fietspad. ESPANJE! tipte de stad in 2013 al als de groene hoofdstad van Baskenland. Je kunt dat artikel hier lezen.

Fiets huren?

In alle bovengenoemde steden behalve Vitoria bestaat een publiek fietsverhuursysteem waar je een (tijdelijk) abonnement kunt nemen. Verspreid door de steden staan stations met fietsen die je kunt pakken, om ze vervolgens in een ander station terug te zetten. Het nadeel van dit systeem is dat een station leeg of juist vol kan zijn, waardoor je niet altijd je fiets kunt halen of stallen waar je wilt. Om hier niet afhankelijk van te zijn, is het vaak makkelijker om voor een of meerdere dagen een fiets huren bij een fietsverhuurbedrijf. Baja Bikes biedt in veel Spaanse steden fietsen en tours aan.

The post Fietsen in Spanje? Dit zijn de 5 meest fietsvriendelijke steden appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
Steun de Vuelta van ‘onze’ Thomas https://www.espanje.nl/steun-de-vuelta-van-onze-thomas/ Wed, 24 Aug 2022 11:13:56 +0000 https://www.espanje.nl/?p=26302 Wat een prachtige Spaanse zomer is het weer. Ook onze vaste fiscale columnist Thomas was dit jaar weer in Spanje te vinden. Maar dit keer niet alleen om te genieten van alles wat Spanje te bieden heeft. Hij was hard aan het trainen in de Spaanse bergen voor de Tour for Life 2022: een zware fietstocht van Italië naar Nederland voor een heel goed doel: kankeronderzoek en het Daniel den Hoed Fonds.

The post Steun de Vuelta van ‘onze’ Thomas appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>

24 augustus 2022 – Wat een prachtige Spaanse zomer is het weer. Ook onze vaste fiscale columnist Thomas Vermeulen was dit jaar weer in Spanje te vinden. Maar dit keer niet alleen om te genieten van alles wat Spanje te bieden heeft. Hij was hard aan het trainen in de Spaanse bergen voor de Tour for Life 2022: een zware fietstocht van Italië naar Nederland voor een heel goed doel: kankeronderzoek en het Daniel den Hoed Fonds. Je kunt Thomas via deze link  steunen. Elke donatie voelt voor hem als een duwtje in de rug bij de zware beklimmingen.

Thomas Vermeulen fiets

Thomas tijdens zijn training in Spanje

 

Op de dag dat de wielrenners in Asturië de 8e etappe van de Vuelta rijden, vertrekt Thomas op 27 augustus vanuit het Italiaanse Bardonecchia om in acht dagen naar Zuid-Limburg te fietsen via een spectaculaire route. In totaal legt hij 1300 kilometer af met 19.000 hoogtemeters. Hij beklimt wereldberoemde cols uit de Tour de France en rijdt door glooiende Franse landschappen en langs mooie dorpjes. Je kunt de tocht hier volgen. De hele redactie van ESPANJE! wenst je een prachtige tocht Thomas!

Een impressie van de Tour of Life van 2021

The post Steun de Vuelta van ‘onze’ Thomas appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
Fietsen in de Pyreneeën https://www.espanje.nl/fietsen-in-de-pyreneeen/ Tue, 09 Aug 2022 21:25:00 +0000 https://www.espanje.nl/?p=26106 In Nederland kun je terecht bij Vrienden op de Fiets als je een fietstocht maakt. Schrijver, journalist en hartstochtelijk fietser Marc Peeters ontdekte dat je ook in Spanje bij Hollandse fietsvrienden terecht kunt. Vaak in gehuchten waar verder niets is. Een hilarisch verslag van zijn zware tocht door de Pyreneeën.

The post Fietsen in de Pyreneeën appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
Schrijver, journalist en hartstochtelijk fietser Marc Peeters ontdekte dat je ook in Spanje bij Hollandse fietsvrienden terecht kunt. Vaak in gehuchten waar verder niets is. Maar of je daar blind op kunt varen, eh fietsen… Een hilarisch verslag van zijn zware tocht door de Pyreneeën.

Er bestaat een vereniging die heet Vrienden op de Fiets. Let op, de hoofdletters V en F geven aan dat het om een officieel gezelschap gaat, want ‘vrienden op de fiets’ in persoonlijke zin, dat is iets geheel anders. De stichting Vrienden op de Fiets (afgekort VodF) biedt gastadressen aan voor reizende fietsers, aangeboden door andere fietsers. ‘Het zijn gewoon particulieren met een groot hart die Vrienden [met hoofdletter] warm onthalen, een gespreid bed bieden en ’s ochtends een heerlijk ontbijt serveren’. Aldus het voorwoord van de meest recente gids.

Gevluchte fietssympathisanten

Interessant is dat de gids niet alleen nationaal onderdak biedt, maar ook internationaal. Weliswaar in geringere mate, maar toch, voorafgaand aan mijn fietstrip door Noord-Spanje had ik voor de zekerheid de pagina met adressen in het Iberisch hoofdstukje toch maar geprint. De adresjes die in aanmerking zouden kunnen komen had ik – ook uit nieuwsgierigheid – opgespoord en aangekruist op de landkaart. Het ging grotendeels om kleine verafgelegen gehuchten (aldeas in het Spaans). Ja, fietssympathisanten die ons land zijn ontvlucht vind je niet in geürbaniseerde contreien. Die ene dag van de bewuste fietsreis ben ik op weg naar zo’n locatie. Ik heb de goede man na een laatste poging onverwacht toch nog te pakken gekregen. In de albergue peregrinos te Jaca krijg ik te horen dat ie inderdaad lid is van VodF, maar dat ie op tot heden nog nooit iemand op bezoek heeft gehad. Om te overnachten neem ik aan. Het klinkt wat zuchtend, alsof er een verplichting geldt, waarbij hij meldt dat ‘het kan’. Hij vraagt nog of ik beschik over een GPS. Ik zeg dat ik het plaatsje Aguinaliu al getraceerd heb op de kaart. En dat ik nog zal bellen als ik ‘eraan kom’. Over de vergoeding (‘symbolisch’ volgens de stichting) zullen we het nog wel hebben.

Marc

Marc bij zijn vertrek

Oogstrelend dorpje

Leuk, ik kijk er naar uit. Ik ben ongeveer halverwege mijn reis, en ben wel weer toe aan brok ‘vertrouwd Nederlands onderhoud’. Maar meest zie ik uit naar de persoon, want wat doet die man daar in dat gehucht in de Aragonese bergen? Een teruggetrokken Ton Lemaire, gevlucht voor het materialisme en de efficiency uit onze kikkerdelta? Enfin, beelden en fantasie wellen onbevangen op. Die ochtend vertrek ik uit Riglos, het oogstrelend gelegen dorpje neergevleid tegen het verticaal-kolossale massief van Los Mallos. In de refugio ben ik verwelkomd door de Gentse Anna, in een mix van Vlaams en Spaans. Om redenen van de liefde voor een mooie Spanjaard verblijft ze hier reeds 7 maanden, en assisteert ze bij de huishoudelijke activiteiten. Riglos kent zowaar een station. Daar zou een trein langs moeten komen, de trein van Jaca naar Zaragoza, die ook stopt in Huesca. Dat laatste is zeker, of hij stopt in Riglos hangt ervan af of de conducteur weet dat er iemand ter plekke wil uitstappen (om daar te gaan hiken), of dat de machinist zo alert is om iemand te zien zwaaien op het godverlaten stationnetje. Zoals ik dan. Vanaf het dorpje gaat er een steil weggetje zonder wegaanduiding naar beneden. Gelukkig was ik gisteren al op verkenning geweest. Net buiten de bebouwing glij ik bijna uit over wat smurrie op de weg. Ik draai me nog eens om, en ontdek dat het vijgen zijn, ze liggen daar uitgeteld op straat. Vijgen zijn calorierijk, en zijn een aangename energie-opwekker, zo weet de ervaren fietser. Ik raap er 3 op, en na ze met wat water afgespoeld te hebben stop ik ze in mijn stuurtas. Beneden aangekomen is het wachten. Indianen als Winnetou kunnen een trein van tientallen kilometers afstand aan horen komen door hun oor op de spoorrail te luister te leggen. Die kunst versta ik niet.

 

Bij het uitrijden van Barbastro passeer ik een kleine tienda. Daar ga ik wat biertjes kopen. Alvast iets om naar uit te zien, een welkomsttoast met mijn gastheer.

 

Vertrek vanaf Huesca

Blij en opgelucht ben ik toch als er een trein om de hoek verschijnt. Niet met een rookpluim zoals in de tijd van Winnetou, maar wel met een aangenaam tuffend gangetje. Ik neem geen enkel risico en ga toch maar als een hyperkinetische adhd-er op en neer springen. In the shuffling madness of the locomotive breath. Op het spoor springen lijkt me iets te brutaal. Ja, hij stopt, en de conducteur helpt me met inladen. Ik neem de trein, enerzijds om tijd te winnen, op weg naar Aguinaliu, er resteren dan vanaf Huesca nog zo’n 85 km, dat vind ik genoeg. Plus dat ik voor fietsen grotendeels aangewezen ben op de schouder (zeg maar de pariastrook) van de Carretara Nacional. En daar heb ik eigenlijk wel schoon genoeg van. Rond 12 uur begin ik in Huesca aan het echte werk. (Helaas geen tijd voor een bezoek aan de mooie Plaza de Ainsa.) Er blaast nog steeds, zoals alle dagen voordien, een flinke westenwind. Ook dat heb ik ingecalculeerd. Mijn beoogde aankomsttijd is begin van de avond. Ik verheug me op het welkomstdrankje. De drie vijgen worden onderweg verorberd. Als ik in Barbastro ben ga ik mijn fietsvriend maar eens bellen. Hij zegt dat het nog zo’n 25 km is. Ik vraag of wat meenemen zal, 2 biertjes bijvoorbeeld. Nee, voor mij hoef je niks mee te nemen. Ik vraag hem of er in het dorp een bar is, of iets waar ik nog wat kan eten. Nee, hier is niks, maar beneden bij het stuwmeer ligt wel een restaurant, bij een camping. Hij zegt dat hij het bed zal gaan opmaken. Enthousiast klinkt het niet. Tegelijkertijd welt die nieuwsgierigheid maar op, wat is dit voor een figuur, wat spookt ie daar uit, welke geschiedenis draagt hij met zich mee, hoe kijkt hij tegen het leven aan? Wordt dit een ontmoeting van twee zonderlingen, twee eenzaten die zich Aussteiger voelen. Ik besluit om onderweg dat restaurant op te zoeken, en daar iets, een stevige bocadillo para llevar, te nemen. Bij het uitrijden van Barbastro passeer ik een kleine tienda. Daar ga ik wat biertjes kopen. Alvast iets om naar uit te zien, een welkomsttoast met mijn gastheer.

 

Wat leuk dat je onze site bezoekt! Wil je meer berichten en artikelen lezen over Spanje? Dan is ons glossy magazine ESPANJE! ook een aanrader. Ook leuk als cadeau trouwens. Je leest het een jaar lang voor nog geen twee tientjes. Hier kun je het bestellen

 

Van geraas naar de stilte

Ik loop naar binnen, en daar hoor ik dat nummer op de radio met die heerlijke intro.

 

Die kennen ze hier dus ook. He despertado en el fondo de este pozo sin saber quién soy, como he llegado. Ik ben weer thuis, de vertrouwdheid spat ervan af. Ik vertel de verkoopster dat ik op weg ben naar Aguinaliu. Daar heeft ze nog nooit van gehoord, ook al ligt het hier slechts 25 kilometer vandaan. Hmm, spreek ik het soms verkeerd uit? Twee marsen gaan mee. De blikjes San Miguel verdwijnen in de fouragetas. Ik ga nog eventjes flink op de pedalen. T’is een rotstuk, mijn krachten beginnen weg te vloeien. Niet lelijk, zo langs de río Cinca, maar ik begin het wat beu te raken, dat geraas van het verkeer. Bovendien een batterij aan tunnels. Achterlampje aan, ningún problema. Dan doemt het stuwmeer op. Maar waar is dan dat restaurant? Moet ik daarvoor soms van de route af? Ik zie de camping in de verte, het lijkt me echter niet slim om dat nog op en neer te fietsen. Ik besluit de goede man uit te nodigen om na aankomst met mij aldaar een cena te nuttigen. Hij zal allicht over een auto beschikken. (Hoe overleef je anders zo ver in ‘the middle of nowhere’?) Ook goed om te ‘socializen’. Op dit moment neem ik als boost nog snel een mars. En gelukkig is daar al snel de afslag naar het dorpje. Maar die afstand…, dat is meer dan de geschetste 25 km. Ben al lang blij dat ik verlost ben van die knorrende beesten. Wat een genot zo’n klein weggetje. Hoe mooi verstild is het hier. Waar ik niet verlost van ben: insecten, die het wel fijn vinden om mij te vergezellen op weg naar de fietsvriend. Ik klim rustig verder, het dorp, mijn overnachting zal weldra opdoemen.

 

Door de lage snelheid kukel ik pardoes naar links  als een dominosteen rechtstreeks in het doornig struikgewas, de fiets bovenop me.

Geen hartelijk ontvangst

Het bordje Aguinaliu als poort naar de verlossing. Geen idee waar mijn fietsvriend precies woont. Ik probeer hem te bellen, geen connectie (of geen bereik). Ik vraag het aan een wat ouder echtpaar dat net de stallen voor die dag lijkt te sluiten. “Sí, arriba.” En hij wijst naar boven, daar waar een deur openstaat. Ik kijk naar boven, mijn hemel, nog zo’n stuk omhoog, naar waar vroeger de kerk was. Iglesia numero 1 is het adres waar ik moet zijn. Er volgt een godsgruwelijk steil stukje. Ik trek het niet meer, zelfs niet op het lichtste verzet. Ik wil mijn linkervoet uit de klikpedaal trekken, maar dat lukt niet. Door de lage snelheid (om en nabij de 5 km/u) kukel ik pardoes naar links om, als een dominosteen (het oogt als slapstick, een reclamebord dat omdondert bij een rukwind), rechtstreeks in het doornig struikgewas, de fiets bovenop me. Verdorie, dat ook nog. Gelukkig kan ik me snel bevrijden, en blijk ik er met wat stevige schrammen en onderaan de kuit een lichte kneuzing vanaf te komen. Ik besluit de rest van het stukje maar te lopen. De weg verandert in een stenig boerenerfpad. Dan kom ik bij de huizen, en ik zie rechts van me een man in een moestuintje het gewas of de groenten inspecteren. Ik spreek hem aan: “Estoy buscando el señor…” “Ja, dat ben ik”. Aha, mijn fietsvriend, de Candide [1] van het dorp. “Ik kom eraan”, zegt ie. Boven wacht ik, en daar komt ie aan, mijn fietsvriend. Gehuld in een T-shirt met allerlei ventilatiegaten, ontstaan door slijtage. Steunkous aan één kant. Op het T-shirt een verwijzing naar een BTT (Bici Todo Terreno) koers. Toch zeker een fietsliefhebber. Ik stel me voor, en hij stelt zich voor als Albert (al weet ik dat niet zeker, wat ik ben zo uitgeteld dat ik me niet volledig kan concentreren). Het verse bloed op mijn onderlijf merkt ie niet op. Ik vraag hem of hij blij is gezelschap te ontvangen. Die vraag valt hem koud op het dak. “Het zal wel de Hollandse manier van communiceren zijn.” Ik bied hem aan om een biertje te drinken. Nee, geen behoefte. “Ik ga je bed opmaken.”

Dubbel pech

Ik noem meteen ‘man en paard’, en bied hem aan om met mij straks een avondmaal te nuttigen. Nou, daar heeft ie helemaal geen zin in. “Bovendien, ik heb geen auto.” Ok, dat maakt hem eigenlijk wel sympathiek, of: raadselachtiger. Ik zeg dat ik niks heb om te eten. “Ja, 1 mars, en 16 rozijnen.” “Tsja, ik bied u een bed aan, en u mag douchen hier. En voor de rest moet u zelf uw eigen gang maar gaan.” Mijn illusies verdampen gelijk de zweetdruppels op mijn gezicht. Wat ga ik in hemelsnaam hier vanavond doen? Kan ik een volgende ramadan doorstaan? Dit gaat het niet worden. Ik denk aan dat voorwoord: ‘Het zijn gewoon particulieren met een groot hart die Vrienden warm onthalen, een gespreid bed bieden en ’s ochtends een heerlijk ontbijt serveren’. Albert staat er wat schaapachtig bij. Hij zegt nog: “U kunt zelf naar het restaurant fietsen”. “Ja, en dan in het donker weer terugfietsen.” Bovendien, ik zeg het niet hardop, ik ben compleet uitgewoond. “Ik ga verder”, met een beteuterd gezicht. Ik had op meer gerekend. Een lekker avondje met een heerlijk fles vino tinto, met dit schitterende uitzicht. Wat mijmeren over het leven, over fietsen, over wat er mis is met Nederland. Albert bekijkt mijn fiets. “Met voordragers”, mompelt hij. “Daar kan ook wel een tentje bij”, daarmee suggererend dat ik hier helemaal niet had hoeven aan te kloppen. “Ja”, zeg ik wat bits, “een stoeltje kan ook, alles kan.” Ik bestudeer de kaart en vraag hem of Torres del Obispo een hostal bezit. “Ja, daar is logies.” “Ok, mag ik mijn bidons nog bijvullen?” Ik loop mee naar binnen, en zie op de aanrecht een uitgebreide verzameling weckflessen. Met wat water veeg ik mijn bloedvlekken enigszins weg. Ter afsluiting nog een foto van het uitzicht. En zowaar een selfie van ons beiden. Een ‘tot ziens’, en weg ben ik, wat moet ik hier nog. Het weggetje terug voelt als een verademing. In Torres del Obispo vraag ik naar het hostal. “No, está cerrado, están de vacaciones.” Nee, ook dat nog. Ik ben de wanhoop nabij. Deze dag overschrijdt de grenzen van het fysiek toelaatbare. Het advies is om door te fietsen naar Benabarre. “Solo una cuesta” (slechts één helling). Op die helling gaat het licht uit. Het blijkt een vies zuigend stuk vals plat, parallel aan de teruggekeerde hel van het snelverkeer. Ik ga in arren moede zelfs een stuk lopen, de accu volledig opgedroogd. Dan verschijnt daar toch het dorpje, even vragen, en ja hoor, in het centrum ligt Hostal Mars. (Beter een Mars boven je hoofd dan in je bek zullen we maar zeggen). In de bar onder het hostal is sfeer als vanouds. Ik ben weer thuis, zou je kunnen zeggen. Geen Vrienden op de Fiets, maar Vrienden in de Bar hier, in Hostal Mars. Op mijn kamertje streel ik de schrammen van mijn val. Ik trek mijn fietsschoenen uit, en merk dat de smurrie van de vijgen aangekoekt is bij de klikplaatjes, dat verklaart het een en ander. Vijgen na Pasen. Snel gris ik de blikjes San Miguel tevoorschijn, mijn eigen welkomstdrank hier. Ik drink ze achter elkaar met volle teugen op, en val achterover op het bed, uitgeteld. Het is weer goed zo.

 

 

[1] Bekend van de roman van Voltaire. Hoofdpersoon Candide eindigt met de beroemde leus: “Il faut cultiver notre jardin”.

The post Fietsen in de Pyreneeën appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
Fiets-smulvakantie op Mallorca https://www.espanje.nl/fiets-smulvakantie-op-mallorca/ Tue, 28 Jun 2022 10:40:59 +0000 https://www.espanje.nl/?p=25369 Mallorca is een ideale bestemming voor fietsers en voor liefhebbers van lekker tafelen. Wil je weten hoe dat precies zit? Kom dan tussen 28 juni en 3 juli 2022 naar de Winkel van Sinkel in Utrecht. Daar is tijdens de Spaanse La Vueltaweken een informatiepunt ingericht waar je alles te weten kunt komen over een fiets-smulvakantie. Maandagavond 27 juni gaven  Lucia Escribano, Camino Gonzalez en  Catalina Cañellas  van Turismo Mallorca meer informatie.

The post Fiets-smulvakantie op Mallorca appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
Utrecht 27 juni 2022 – Mallorca is een ideale bestemming voor fietsers en voor liefhebbers van lekker tafelen. Wil je weten hoe dat precies zit? Kom dan tussen 28 juni en 3 juli 2022 naar de Winkel van Sinkel in Utrecht. Daar is tijdens de Spaanse La Vueltaweken overdag een informatiepunt ingericht waar je alles te weten kunt komen over een fiets-smulvakantie en kun je in de avond lekker Mallorcaans dineren.

Mallorcaanse coca

Mallorcaanse coca en salade

Ideale bestemming voor in de herfst en de winter

Maandagavond 27 juni gaven Lucia Escribano, Camino Gonzalez en  Catalina Cañellas  van Turismo Mallorca meer informatie over de fietsmogelijkheden op hun eiland. Zo vertelden ze dat er maar lieft ruim 2000 kilometer aan fietspaden is. Camino Gonzalez: ‘Wat veel mensen niet weten is dat Mallorca eigenlijk een ideale bestemming is in het laagseizoen. Het is minder druk en de temperaturen zijn overdag vaak toch erg aangenaam. Vooral als je wilt fietsen is het beter om tussen oktober en april te komen want dan is het veel minder druk op de wegen. Onderweg kun je overal genieten van onze gastronomie. We hebben maar liefst negen restaurants met Michelinsterren op het eiland.’

Mallorca in Utrecht

Camino Gonzalez (Turismo Mallorca), Catalina Cañellas (Turismo Mallorca), Ignacio Valle (Spaans verkeersbureau), Lucia Escribano (Turismo Mallorca) en Rosa Vicente (Spaans Verkeersbureau).

 

Fietswinkels en fietshotel op Mallorca

Ignacio Valle, directeur van het Spaans Verkeersbureau in Den Haag opende de avond met een welkomstwoord. Daarna spraken o.a. Lucia Escribano, directeur van Turismo Mallorca en haar collega Catalina Cañellas kort over Mallorca als fietseiland. Mallorca is vanwege het milde klimaat en de afwisseling van vlak terrein en bergen al jarenlang zeer populair onder fietsers. Dat brengt met zich mee dat er veel fietswinkels zijn maar ook veel hotels met een goede opslag voor eigen fietsen. Bovendien is er een breed assortiment aan huurfietsen, van racefietsen tot e-bikes. Na de korte presentaties kregen de 30 aanwezige  bloggers, journalisten en reisagenten een Mallorcaans diner aangeboden met lokale specialiteiten als coca en tumbet Je kunt deze hele week ook zelf een Mallorcaans diner eten in De Winkel van Sinkel. Volgende week is trouwens al de laatste week van de Proef Spanje la Vuelta Weken. Dan staat Navarra centraal. In de afgelopen weken kwamen ook Andalusië, Valencia en Aragón al langs.

Lees ook dit artikel: Mallorca kunst- en fietsparadijs 

Wil je zelf een keer tumbet maken? Dat kan. Dit is het recept van tumbet.

mallorca tumbet

Nog veel meer leuke Spanjetips!

Meer leuke tips om Mallorca en de rest van Spanje te ontdekken? Lees dan ESPANJE! magazine. Je krijgt maar liefst €10 korting op de winkelprijs als je hier een abonnement afsluit. Je betaalt geen €34,95 maar slechts €24,95. Dan heb je de eerste editie van ESPANJE! binnen een paar dagen in huis en krijg je het magazine nog een jaar lang thuisgestuurd. Bovendien krijg je de digitale editie t.w.v. €18 er gratis bij zodat je de informatie uit het magazine overal kunt lezen.

The post Fiets-smulvakantie op Mallorca appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
Girona: fietsen en lekker eten https://www.espanje.nl/girona-fietsen-en-lekker-eten/ Wed, 20 Apr 2022 16:13:42 +0000 https://www.espanje.nl/?p=24877 De Vía Verde del Carrilet volgt de oude spoorlijn van Olot naar de Costa Brava. Een schitterende fietsroute van de voet van de Pyreneeën naar de Mediterranée, langs de vulkanen van Garrotxa en het elegante Girona. Onderweg liggen maar liefst zeven Michelinsterren voor het oprapen. Harry van Doorn, in het verleden hoofdredacteur van de Consumentengids, ging voor ESPANJE! op stap en tipt de lekkerste restaurants en beste hotels.

The post Girona: fietsen en lekker eten appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
Hostalets D' en Bas

De Vía Verde del Carrilet volgt de oude spoorlijn van Olot naar de Costa Brava. Een schitterende fietsroute van de voet van de Pyreneeën naar de Mediterranée, langs de vulkanen van Garrotxa en het elegante Girona. Onderweg liggen maar liefst zeven Michelinsterren voor het oprapen. Harry van Doorn, in het verleden hoofdredacteur van de Consumentengids, ging voor ESPANJE! op stap en tipt de lekkerste restaurants en beste hotels. Kaart, adressen en route vind je hier. Of download hier de ESPANJE!-app voor alle adressen.

Het centro histórico van Olot ligt in de schaduw van de vulkaan Montsacopa. De top ligt op een kwartiertje wandelen van het Plaça Major en beloont de inspanning met een 360 gradenuitzicht over het drukke stadje, de vulkanen van Garrotxa en de Pyreneeën. Een handvol modernistische huizen, Parc Nou – met het vulkaanmuseum – en de Moixina ‘wetlands’ aan de zuidoostkant nodigen uit tot een paseo. In restaurant Les Cols schijnen de eerste twee Michelinsterren voor de goedgevulde portemonnee.

Net als wind mee en soms een klein klimmetje

Olot ligt aan de voet van de Pyreneeën en is omringd door de veertig vulkanen van streek Garrotxa. Gemiddeld zo’n 600 meter hoog, met uitschieters naar 1500 meter. Voor de sportievelingen lonkt net voorbij Les Preses de 5 kilometer lange klim door de bossen naar de Puig Rodó (900 meter). De laatste hoogtemeters naar het uitzichtpunt Mirador dels Volcans kunnen alleen te voet worden afgelegd. Buiten dit inspannende ommetje is fietsen over de Vía Verde del Carrilet niet al te ingewikkeld. Je daalt over de voormalige spoorlijn tussen Olot en Sant Feliu de Guixols van de bergen naar de Costa Brava. Dat voelt als windje mee. Af en toe een beetje vals plat en een enkel kort klimmetje.

La Garrotxa

De zon komt op boven La Garrotxa

Van Olot richting de stad Girona

De start van de route is bij het oorlogsmonument achter het dichtgetimmerde station van Olot. Op de parkachtige uittocht richting Les Preses laten de Catalanen zich van hun sportiefste kant zien, maar voorbij het Parc de Pedra Tosca is het gedaan met de drukte en heb je het gravelpad voor jezelf. Het spoor krult om het hooggelegen centrum van het slaperige dorpje Sant Esteve d’en Bas (met gelijknamige fraaie romaanse kerk) heen. De Col d’en Bas is goed te doen en in de afzink lonkt het terras van La Casilla, waar een eenvoudige doch voedzame lunch met uitzicht op de bergen een aanrader is. Ook de paradijselijk gelegen sfeervolle bed & breakfast La Rectoria de Sant Miquel de Pineda is een stop waard, zelfs als je er niet overnacht. Verlaat in Sant Feliu de Pallerols gerust de route om even door het dorpshart te wandelen en een blik van de brug te werpen. Voort gaat het langs Amer (verstild, met arcaden omringd Plaça de Vila). In het zorgvuldig gerestaureerde station zetelt tegenwoordig een fietsenverhuur en informatiecentrum. Even buiten Amer kunnen de sportievelingen de doorgaande weg vermijden door af te steken over een geaccidenteerd parcours met hoogteverschillen van 14 procent! Het lijkt ons bij 30 graden geen goed idee, en zo druk is de C63 ook weer niet. De Vía Verde scheert Anglès aan de noordkant en dat is jammer, want het op het eerste gezicht wat rafelige stadje herbergt een prachtig oud centrum met kinderkopjes, poortwoningen, kleurrijke gevels en een toprestaurant: L’Aliança, waar je ook voor een tapa en vermout kunt aanschuiven. Na de brug over de Riu Ter verandert het landschap. Bos en weide maken plaats voor hoge rietkragen, boomgaarden en groenteakkers. Tussen Anglès en Bescanó loopt de route een kilometer of acht grotendeels parallel aan de doorgaande weg. Die is tijdens de siësta redelijk rustig. Voorbij Bescanó heb je de keuze om een fietspad dwars door de Gironese voorstad Salt te nemen of het veel aangenamere pad door huertas en parken tussen Salt en de rivier.

Girona, een charmant alternatief voor Barcelona

Wie de transportinformatie van het vliegveld van Girona checkt, kan maar zo tot de conclusie komen dat er in de stad niets te beleven is. Hoe je in Barcelona komt, is het enige wat telt. Een onbegrijpelijk minderwaardigheidscomplex van het elegante Girona. Mocht Barcelona toch je doel zijn, dan is Girona een serieus alternatief voor de overnachting. Nette hotelkamers en echt leuke adressen zijn er al voor weinig. De AVE snelt in 38 minuten naar de Catalaanse hoofdstad. Nog beter is het om de toeristenhordes van Barcelona te mijden en de tijd te nemen voor het historierijke Girona. Trek voor het oude stadshart met zijn fraaie Joodse wijk op de oostoever van de Onyar minimaal een halve dag uit. De imposante kathedraal boven aan de trappen staat te boek als een van de zeven wonderen van Catalonië, met het grootste schip na de Sint-Pieter in Vaticaanstad. Iets noordelijker liggen de Baños árabes uit de 12e eeuw. Een mooi uitzicht over de stad heb je vanaf de muren die over een lengte van meer dan een kilometer zijn te bewandelen. ’s Ochtends, als het licht helder is en de toeristenbussen er nog niet zijn, heb je de muren voor jezelf.

Girona

De kleurrijke huizen aan de Onyar met op de achtergrond de kathedraal

De gekleurde ‘hangende’ huizen aan weerszijden van de rivier vormen het bekendste plaatje van Girona. Museum Casa Masó zit in zo’n hangend huis. De drukke westoever is het winkel- en horecahart. Tussen de Pont de Pedra en het Plaça de la Indepèndencia is een wandeling door de chique Carrer de Santa Clara ook voor non-shoppers interessant. Veel winkels geven een gedecoreerd doorkijkje naar de rivier.

Lees ook: de Grand Tour van Catalonië

De lekkerste restaurants van Girona

Het plaça heeft cafés en restaurants voor elke smaak en beurs. Boira in de noordwesthoek heeft een interessante kaart met redelijke prijzen, veel Catalaanse wijnen en een fijn terras. Voor de fijnproever met ruime beurs is wereldtopper El Celler de Can Roca (sinds 2009 drie Michelinsterren) in het stadsdeel Germans Sàbat een ware pelgrimage. Massana moet het met één ster doen, maar prijst zich met een menu van meer dan €100 een beetje uit de culinaire markt. Het moderne en minimalistische Nu in het oude stadshart is een satelliet van Can Roca en serveert haute cuisine voor een veel toegankelijker budget. Een andere hobby van de Roca-broertjes is een keten van ijssalons zoals je nog nooit zag: Rocambolesc. De Gironese salon zit aan de Carrer de Santa Clara. Romantici pakken een tafeltje bij Le Bistrot op de trappen van Pujada de Sant Domènec. Eenvoudige smakelijke gerechten met excellente wijnen.

Girona

Rocambolesc in Girona

Van Girona naar het strand

Vanaf Girona volgen we de Riu Onyar, een zijtak van de Ter. Al vlot rijden we bij La Creueta de velden in. We staan even stil bij het mooi gerestaureerde ministation van Quart. Voorbij het rafelige Cassà de la Selva is het genieten in met bergruggen gedecoreerde weiden. De machtige Sant Feliu-kerk van Llagostera wenkt de fietser. Het is een verraderlijk klimmetje naar het Plaça del Castell, maar het uitzicht is prachtig. Nooit eerder zagen we een kerk waar je voor een euro de lichten kunt ontsteken om door een luikje in de deur het binnenste te mogen aanschouwen. Een paar trappen lager is in het gemeentehuis een kleine expositieruimte (gratis). Op weg naar de kust maken riet en weiland plaats voor mediterrane vegetatie. Sla voorbij het station van Castell-Platja d’Aro links af voor een bezoek aan het mooie centro histórico, getopt met – de naam verraadt het al – een kasteel. We buigen zuidwaarts af. Na 4 kilometer eindigt de vrij liggende Carrer de la Vía del Tren op een rotonde. Strandliefhebbers slaan hier links af naar de beschutte baai van de Sant Pol. De route eindigt – na een venijnig klimmetje – 3 kilometer verderop tussen de zeiljachten van Sant Feliu de Guíxols. Tijd voor een terras en een arròs a la cassola a la manera dels pescadors.

PLatja d'Aro

Een van de mooie stranden van Platja d’Aro

 

Stationsrestauratie, sterrentent en visrestaurant

In de 10 kilometer tussen Llagostera en Santa Cristina d’Aro rijgen de interessante lunchadressen zich aaneen. Het terras van Hostal El Carril naast het station (dat tegenwoordig een infocentrum is) met uitzicht op het park is een goede budgetoptie. Prijziger en avontuurlijker is het ecologische slowfoodrestaurant Ca la Maria, of schuif aan bij het met een ster gekroonde Els Tinars, waar een driegangen lunchmenu met wijn voor €67 wordt geserveerd. Maar ook La Font Picant in een stijlvol opgeknapt stationsgebouw is een aanlokkelijke stop. Natuurlijk kun je ook doorrijden naar het eindpunt in Sant Feliu de Guíxols, waar het huiskamerachtige traditionele visrestaurant Cau del Pescador een aangename verrassing is tussen de toeristenfuiken. 

Praktische informatie

De Vía Verde del Carrilet (I en II) is 93 km lang. Het deel tussen Girona en de kust (II) wordt ook VV de Costa Brava genoemd. Voor de terugreis is de rechtstreekse bus tussen Sant Feliu en het vliegveld een snelle en betaalbare optie: 4x per dag, 30 minuten, fiets mag mee. Fietsen van het vliegveld naar beginpunt Olot is, hoewel licht stijgend, goed te doen (55 km, 3,5 uur) maar betekent wel dat je een flink deel van de vía verde in twee richtingen doet. Voor de terugtocht uit Sant Feliu geldt hetzelfde: 33 km, dik 2 uur. Wie de route vanuit Ripoll wil beginnen, kan op Barcelona vliegen en van daaruit de Rodalies-trein pakken. Overstap Barcelona-Sants. Reistijd 2,5-3 uur. Fiets mag alleen buiten de spits mee.

Lees ook: tips voor het zoeken en boeken van een vakantie in Spanje

Waar kun je overnachten?

Hotel in Olot

Hotel Can Blanc Rustig gelegen in Moixinapark. Chaletstijl met rustieke inrichting. Zwembad. €90. www.canblanc.es

Hotel in Sant Feliu de Pallerols

B&B La Rectoria de Sant Miquel de Pineda. Rustieke luxe naast eenzaam kerkje, omringd door paradijselijke rust. www.larectoriadesantmiquel.com

Hotel in Les Planes d’Hostoles

Hotel Can Garay. Schitterend modernistisch landhuis met tuin; 6 kleurrijke stijlvolle kamers.

Hotels in Girona

Hotel Peninsular. Centraal gelegen hotel met veel authentieke details, maar modern comfort. Fietsvriendelijk. Goed ontbijt.

Bed & Breakfast Bells Oficis. Sfeervolle comfortabele kamers met balkon in karaktervolle stadswoning. Hartelijke ontvangst.

Hotels in Sant Feliu de Guíxol

Ilunion Caleta Park. Groot hotel aan het mooie strand van Sant Pol. Superlocatie. Vanaf €77; strandzicht €92. www.ilunioncaletapark.com

Hotel Hostal del Sol. Stijlvol modernistisch herenhuis met tuin en zwembad op 500 meter van het strand.

Campings langs de route

Les Preses Natura (dicht bij Olot, www.campingnatura.cat). Aan de Costa zijn diverse mogelijkheden, waarvan El Pinell in S’Agaro de mooiste ligging heeft voor strandliefhebbers. Op de site van de ANWB vind je nog meer opties die je ook meteen kunt boeken.

Dit artikel is in 2016 verschenen in ESPANJE! en is geschreven door Harry van Doorn. De informatie is ook uit 2016 en kan achterhaald zijn. Adressen van hotels en restaurants zijn gecheckt in 2022.

 

Wil je meer tips voor trips in Spanje?

Cover Espanje 02-22

Lees dan ook het mooie tijdschrift ESPANJE!

  • Vier x per jaar 100 pagina’s inspiratie
  • Elke keer weer honderden tips
  • Roadtrips, steden, natuur, cultuur, wonen en  lifestyle
  • Vier edities voor slechts €19,95
  • Dat is 25% korting op de winkelprijs van €6,99
  • Korting op Spaanse films en evenementen
  • Maak kans op gratis boeken
  • Altijd als eerste in huis
  • Ook de digitale editie gratis in je mailbox.
  • Of kies voor digital only voor slechts €18
  • Je regelt het meteen via deze link

bestellen

 

 

 

The post Girona: fietsen en lekker eten appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
Aragón: fietsen door het paradijs https://www.espanje.nl/aragon-fietsen-door-het-paradijs/ Sun, 17 May 2020 08:02:15 +0000 https://www.espanje.nl/?p=16845 Ver weg van spoor- en snelwegen herbergt het zuidoosten van Aragón het lieflijke paradijs Matarraña. Zo off the beaten track dat je er een halve dag over de mooiste route van Spanje kunt fietsen zonder een mens tegen te komen.

The post Aragón: fietsen door het paradijs appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
Matarraña Aragon

Ver weg van spoor- en snelwegen herbergt het zuidoosten van Aragón het lieflijke paradijs Matarraña. Zo off the beaten track dat je er een halve dag over de mooiste route van Spanje kunt fietsen zonder een mens tegen te komen.

Hola, Garrie.’ Een kleine vrouw loopt me tegemoet en schuift met een routineneus gebaar haar oversized zonnebril van neus naar kruin. Ze geeft me twee luchtkussen en stelt zich voor: ‘Eli.’ We staan op een verlaten perron in Tortosa, een stadje aan de Ebro in het zuiden van Catalonië. Eli legt haar rechterhand op haar linker onderarm en bestudeert een eveneens buitenmaats horloge. Ze kijkt me schalks aan en zegt: ‘Je hebt me tot acht uur, wat wil je doen?’

Het is een zondagmiddag in november en de thermometer wijst 33 graden aan. Dat is zelfs hier het gesprek van de dag, al zijn op dit tijdstip de Spanjaarden in geen velden of wegen te bekennen. In haar Golf met sportvelgen – maar zonder airco – zoeven we met open ramen over de lege, perfect geasfalteerde T333, langs de uitlopers van de Cardó El Boix en Els Ports, de bergen die Catalonië en Aragón scheiden.

Lees ook: Alles over Aragón

banner abonnement espanje

Lost world

Roze lucht Valderrobres Spanje

Eli is vertegenwoordiger van de Comarca de Matarraña, een samenwerking van achttien Oost-Aragonese gemeenten verspreid over twee keer de oppervlakte van Texel in de provincie Teruel. De 8700 inwoners vinden hier rust en ruimte. Eigenlijk een wonder dat deze vruchtbare streek zo dunbevolkt is.

In de rivierdalen tieren perziken, amandelen, olijven en wijnranken welig. Met de gekartelde toppen van Els Ports als onverzettelijke bewakers voelt dit paradijselijke landschap met zijn milde klimaat als een lost world. Aan Eli de schone taak om Matarraña uit de vergetelheid te halen, want het land mag dan gul zijn, boeren is ook hier geen vetpot. Alle pijlen op het toerisme dus, bij voorkeur met eigen vervoer, want de minihoofdstad Valderrobres ligt 50 kilometer van de stations waar nog een trein stopt. Ooit had Valderrobres een eigen station aan het spoor dat Tortosa met Alcañiz verbond, maar daar rijden al veertig jaar geen treinen meer. Op de spoorbedding ligt nu een van de mooiste fietsroutes van Spanje, maar die bewaar ik voor morgen.

Río Matarraña

Uitzicht stad Beceite

Eli is een van de 603 inwoners van Beceite. Beter gezegd: Beseit, want in deze hoek van Aragón is het Catalaans de bergen overgestoken, maar anders dan in Catalonië is er weinig politiek sentiment over wie wat spreekt. ‘We verstaan elkaar goed,’ zegt Eli, terwijl ze haar hand op blijft steken tegen dorpsgenoten die nieuwsgierig staren naar de lange man aan haar zijde.

Het kleine dorp heeft een paar oude papiermolens die beetje bij beetje worden opgeknapt en opvallend veel hotels. Niet voor dat ene mooie uitzicht op de Río Matarraña in het dorpshart, maar vooral voor de schitterende natuur op de hellingen van Els Ports. We lopen een stuk van de Desfiladero del Parrisal, een zijriviertje van de Matarraña, waar je over boomstammen en smalle paden of gewoon stroomopwaarts door het water omhoog klautert naar de vergezichten en gieren van de Moletes d ́Arañy (1228 meter). Eli plaatst haar ballerina’s behoedzaam tussen de scherpe keien, houdt plots de pas in en legt haar hand op mijn arm: ‘Cabra montés!’ Ze wijst, maar ik zie aanvankelijk niks. Dan ontwaar ik ze ook: twee kleine steenbokken op een boomtak. Nooit geweten dat ze zó goed kunnen klimmen.

Lees ook: Fietsen & wandelen, de mooiste routes door Spanje

Onstuitbare vooruitgang

Het is tijd voor een caña bij bar La Plaza in Valderrobres. Het miniplein is het enige vlakke stukje van het oude centrum. Op dit tijdstip is het er een drukte van belang. Opvallend veel nozems op knetterende scooters en dorpsbewoners die auto’s behendig door de middeleeuwse straatjes sturen. Eli ziet mijn frons en zegt: ‘Het is al zo vaak geprobeerd om deze kant van de brug autovrij te maken, maar niemand heeft zin om de steile straatjes te voet te doen.’ Een ironische grijns trekt over haar smalle gelaat: ‘Vooruitgang, die laten we ons niet afpakken.’ Als het bier op is, doen we wat de locals niet willen: wandelen naar de hooggelegen burcht.

Het drama dat de naastgelegen Parroquía Santa María la Mayor trof, komt tot leven als gids Antonio dienst heeft. Je voelt zijn pijn als hij zuchtend vertelt hoe goedbedoelende dorpelingen de wederopbouw na de guerra civil zo voortvarend ter hand namen dat een deel van de geschiedenis van de kerk is verzaagd, verpulverd of domweg weggegooid. Enkele reis Tortosa El Sarmentero heette de trein die tussen 1942 en 1973 de verbinding tussen Tortosa en La Puebla de Híjar (130 kilometer) verzorgde. De eerste 30 kilometers tussen La Puebla en Alcañiz werden reeds in 1891 opgeleverd, maar daarna verzandde de bouw in geldgebrek en politieke vertraging. Pas tijdens de Guerra Civil werd het spoor doorgetrokken naar Tortosa omdat de nationalisten van Franco militaire voordelen zagen. Republikeinse krijgsgevangenen werden als dwangarbeiders ingezet. In de zomer van 1939 probeerden Catalaanse republikeinen een corridor te forceren naar de strijdmakkers van het zwaar belegerde Valencia.

Bij deze Batalla del Ebro veranderden de tunnels bij Benifallet in bloedige veldhospitalen. Behalve een monument bij El Pinell de Brai is er weinig dat aan deze duistere episode uit de Spaanse geschiedenis herinnert. Sterker nog, vanaf de spoordijk, die de weg van de minste weerstand zoekt, oogt het landschap zo mogelijk nog lieflijker dan vanaf de weg.

Lees ook: Highlights tijdens een roadtrip door Spanje

Economisch fiasco

Spoorlijn bij la puebla

De dichtstbijzijnde dorpen liggen op 1,5 tot 6 kilometer van de voormalige stations. Daarmee werd de spoorlijn ook economisch een fiasco. De beoogde reizigers namen liever de bus. De 45 tunnels die voor de trein werden uitgehakt, bleken weggegooid geld. De laatste 25 kilometer naar de haven van Sant Carles de la Ràpita zijn om die reden nooit aangelegd, maar vorig jaar raapte de Generalitat zes miljoen euro bijeen voor de Vía Verde de las Terres de l’Ebre, die het vergeten spoortracé befietsbaar maakt en een verbinding verzorgt met de Vies Ciclistes del Delta de l’Ebre, een bijzonder landschap van rijstvelden, lagunes en een droom voor vogelaars. Aragón is inmiddels begonnen om van de 28 deels moeilijk begaanbare kilometers tussen La Puebla en Valdealgorfa ook een echte vía verde te maken.

Voetstappen in het duister

Terra Alta agaron catalonie

De huidige vía verde tussen Valdealgorfa en Tortosa is 85 kilometer lang en heeft in de beste traditie van regionaal navelstaren in elke comarca een andere naam: Val de Zafán in Matarraña, vervolgens Terra Alta en Baix Ebre in de gelijknamige comarcas in Catalonië. Bij elke grens andere bordjes langs het pad van gravel en (soms) asfalt. De enige spelbreker zijn de tunnels, voor wie geen licht op de fiets heeft. De meeste tunnels hebben wel verlichting, maar erg betrouwbaar is die niet. De zonnepanelen die voor de power moeten zorgen, zijn geliefd bij dieven. Meteen bij de start net voorbij de ruïne van station Valdealgorfa ligt de langste tunnel van de route: meer dan 2 kilometer zonder licht.

Het speelgoedbatterijlampje verliest het algauw van het duister en de gang door de tunnel wordt een beklemmend avontuur dat alleen stapvoets tegemoet kan worden getreden. Als halverwege voetstappen van de andere kant klinken, gaat de ademhaling in een hogere versnelling. De verbazing is groot als het langzaam naderende silhouet een gekromd oud vrouwtje blijkt te zijn dat me vriendelijk groet en murmelend haar weg vervolgt. Het zal de enige ontmoeting met een mens zijn die ochtend. Bij Cretas op de grens met Catalonië verandert het pastorale landschap in het ontoegankelijke maar spectaculaire bergdecor dat de Terra Alta heet. Via tunnels, kloven en viaducten, met af en toe fraaie doorkijkjes, bereiken we een kloostercomplex met een restaurant genoemd naar de warmwaterbron die de rivier hier opwarmt tot 28 graden. Het is hier fijn wandelen en poedelen.

Lees ook: 15 x de goedkoopste stedentrips van Spanje

Sinaasappels

Na de enerverende doorsteek van Terra Alta brengt de brede Ebro-vallei nieuwe vergezichten. Baix Ebre. Hier groeien de sinaasappels. Door het steeds vlakker wordende land voert het spoor terug naar Tortosa, waar de oude spoorbrug voor fietsers en wandelaars is gereserveerd. Ik laat het bisschoppelijk paleis, de kathedraal en het Suda-kasteel op de heuvel links liggen. Tortosa moet wachten. Er lonken nieuwe spoorfietskilometers in het zuiden.

Op het perron aan de andere kant van de brug staat de dieseltrein richting Valencia ronkend klaar. De dieseldampen vormen pilaren in de zinderende lucht. Het is november en de thermometer wijst nog steeds 33 graden aan. Op de taxistandplaats staat een kleine vrouw met grote zonnebril tegen een Golf met sportvelgen geleund. Dit keer geen luchtkussen, maar een hartelijke abrazo. ‘Adiós, Eli, hasta la próxima.’

Dit artikel is eerder verschenen in ESPANJE! (Steden & routes, 6e jaargang, april – juni 2016) en de informatie kan achterhaald zijn. Auteur: Harry van Doorn.

The post Aragón: fietsen door het paradijs appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
Barcelona: Fietsen over de Diagonal https://www.espanje.nl/fietsen-diagonal-barcelona/ Thu, 10 Oct 2019 09:20:46 +0000 http://www.espanje.nl/?p=7252 Barcelona als fietsstad. Dertig jaar geleden leek dat onmogelijk in de stadsjungle van auto’s en veel, heel veel brommers, scooters en motoren. Maar elk jaar komen er meer fietsers bij. Het eerste fietspad werd ooit op de Avinguda Diagonal aangelegd.

The post Barcelona: Fietsen over de Diagonal appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>

Barcelona als fietsstad. Dertig jaar geleden leek dat onmogelijk in de stadsjungle van auto’s en veel, heel veel brommers, scooters en motoren. Maar elk jaar komen er meer fietsers bij. Het eerste fietspad werd ooit op de Avinguda Diagonal aangelegd. Reden voor een rijwieltocht over die langste straat, die een perfecte dwarsdoorsnede
vormt van de stad.

De manier waarop het krantenbericht is geschreven verraadt al de onwennigheid met het fenomeen. Het is oktober 1990. ‘De eerste speciale rijbaan voor fietsers, over drie kilometer aangelegd op de Avinguda Diagonal, is gisteren officieel door de burgemeester geopend. De rijbaan kan dagelijks gebruikt worden. Het circuit heeft ook drie parkeerplaatsen voor fietsen.’

Lees ook: 10 x zien en doen in Barcelona

Dwarsdoorsnede van de stad

Het was geen groot nieuws. De reacties waren nogal lacherig. Burgemeester Pasqual Maragall was in zijn preolympische koorts gek geworden, hij dacht dat zoiets nodig was, een fietspad. Wel eentje redelijk buiten het centrum, trouwens, om het andere verkeer en de voetgangers niet te veel te hinderen. Die drie kilometer waren getrokken over het brede voetpad tussen het Plaça de Francesc Macià en het Parc de Cervantes; een fietspad dat langs bijna alle gebouwen van de universiteit van Barcelona liep. De studenten zouden misschien dankbare gebruikers worden. Maar, zo luidden de reacties, wat moesten zij als dat fietspad ophield? Zich tussen het verkeer wagen, wat gelijkstond aan zelfmoord?

Inmiddels heeft de volledige Diagonal, over zijn ruim tien kilometer lengte van de ‘hoge’ kant in het zuidwesten naar het zeeniveau in het noordoosten, een dubbel fietspad, in beide richtingen. Wie geen haast heeft en bereid is regelmatig te remmen voor voetgangers die massaal uit bussen springen, of te wachten voor de talloze stoplichten onderweg, kan op de fiets in een paar uur alle verschillende gezichten van de Diagonal en de belendende straten en wijken ontdekken. Van toeristische trekpleisters als de Sagrada Família en het Camp Nou tot tientallen minder bekende juwelen, vooral gebouwen afkomstig uit de modernismegolf van ruim een eeuw geleden plus de nieuwste staaltjes architectuur. Onderweg zijn er barretjes en restaurants genoeg, ook aan de Diagonal zelf.

Lees ook: fietsen in Barcelona

Duur en chic

De rit begint boven aan de Diagonal, het hoogste deel, waar de verkeers-ader steeds breder wordt en als snelweg richting Tarragona, Lleida en Madrid de stad verlaat. Het Parc de Cervantes is vooral in het voorjaar en zomer een bezoek waard, als de veelvuldig bekroonde rozentuin in volle bloei staat. Daarnaast ligt een blok luxe flats met het hoogste huisnummer van de lange avenue, 698-706, het enige woningcomplex in een deel van de straat dat wordt gedomineerd door de faculteiten van de Universitat de Barcelona (UB) en de Universitat Politècnica de Catalunya (UPC). De reeks gebouwen wordt slechts onderbroken door een ander rustgevend park, dat van het Palau Reial de Pedralbes, vroeger verblijf van de koningen. Pedralbes is ook de naam van de omringende wijk, het duurste en chicste deel van de stad. Veel groen, flats waaraan vanbuiten niet te zien is dat ze vanbinnen meer dan tweehonderd vierkante meter groot zijn en een flink aantal vrijstaande huizen, kleine paleizen soms, die miljoenen euro’s kosten.

Franco Avenue

Dit zuidelijke deel van de Diagonal is pas tussen de jaren vijftig en zeventig ontstaan. Tot die tijd eindigde de boulevard bij de nu grote rotonde van het Plaça de Francesc Macià, wat vanwege alle politieke perikelen alweer de vierde naam van het plein is sinds zijn aanleg in 1932. Zoals vaker in de geschiedenis van de stad benutte Barcelona een groot internationaal eve-nement om een bepaald deel van de metropool een facelift te geven. Het Internationaal Eucharistisch Congres van 1952, het eerste en langverwachte katholieke samenzijn na een jarenlange onderbreking vanwege de Tweede Wereldoorlog, trok tienduizenden mensen naar de stad en betekende voor het Franco-regime de opening naar de rest van de wereld. Op dit onverharde deel van de Diagonal, waar de missen en bijeenkomsten moesten wor-den gevierd, werd een enorme krottenwijk gesloopt. De bewoners kregen nieuwe huisjes elders in de stad. Het gebied moest ook geplaveid worden. De Diagonal kreeg daardoor een nieuw, modern aanzicht, en werd daarna ook gebruikt voor een jaarlijkse autorace die soms 400.000 mensen trok. Officieel heette de straat toen Avenida del Generalísimo Francisco Franco, zoals hij eerder al de Avenida de Alfonso XIII werd genoemd, afhankelijk van wie er in Madrid aan de macht was. Maar Gran Vía Diagonal was de oorspronkelijke naam die ingenieur Ildefons Cerdà, de net zo miskende als magistrale ontwerper van het grote uitbreidingsplan van de stad, aan de enige schuin lopende straat door zijn rechtlijnige schaakbord van de Eixample had gegeven. Het was ook de naam die in de volksmond altijd was blijven bestaan en in 1979 in ere werd hersteld.

Tuinflat

Al werden er incidenteel paleizen gebouwd door rijke Barcelonezen, de echte transformatie van het hoge deel van de Diagonal voltrok zich in de jaren zeventig en tachtig met de terugkeer van de democratie en de intrede van de banken als de nieuwe, machtige ondernemingen van het land, die hun rijkdom graag met opvallende hoofdkantoren wilden tonen. La Caixa de Pensions, de grootste spaarbank van Catalonië, zette in 1982 twee zwarte torens neer, schuin tegenover het opvallende gebouw uit 1976 van – toen – de Banc Industrial de Catalunya, een verticale tuin waar nog altijd honderden planten weelderig van de balkons hangen. Architect Josep Maria Fargas, overleden in 2011, kreeg de opdracht voor het ontwerp van dit gebouw. ‘De bankdirectie vroeg me wat ik het meest emblematische gebouw van de Diagonal vond. “De Casa de les Punxes,” zei ik. “Nou, ontwerp dan voor ons het beste modérne gebouw van de Diagonal.”’ Omdat de toenmalige burgemeester Josep Maria de Porcioles in zijn ongeremde bouwwoede talloze parken had laten verdwijnen, kreeg Fargas het idee van die han-gende tuin, met allemaal inheemse planten, soms gewoon onkruid dat ook tussen de straatstenen groeit. ‘Want het moesten wel allemaal planten zijn die hier zonder veel moeite konden overleven,’ aldus de architect.

Liggende wolkenkrabber

Op dit ruim 3,5 kilometer lange deel van de Diagonal hebben de fietsers alle ruimte. De stoep, eigenlijk een tien meter brede promenade, waarop de lijnen van het dubbele fietspad zijn getrokken, is het eerste stuk fietspad van de stad. Echt druk is het niet aan deze door kantoren gedomineerde kant van de Diagonal. Meer volk is er aan de overkant, met het grote warenhuis El Corte Inglés en een ander architectonisch hoogstandje, het winkelcentrum l’Illa. Het langgerekte witte gebouw werd in 1993 gepresenteerd als een op zijn kant gelegde wolkenkrabber. Het is een van de opvallendste en origineelste overdekte winkelcentra van de stad, aan de rand van de wijk Les Corts op de overgang van de grote woningen van de rijken naar de smalle straatjes van een volkswijk. Eenmaal het winkelcentrum voorbij, de laatste honderden meters tot het Plaça de Francesc Macià, verrijzen de eerste flats en ondergaat de Diagonal een transformatie naar een meer residentiële, iets leefbaardere straat. Na de rotonde versmalt hij van twaalf tot veertien rijbanen tot tien, en neemt vooral door de vele stoplichten de snelheid van het verkeer af.

De zijstraatjes in

Tijd voor een drankje, dat de bourgeoisie van Barcelona tot het voorjaar van 2013 altijd bij Sándor nam, een café aan het Plaça de Francesc Macià op de benedenverdieping van het imposante Edifici Ferrer i Cajigal (1935), een langgerekt wit gebouw dat aan Parijs doet denken. De zaak was nog nooit één dag gesloten geweest tot in maart 2013 onder meer de crisis ook deze klassieke bar de das omdeed. Dus moet de fietser een van de zijstraatjes induiken – met 11.000 horecagelegenheden in de stad is er altijd wel een in de buurt. Een erg toepasselijk café (vanwege de naam), en tegelijk ook een klassieker, is de bar Velódromo, enkele straten verderop in de Carrer de Muntaner. Het ligt net opzij van de Diagonal en heeft een aantrekkelijk art-deco-interieur dat na jaren van sluiting in oude glorie is hersteld. Terug op de Diagonal is al snel te merken dat dit meest centrale, oudste (1881) en monumentale deel van de majestueuze avenue, van het Plaça de Francesc Macià tot de kruising met de Passeig de Gràcia, voor fietsers geen pretje is. Ze moeten er de smalle ruimte delen met voetgangers, geparkeerde moto-ren, krantenkiosken en bushaltes. De irritatie tussen fietsers en voetgangers kan er flink oplopen en al jaren studeert de gemeente op plannen om dit centrale deel van de Diagonal opnieuw in te richten, inclusief het doortrek-ken van de trambaan en een apart fietspad op de rijbaan.

Modernistische praal

Het is wel een bijzonder deel van de avinguda, met de allereerste bebouwing tussen de Passeig de Gràcia en de Carrer de Pau Claris. Twee monumentale, modernistische panden liggen er bijna recht tegenover elkaar: het Casa Comalat en het Palau del Baró de Quadras. Het eerste loopt door tot de straat erachter, de Carrer Còrsega – en ook daar is de gevel het bewonderen waard. Vanuit dat centrale punt begon de Diagonal naar beide kanten uit te breiden, waarbij de grote, historische textielfabriek Vilumara in 1907 gesloopt moest worden om vrij baan te maken voor die diagonale boule-vard. Terwijl architect Antoni Gaudí het druk had met de Sagrada Família en zijn betoverende woningen aan de Passeig de Gràcia (het Casa Batlló en Casa Milà), vroegen de notabelen en rijken van de stad Gaudís modernistische leerlingen of collega’s om voor hen ook zo’n mooi pand te bouwen. Het centrale deel van de Diagonal staat er vol mee. Op de hoek met de Carrer d’Enric Granados, een van de leukste straten in de Eixample omdat er nau-welijks ruimte voor auto’s is, staat het Casa Sayrach, dat nog altijd voor een deel in bezit is van de kleinzoons van chirurg Miquel Sayrach. Deze liet het in 1915 door zijn eigen zoon, architectuurstudent Manuel, bouwen.

Geen Spaanse vlag

Een van diens zonen, ook Manuel geheten, woont op de eerste verdieping van het bijzondere gebouw. ‘Dit huis is heel erg Gaudí, maar mijn vader paste er zijn eigen theorie van het licht op toe. Het licht moest op allerlei manieren overal binnenkomen, soms via spiegels of andere reflecties,’ vertelt Manuel. Hij heeft in zijn lange leven van alles meegemaakt op de Diagonal. ‘Het ergste waren de optochten van Franco. De tribune stond hier altijd voor de deur, maar wij weigerden de Spaanse vlag op te hangen. Voor ons, Cata-lanen, was het afgrijselijk aan een straat te wonen die Generalísimo Franco heette; thuis hebben we altijd Diagonal gezegd.’
Iets verderop aan de overkant kijkt de pecera (viskom) uit over de Diagonal. Het is de bijnaam van het opvallende, enorme, ovale raam van het Casa Pérez Samanillo, sinds 1950 het luxueuze clubhuis van de Círculo Ecuestre op de hoek met de Carrer de Balmes. Het is een exclusieve club waar niet iedereen zomaar lid van kan worden. Vier leden moeten je introduceren en de eerste betaling is 12.000 euro. Stropdas verplicht. Eén straat verderop liggen naast elkaar de kerk en het klooster van Pompeya, waar de kapucij-ner monniken nog altijd hun mis houden en armen bijstaan. Het is met een dominicanenkerk honderd meter verderop een van de weinige religieuze plekken aan de Diagonal.

Enkele tientjes huur

Als fietser kun je hier makkelijk uitzwerven, aan de ene kant liggen de smalle en fietsvriendelijke straatjes van de wijk Gràcia, aan de andere de Eixample in zijn meest authentieke vorm. Het is het grootste ‘district’ van Barcelona, dat schaakbord met liefst vierhonderd kruisingen, en misschien daarom ook een allegaartje van bewoners en gebruikers. Veel woningen, zeker aan de duurste straten, zijn kantoorpanden geworden, ook omdat ze met meer dan tweehonderd vierkante meter te duur zijn voor veel bewo-ners. Tegelijkertijd is de Eixample de wijk met de meeste oude inwoners van de stad. Een kwart van de mensen ouder dan negentig jaar woont in de Eixample, veelal alleenstaande weduwen die al hun hele leven in hetzelfde huis wonen en er de oude huur nog betalen, niet meer dan enkele tientallen euro’s per maand. De huiseigenaren wachten met smart op hun dood om dezelfde woning na een opknapbeurt voor een veelvoud te kunnen gaan verhuren.

Àngela, Josefa en Rosa Terrades i Brutau, de drie beroemdste weduwen van de wijk, wonen in ieder geval niet meer in de woning die elk van hen in 1905 van hun ouders kreeg. Het was een bijzonder pand dat architect Josep Puig i Cadafalch voor hen ontwierp, het Casa Terrades, beter bekend als het Casa de les Punxes vanwege de puntige daken. Een zes verdiepingen hoge sprookjestoren beslaat een compleet, driehoekig blok op de kruising met de Carrer del Rosselló en Carrer de Roger de Llúria. Het is een paleis met drie aparte ingangen, een voor elke dochter. Nu is het eigendom van een bank.

Dit artikel is eerder verschenen in ESPANJE! (nummer 2, jaargang 2014) en de informatie kan achterhaald zijn. Auteur: Edwin Winkels 

banner abonnement espanje

The post Barcelona: Fietsen over de Diagonal appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
Fietsen langs het oliespoor in Andalusië https://www.espanje.nl/fietsen-langs-oliespoor-andalusie/ Tue, 08 Oct 2019 10:04:02 +0000 https://www.espanje.nl/?p=13025 De bus van Córdoba naar Jaén bromt langs dorre akkers en verschroeide berghellingen. Achter die bergen bracht ooit El Tren del Aceite olijfolie naar de haven van Málaga. Op de oude spoorbedding ligt nu een fietspad. Een vinkje op mijn bucketlist. Fietsen langs het oliespoor in Andalusië.

The post Fietsen langs het oliespoor in Andalusië appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>

De bus van Córdoba naar Jaén bromt langs dorre akkers en verschroeide berghellingen. Achter die bergen bracht ooit El Tren del Aceite olijfolie naar de haven van Málaga. Op de oude spoorbedding ligt nu een fietspad. Een vinkje op mijn bucketlist. Fietsen langs het oliespoor in Andalusië.

Maar in de bloedhete bus slaat de twijfel toe: 119 kilometer door de grootste olijfboomgaard ter wereld in de ‘koekenpan’ van Spanje, waar de temperatuur zomers wekenlang boven de 40 graden piekt… Gekkenwerk!

Lees meer: Alles over Andalusië

andalusië-uitzicht-stad

Het is eind oktober en nog steeds 30 graden in Jaén, de enige stad aan de route. De airco in het hotel trekt het niet, maar in de fraai gerestaureerde baños árabes in de kelders van het Palacio de Villardompardo is het goed toeven, net als in de volumineuze kathedraal, die de omliggende bebouwing tot kabouterhuisjes doet verschrompelen. Verder is het arme Jaén vooral een stad van de gemiste kansen. De tram die het door auto’s gedomineerde centrum moest verbinden met de buitenwijken, werd na drie werken proefdraaien in mei 2011 stilgelegd om nooit meer te rijden. Een bittere overwinning voor protesterende buschauffeurs die voor hun baan vreesden.

Olijvenzee

Het drama sluit aan bij mijn missie: het spoor volgen van de trein die niet meer rijdt. El Tren del Aceite maakte zijn eerste rit van Jaén naar Málaga in 1893. Dertig gloriejaren met vele tonnen staal en olijfolie volgden, waarna het langzaam bergafwaarts ging met de olietrein. Met zijn snelheid van slechts 30 kilometer per uur was het geen groot succes bij reizigers en vanaf de jaren zeventig nam het gras het oliespoor langzaam over. Sinds 2001 is het spoor weer in gebruik voor fietsers en wandelaars. Hoewel oude spoorroutes nooit steil zijn, omdat een trein boven de 3% stijging wagons dreigt te verliezen, is de rijrichting wel een puntje van aandacht. De grondstoffen werden meestal vanuit het binnenland naar de kust vervoerd. In Spanje is dat bijna per definitie van berg naar dal. Beginnen bij de bron betekent dus hoofdzakelijk dalen. Starten bij de haven is meer iets voor trainingsbeesten. Vanaf de start net buiten Jaén gaat de eerste 20 kilometer omhoog en wordt meteen duidelijk waar de route zijn naam aan ontleent: een zee van olijfbomen, af en toe onderbroken door een wit dorp. De eerste 54 kilometer in de provincie Jaén heet dan ook Vía Verde del Aceite, ontleend aan het Arabische woord voor olie: az-zayt. De eerste bezienswaardige stop is Martos, het centrum van de olijventeelt in de provincie, en dat ruik je. Hier staat een raffinaderij waar de laatste waardevolle stoffen uit olijvenpitten worden gewonnen. Het proces verspreidt een bedwelmende geur van verbrande olijfolie in de wijde omtrek. Het centro histórico van Martos is een omweg waard, maar fietsend nauwelijks te doen. Het oude stadshart ligt op de uitlopers van de eenzame Jabalcuz, met ruim 1600 meter de hoogste top en route.

Meccanobruggen

Ondanks de monocultuur verveelt het uitzicht geen moment. Zoekend naar de weg van de minste weerstand, kronkelt de route door het heuvelland, immer geflankeerd door een decor van scherp gekartelde bergwanden van de Sierra Subbética, waarop om de zoveel kilometer de resten van een van de vele wachttorens zijn te ontwaren. Vier goed verlichte tunnels – waarvan de langste 333 meter – zorgen steevast voor change of scenery. De andere hindernissen die de trein moest overbruggen, zijn de ruige rivierkloven. Volgelingen van Eiffel bouwden negen meccanoachtige stalen viaducten die tot 80 meter boven de in dit jaargetij iele stroompjes uittorenen. Het geïmproviseerde wegdek van tegen elkaar geschoven spoorbielzen vereist enige stuurmanskunst en zitvlees. Tegenover het stationnetje van Alcaudete ligt de haciënda van het Mesón Rural La Vía Verde del Aceite als een paradijselijk eiland in de olijvenzee. De betoverende gastvrouw Lorena brengt je naar comfortabele appartementen rond het zwembad. Een echte oase. Vanuit hier is het 4 kilometer klimmen naar het welvarende adelaarsnest Alcaudete met burcht, kerk en stijlvolle hoofdstraat. Alles piekfijn gerestaureerd.

natuur-andalusië

Lunchen op het perron

Dag twee brengt ons in de provincie Córdoba, waar de route verdergaat onder de naam Vía Verde de la Subbética. We volgen hetzelfde spoor, maar het landschap wordt gevarieerder. Er is ineens water in overvloed met het stuwmeer van Vadomojón en de lagunes van Honda, Cinche en Conde o Salobral. In de winter is dit een paradijs voor vogelaars. Met de stadjes Luque, Zuheros, Doña Mencia, Cabra en Lucena is er ook aanmerkelijk meer leven langs het spoor. Diverse stations zijn omgebouwd tot horecagelegenheid, museum of ontmoetingspunt. Het station van Luque is een prima plek voor een almuerzo op het overdekte perron. De levendige bar in de hal is tevens winkel en verkoopt olijfolie uit de buurt. In de hangar ernaast is een informatiecentrum over olijfolie. De sleutel kun je aan de bar vragen.

Lees meer: Andalusië; Zee, woestijn en rustige dorpjes

Bevlogen spraakwaterval

Op de kruising met de CO-6209 naar Zuheros ontmoeten we de schilder Francisco Poyato, een lokale beroemdheid die in het voormalige VVV-gebouwtje zijn museo-estudio tot de nok toe heeft volgestouwd met eigen werk. Naast schilderijen ook veel beeldhouwwerk. Autodidact Poyato laat zich niet vastpinnen in een bepaalde school en dat leidt tot een kleurrijk en eclectisch overzicht. De zelfingenomen en bevlogen spraakwaterval leidt je graag rond en doet als een reporter verslag van zijn ontwikkeling en werk in de derde persoon. Het pittoreske bergstadje Zuheros, even verderop, wordt uiteraard getooid door de ruïne van een burcht. Om daar te komen moeten we weer vol op de pedalen. Drie bejaarde dorpsbewoners op het bankje van het burchtplein monsteren de bezwete fietsers meewarig.

Vleermuizengrot

Zo’n 4 kilometer verderop liggen de Cuevas de los Murciélagos. De druipsteengrotten huisvesten een van de grootste vleermuiskolonies van Andalusië. Een kwart van de 2 kilometer diepe grotten is toegankelijk voor publiek. Met 700 traptreden goed voor een sportief uurtje. Terug op de route van het oliespoor raken de olijfbomen steeds vaker vermengd met andere vegetatie en in Doña Mencia vinden we zelfs de eerste sherrybodega en een wijnmuseum. Bezoek en proeverij zijn te organiseren via de hartelijke fietsverhuurders van Subbética Bike’s Friends in het station, waar ook regionale producten te koop zijn.

Olijventeelt: slow growth

Zo’n 4 kilometer verderop liggen de Cuevas de los Murciélagos. De druipsteengrotten huisvesten een van de grootste vleermuiskolonies van Andalusië. Een kwart van de 2 kilometer diepe grotten is toegankelijk voor publiek. Met 700 traptreden goed voor een sportief uurtje. Terug op de route raken de olijfbomen steeds vaker vermengd met andere vegetatie en in Doña Mencia vinden we zelfs de eerste sherrybodega en een wijnmuseum. Bezoek en proeverij zijn te organiseren via de hartelijke fietsverhuurders van Subbética Bike’s Friends in het station, waar ook regionale producten te koop zijn.

olijven-in-andalusië

Spaans karakter

Dat Spanje wereldkampioen olijventeelt is – en de provincie Jaén met 70% van de productie hofleverancier – zie je in de Nederlandse supermarkten niet terug. Spaanse olijfboeren mopperen graag op de veel succesvollere Italianen, die miljoenen tonnen Spaanse olijven opkopen, persen, van een Italiaans etiket voorzien en de exportprijs verdubbelen. Daar komt langzaam verandering in. Net als wijn wordt de betere olijfolie voorzien van een denominación de origen (DO). Steeds vaker zie je ook de olijvensoort op het etiket staan. Olie met karakter heet aceite de oliva virgen en daarvan is de Extra de meest smakelijke. Een indicatie voor de kwaliteit is de zuurgraad, die altijd op het etiket staat. Tussen de 0,2 en 0,4% is top en tussen 0,4 en 1% goed. Virgen-olie met een hogere zuurgraad kun je beter laten staan.

Helpen plukken

De grote commerciële telers bieden allerlei faciliteiten voor olijftoerisme. Van een bezoek aan de pers, een rondleiding door de boomgaard tot daadwerkelijk helpen plukken. Oleícola San Francisco en Cortijo Spíritu Santo, zo’n 50 kilometer ten noordoosten van Jaén, organiseren dit soort activiteiten. Reken voor een bezoek met proeverij op €6 per persoon. Direct langs de route zijn geen bedrijven die dagelijks open zijn voor voorbijgangers, maar via de overnachtingsadressen op onze onlinekaart is meestal wel een bezoek te regelen. Een grappige trend die steeds meer kwekers omarmen, is het verpachten of adopteren (apadrinar) van een olijfboom. Je wordt dan voor een vaste periode en een vast bedrag ‘beschermer’ van een boom en krijgt in ruil een gegarandeerde opbrengst in olie uitgekeerd. Via Subbética Bike’s Friends kun je een bezoek boeken bij Apadrinar un Olivo in Rute, zo’n 20 kilometer ten zuiden van Lucena, dat aan de vía verde ligt.

Lees meer: Overnachten in Andalusië

De Vías Verdes del Aceite & Subbética verbinden Jaén met Estación de Campo Real net buiten Puente Genil over een afstand van 119 kilometer. Het best aanbevolen startpunt is Jaén, goed bereikbaar per bus of trein vanuit steden in de omgeving (Córdoba en Granada). Het frequentst bevlogen vliegveld in de buurt is het vliegveld van Málaga (vanaf €50 vlieg je erheen met Ryanair vanuit Eindhoven). De reis van Málaga naar Jaén duurt met de bus zo’n 4.20 uur en kost €16-25. De trein (€48-60) is even snel, maar op een deel van het traject (AVE) mogen geen fietsen mee, tenzij gedemonteerd en verpakt als bagage.

Fietsen mogen wel mee op de bus, maar of je ervoor moet betalen en of de wielen eruit moeten, kan per chauffeur verschillen. Met eigen (huur)auto halveert de reistijd. De beste site voor transport in Spanje is www.rome2rio.com. Voor fietshuur ter plekke is Subbética Bike’s Friends in Doña Mencia de beste optie. In Jaén zit Ciclos Boyer. De route zelf is grotendeels onverhard, maar het wegdek is prima en met elk type fiets te doen, mits er voldoende versnellingen op zitten om een paar korte steile stukken te overbruggen. Omdat het spoor letterlijk de makkelijkste weg zoekt, is het meestal klimmen naar de hoger gelegen dorps- en stadskernen.

Langs de route zijn diverse stijlvolle en comfortabele rurale hotels waar je voor zo’n €50-60 kunt overnachten. Jaén heeft voor zijn omvang een bescheiden hotelaanbod, maar wel een topper: de Parador op de berg net buiten de stad, waar de goedkoopste nachten €100 kosten. Er is niet veel reden om in Puente Genil aan het eind van de route te verblijven. Antequera of Málaga zijn interessantere bestemmingen met een ruim aanbod aan onderkomens. De enige officiële camping in de buurt ligt 25 km ten zuiden van Lucena bij het stuwmeer van Iznájar.

De wintermaanden vormen het olijvenseizoen maar in de herfst en lente zijn de beste tijden om te fietsen. Vanwege de mildere temperaturen. De zomermaanden kunnen ongenadig warm zijn, door de zuidelijke ligging van de stad, met temperaturen die pieken boven de 40 graden. Er wordt dan ook ten strengste afgeraden om tijdens de zomerperiode langs het oliespoor te fietsen. Vorst komt in Málaga slechts 1 of 2 nachten per een hele eeuw voor en op bijna alle dagen in het jaar bereikt de temperatuur minimaal de grens van 20 graden.

Dit artikel is eerder verschenen in ESPANJE! (nummer 4, jaargang 2015) en de informatie kan achterhaald zijn. Auteur: Harry van Dooren

Harry van Dooren (1966) verdiende zijn journalistieke sporen bij de Amersfoortse Courant en Dagblad Tubantia. Hij schreef over recht, voeding en gezondheid in de Consumentengids, waar hij na tien jaar afscheid nam als hoofdredacteur. Onder eigen vlag (www.arevista.nl) specialiseerde hij zich in duurzaamheid. In zijn vrije tijd fietst hij over opgedoekte spoorlijnen in heel Europa. Zijn reportages zijn gepubliceerd in Op Pad, De Reisgids en Espanje! Magazine. Meer daarover op: www.fietssporen.nl

The post Fietsen langs het oliespoor in Andalusië appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
La Vuelta start in 2020 in Utrecht https://www.espanje.nl/la-vuelta-start-2020-utrecht/ Wed, 12 Dec 2018 13:49:53 +0000 http://www.espanje.nl/?p=8774 Wielerfans opgelet: La Vuelta, de Ronde van Spanje, gaat in 2020 van start in Utrecht. De eerste etappe wordt binnen de stad Utrecht gereden en een dag later start het peloton in Den Bosch. Op dag drie maken de wielrenners een rondje door Brabant, waarbij ze beginnen en eindigen in Breda.

The post La Vuelta start in 2020 in Utrecht appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
VueltaWielerfans opgelet: La Vuelta, de Ronde van Spanje, gaat in 2020 van start in Utrecht. Dat nieuws is deze woensdag officieel bevestigd door de organisatie van de Spaanse wielerronde. De eerste etappe wordt binnen de stad Utrecht gereden en een dag later start het peloton in Den Bosch. Op dag drie maken de wielrenners een rondje door Brabant, waarbij ze beginnen en eindigen in Breda.

In augustus 2020 belooft het dus groot feest te worden in Utrecht en Noord-Brabant. De twee provincies en de gemeenten Utrecht, Den Bosch en Breda zullen samen zes miljoen euro bijdragen aan de organisatie van het sportevenement en de festiviteiten eromheen. Het is de tweede keer dat de Vuelta vanuit Nederland vertrekt. In 2009 was Assen het startpunt. Andere keren dat de Ronde van Spanje buiten Spanje begon, was in 1997 in Lissabon en in 2017 in het Franse Nîmes.

Ciudad de la bicicleta

De stad profileert zich graag als fietsstad en was al eerder het decor van grote en bekende wielerrondes: in 2015 organiseerde de Domstad de start van de Tour de France en in 2010 arriveerde het peloton hier na de tweede etappe van de Ronde van Italie. Hiermee zal de stad in 2020 de enige stad ter wereld zijn waar de drie grootste wielerrondes hebben plaatsgevonden.

Lees ook: 10 x waarom jij ook naar de Vakantiebeurs wil

The post La Vuelta start in 2020 in Utrecht appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>
Op de fiets door Sevilla https://www.espanje.nl/op-de-fiets-door-sevilla/ Wed, 06 Jun 2018 12:51:47 +0000 http://www.espanje.nl/?p=6229 Sevilla is een fietsstad bij uitstek. Zowel locals als toeristen maken graag gebruik van een stalen ros.

The post Op de fiets door Sevilla appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>

Sevilla is een fietsstad bij uitstek. Door de hele stad wordt gefietst, ook door toeristen. De stad staat inmiddels al een paar jaar op de lijst met de 20 beste steden om te fietsen van Copenhagenize Design Co. Een leuke manier om langs alle bezienswaardigheden te gaan!

In deze romantische stad zijn de meeste highlights makkelijk met de fiets te bereiken. De stad is begonnen met het aanleggen van fietspaden in 2006 en heeft nu ruim 180 kilometer aan verharde paden beschikbaar. Je vindt er ook de Vias verdes. Vroeger waren dit spoorbanen, maar nu zijn ze omgebouwd tot fietspaden. Sevilla heeft fantastische fietsroutes en verhuurservices. In 2013 werden er zelfs meer fietsen dan auto’s verkocht! De stad is goed begaanbaar: het is er grotendeels vlak. Tel daar de bijna 3000 zonuren per jaar bij op en je hebt een perfecte stad om te fietsen.

Tours

Fietstours zijn in heel de stad te boeken, waaronder ook een paar Nederlandse. Baja Bikes biedt een tour aan waarbij je op de fiets langs alle bekende highlights van de stad gaat. Je kunt er ook een fietstour vinden waarbij fietsen gecombineerd wordt met het eten van de lekkerste tapas in de stad.

Boek hier je Nederlandse fietstour in Sevilla met Baja Bikes

Sevici

In Sevilla zijn er genoeg mogelijkheden om fietsen te huren, overal zijn bedrijven die ze verhuren, er is er altijd een binnen handbereik. Verder kun je via het leenfietsensysteem Sevici makkelijk fietsen huren door heel de stad. Je haalt je fiets op bij een bepaald punt en zet hem op een andere plek weer weg. Het is de bedoeling dat je de fiets binnen een halfuur terugzet op een ander punt. Je betaalt dan alleen kosten voor een weekpas (toeristen kunnen geen andere pas krijgen helaas) en een borg voor de fiets.

Een handige kaart,voor wanneer je zelf op pad gaat, met de fietspaden van Sevilla is te downloaden via http://www.sevilla.org/sevillaenbici/.

Aanrader: de Super Sevilla Combi (inclusief Alcázar en kathedraal)

Ben je van plan het Alcázar én de Kathedraal van Sevilla te bezoeken en stap je ook nog graag een dag in de hop-on hop-off bus? Dan raden wij je aan de Super Sevilla Combi aan te schaffen, waarmee de skip the line tickets voor de twee belangrijkste highlights van de stad krijgt en met de toeristenbus de stad kunt ontdekken. Bespaar geld en ontdek tegelijk het beste van Sevilla! Bestel nu.

Hoe werkt het?

Je boekt de Super Sevilla Combi via de website van onze partner Ticketbar. Selecteer op het moment van reserveren de datum van aankomst in Sevilla. Ook geef je aan op welke data je het Alcazar en de Kathedraal zou willen bezoeken. Je ontvangt vervolgens de tickets voor deze monumenten in je e-mail inbox. Laat Ticketbar ook weten op welke dag je de bus zou willen nemen.

Wat kost de Super Sevilla Combi?

De Super Sevilla Combi kost €51,50. Na betaling krijg je de tickets via de e-mail opgestuurd.

Meer lezen?

paleis in sevilaa9x doen in Sevilla: de highlights 

Sevilla is de hoofdstad van de regio Andalusië. De Moorse invloeden geven de stad een romantisch tintje. Alle bezienswaardigheden zijn makkelijk te voet of met de fiets te bereiken vanaf het centrum. Dit zijn de must-sees en belangrijkste highlights op een rij.

koetsen met paarden voor kerkOp en top Sevilla: Triana

Alles waar Spanje om bekendstaat, vind je in Sevilla, om precies te zijn in de zigeunerwijk Triana. Flamencozangeres Rosario La Tremendita leidt ons door haar geboortewijk, de broedplaats van de flamenco, en we gaan op bedevaart naar El Rocío.

The post Op de fiets door Sevilla appeared first on ESPANJE! | Reis- en cultuurmagazine over Spanje.

]]>